1.1 Balans
Iedere onderneming moet financiële verantwoording afleggen, ze zijn accountable voor de
financiering van de onderneming. Denk maar aan het opstellen van jaarverslagen om verantwoording
af te leggen aan de aandeelhouders en investeerders.
Vaste activa bezittingen die langer dan 1 jaar binnen de onderneming blijven. Voorbeelden zijn
een kantoorpand, computers en stellingen in het magazijn.
Vlottende activa zaken of bezittingen die korter dan 1 jaar in een onderneming blijven.
Voorbeelden zijn voorraad, kas en banksaldo; het geld dat daadwerkelijk in een
onderneming zit.
Vaste en vlottende activa zijn de bezittingen van een onderneming. Het wordt altijd
gesorteerd in mate van liquiditeit (hoe snel middelen in contanten omgezet kunnen
worden). Onderaan staan de meest liquide middelen: het kasgeld, dit zijn immers al
contanten; bovenaan staan de bezittingen die het minst liquide zijn- het minst makkelijk
om te zetten in contanten: het gebouw.
De bezittingen moeten gefinancierd worden, dit kan deels door spaargeld gedaan worden eigen
vermogen, andere deel kan geleend worden bij familie of de bank.
Er zijn 2 mogelijkheden om bezittingen te financieren: eigen vermogen of vreemd vermogen. Bij
beide is er sprake van schuld. Bij eigen vermogen niet helemaal want er is geen verplichting om
iemand terug te betalen. Eigen vermogen financiële middelen die voor onbepaalde tijd ter
beschikking worden gesteld door de eigenaren van een onderneming.
Bij vreemd vermogen gaat het om een schuld van de onderneming aan anderen. Hierbij kan er
gedacht worden aan banken of familieleden die geld hebben geleend aan het bedrijf. Bij een bank
kan dit een lang vreemd vermogen zijn in de vorm van een hypothecaire lening. Geld dat geleend
wordt door familie kan rentevrij geleend worden.
Lang vreemd vermogen lening met een langere looptijd dan 1 jaar.
Kort vreemd vermogen lening met een kortere looptijd dan 1 jaar. Dit kunnen schulden
aan leveranciers of een kortlopende lening van de bank of rekening courant krediet zijn,
Rekening courant krediet Een rekening waarbij je niet vast bedrag leent, maar waarbij je
een flexibele lening sluit met de bank met een maximale omvang.
Al het geld dat gebruikt is om de onderneming te financieren noemen we passiva. Hierbij
sorteren we het vermogen altijd op volgorde van terugbetaalbaarheid. Wat eerst
terugbetaald moet worden staat onderaan.
Activa en passiva samen vormen de balans van een bedrijf. Een balans is een momentopname van de
bezittingen van een bedrijf en hoe die gefinancierd worden. Aan debetzijde (linkerkant) staan de
,bezittingen en aan passiva (rechterkant) staan de financieringen ervan. Als er iets verandert aan de
zijde verandert er aan de andere zijde ook iets.
Een essentieel kenmerk van een balans is het feit dat deze altijd in evenwicht is. Dit geldt niet alleen
voor kleine bedrijven maar ook voor grote multinationals. De verandering van een balans wordt ook
wel een mutatiebalans genoemd waarbij alle balansposten worden weergegeven die een wijziging
ondergaan. Een financiële handeling zal dus tenminste 2 wijzigingen op de balans tot gevolg hebben,
waarbij varianten mogelijk zijn.
Hieronder volgen 3 voorbeelden van financiële feiten welke consequenties hebben voor bepaalde
balansposten.
Voorbeeld 1
Iemand start een eigen zaak en brengt €1.000.000 eigen geld in, in de kas van de onderneming komt
de €1.000.000 terecht terwijl tevens duidelijk moet zijn dat de onderneming geld schuldig is aan de
eigenaar (privésituatie). Dit geeft de volgende mutatiebalans:
Voorbeeld 2
Iemand leent €1.000.000 bij een bank (lange termijn) waarmee een pand wordt
gefinancierd. Eigenlijk gaat het om twee financiële feiten en wel de geldlening en de
aankoop van het pand.
1. Geldlening door de lening ontstaat een schuld aan de bank omdat het geleende geld een
keer terugbetaald zal moeten worden, er is tevens sprake van een vordering op de bank
omdat het geleende geld wordt bijgeschreven op het rekening courant tegoed.
2. aankoop van het pand. Het geld wat inmiddels op het rekening courant tegoed (bank) staat
wordt gebruikt om het pand te betalen wat betekent dat het banktegoed afneemt met
1.000.000 en het bedrijfspand met hetzelfde bedrag toeneemt.
, Voorbeeld 3
Er worden door een café drie verschillende soorten drank bij drie verschillende leveranciers
ingekocht om op een bepaald moment van start te kunnen gaan. De goederen worden op rekening
ingekocht. De voorraden van de drie verschillende dranken nemen toe terwijl er ook schulden aan 3
leveranciers ontstaan. Deze financiële feiten hebben de volgende consequenties voor de balans.
Paragraaf 1.2 Prijsopbouw en winst
Brutowinst = verkoopprijs -inkoopprijs
Vaste kosten kunnen huurkosten zijn, personeelskosten en afschrijvingen. Variabele kosten zijn
kosten die veranderen naarmate er meer/minder geproduceerd wordt. Hoe meer er verkocht wordt
hoe hoger de kosten zijn.
Dit is de winst van de onderneming, deze kan toegevoegd worden aan
het eigen vermogen van een onderneming
1.3 resultatenrekening
Resultatenrekening geeft inzicht in het resultaat van een bedrijf
gedurende een periode. In tegenstelling tot een balans, wat een
momentopname is, is een resultatenrekening altijd weergegeven over
een bepaalde periode. Het geeft weer wat de verkopen en kosten zijn
geweest gedurende een periode. Het is gebruikelijk om alle kosten
waaronder bijvoorbeeld huurkosten uit te smeren over de periode. Je
rekent de kosten toe aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Als er iets wijzigt op de resultatenrekening gebeurt er ook iets met het eigen vermogen. Een
toename van een post op de creditzijde van de resultatenrekening betekent een toename van het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julianvanschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.45. You're not tied to anything after your purchase.