Inleiding en geschiedenis in de psychologie (595101B5)
Summary
Complete samenvatting Inleiding en geschiedenis van de psychologie 2023
17 views 1 purchase
Course
Inleiding en geschiedenis in de psychologie (595101B5)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Pioneers of Psychology
Zelf een 8,5 door deze samenvatting gehaald!
Een complete samenvatting voor het vak inleiding en geschiedenis van de psychologie.
De samenvatting bestaat uit een samenkomst van de hoorcolleges en het boek. Alle belangrijke personen staan vermeld en gekoppeld aan hun bevindingen.
Summary - Terms Introduction to Psychology and History of Psychology
FREUD AND PSYCHOANALYSIS (Pioneers of Psychology, CH11 p. 455-488)
All for this textbook (3)
Written for
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Inleiding en geschiedenis in de psychologie (595101B5)
All documents for this subject (92)
Seller
Follow
PsychoSummaries
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1 Foundation Ideas from Antiquity
Socrates
Socrates was de leraar van Plato. Socrates heeft geen schriftelijke verslagen van zijn gedachten nagelaten. Hij
geloofde dat geschreven ideeën de ideeën slechts gedeeltelijk en onvolmaakt weergeven. Socrates was een
nativist -> gedachte dat kennis is aangeboren ipv verworven. Hij beweerde dat ‘hogere’ capaciteiten vermoedelijk
aangeboren zijn. Socrates vertelde niet hoe dingen in elkaar zaten, maar liet mensen zelf nadenken of stelde hen
vragen. Dit leidde bij Plato tot ideeën van nativisme en rationalisme.
Socrates (en Plato) vond dat vergeten kennis in de psyche ligt en alleen hulp nodig heeft van empirische ervaring
om deze naar buiten te brengen.
Plato
Plato was een nativist -> gedachte dat kennis is aangeboren ipv verworven. Ook was hij een rationalist -> de
nadruk wordt gelegd op de rede, het zelf nadenken. Plato wilde weten wat de echte waarheid was. Dit maakte
Plato een idealist -> de echte versie van alles zit in ons hoofd en alles wat we waarnemen is daar slechts een
afgeleide van. Zoals je de wereld sensorisch ervaart, is het niet echt. Het zijn de idealen die in je geest zitten.
Verschijningsvorm -> hoe een persoon een visuele stimulus ervaart en interpreteert. Dit is voor iedereen
verschillend en dus niet echt. Dit zijn de schaduwen op de muur die je ziet.
Ideale vorm -> het echte en perfecte beeld. Het vertegenwoordigt de essentie der dingen. Dit is wat jij denkt wat
er zich achter de muur afspeelt, dit is dus niet echt wat er afspeelt.
Allegorie van de grot
Dit is een illustratie van Plato om het onderscheid tussen verschijning en
vorm te weergeven. Op de afbeelding is te zien dat gevangenen
schaduwen zien. Deze gevangenen zijn slechts indirect en onvolledig
bewust van de gebeurtenissen achter hen, omdat ze alleen de schaduwen
zien en niet de volledige realiteit. Metaforisch gezien lijken de schaduwen
op Plato’s verschijningen en lijken de werkelijke gebeurtenissen op zijn
ideale vormen.
Elementen van de psyche
Plato vond dat de psyche 3 afzonderlijke basiscomponenten heeft:
1. Lust -> directe verlangens, impulsen en prikkels. (Paard 1)
2. Rede -> het vermogen om de onderliggende realiteit van de wereld te waarderen. (Wagenmenner)
3. Plichten en moed -> de neiging om moeilijkheden met actie aan te pakken. (Paard 2)
De wagenmenner vertegenwoordigt de rationele component die moet proberen de paarden te sturen zodat ze
samenwerken en in dezelfde richting voortgaan.
Aristoteles
Aristoteles was een leerling van Plato. Aristoteles was het niet eens met de gedachtegang van Plato. Aristoteles
geloofde dat kennis juist wel uit de wereld te halen is, en dat empirische ervaringen noodzakelijke grondstoffen zijn
die de psyche verwerkt door de aangeboren categorieën.
Aristoteles was de eerste grote voorstander van het empirisme -> het idee dat ware kennis op de eerste plaats
ontstaat door de verwerking van zintuigelijke ervaringen uit de buitenwereld. Het empirisme bestond uit 2
belangrijke stappen. Allereerst observatie -> wat je ziet, gevolgd door classificatie -> ordening door middel van
taxonomie -> rangschikken van organismen in hiërarchisch geordende groepen en subgroepen. Volgens
Aristoteles is de psyche in te delen in 3 categorieën:
1. Vegetatieve zielen: zichzelf voeden, voortplanten -> planten
2. Sensitieve zielen: sensatie, bewegen, geheugen, verbeelding -> dieren
3. Rationele zielen: logisch redeneren -> mensen
Hippocrates
Hippocrates beschouwde ziekte als een natuurlijk verschijnsel, en niet als iets bovennatuurlijks. Hij stelde een
theorie op om gezondheid en ziekte te verklaren op basis van 4 lichaamsvochten: bloed, gele gal, zwarte gal en
slijm. Mensen zijn gezond als deze 4 lichaamsvochten in evenwicht zijn.
1
,Alhazen
Alhazen was een belangrijke Islamitische filosoof. Hij hield zich veelal bezig met optica (hoe licht en zicht werkt)
en perceptie (hoe we zien). Hij onderzocht of visie werkte vanwege ‘sondes’ die vanuit de ogen naar de
waargenomen objecten werden uitgezonden, of vanwege signalen of stralen die hun oorsprong vonden in de
objecten en zich op de ogen drukten. Alhazen koos voor het tweede en onderzocht dit door middel van camera
obscura -> een donkere kamer met een gat in de muur waardoor licht van een extern object binnenkomt en op de
kop wordt geprojecteerd, net zoals bij het oog gebeurd.
Avicenna
Avicenna was een geneeskundige en een aristoteliaan. Avicenna maakte een uitbreiding van Aristoteles’ functies
van de ziel, Avicenna ging over introspectie, dus naar binnen kijken. Deze uitbreiding werd gedaan met 2 soorten
zintuigen:
1. Externe zintuigen -> vormen de basiscapaciteiten voor het ontvangen van indrukken (horen, ruiken,
proeven, voelen etc.)
2. Interne zintuigen -> wat je doet met je externe zintuigen (combinatie, verbeelding, geheugen etc.)
Een andere uitbreiding op het werk van Aristoteles die Avicenna deed had betrekking op de rationele ziel.
Floating man gedachte experiment -> hier stel je je een man voor die in de ruimte zweeft waarvan de zintuigen
en ledematen geblokkeerd zijn. Vervolgens werd gevraagd of deze man enig bewustzijn van zijn eigen ziel zou
hebben. Het antwoord was ja. Het zelfbewustzijn is namelijk een aangeboren vermogen van de rationele ziel en
staat dus los van het lichaam.
Samengevat leggen Plato en Avicenna de nadruk bij de geest als actief, de geest is waar de kennis zit. Terwijl
Aristoteles en Alhazen meer ingaan op de interactie van de binnen- en buitenwereld, dus wat er in de geest zit en
komt door wat er van buitenaf naar binnen gaat.
2
,Hoofdstuk 2 Pioneering Philosophers
Descartes
Descartes vond alles op school onzekere kennis. Hij wilde exact weten hoe de wereld in elkaar zit. Zijn conclusie
was dat de meningen van andere niet te vertrouwen waren, en hij daarom zijn eigen methode ontwikkelde om
kennis te verkrijgen.
Methode van Descartes
1. Twijfelen aan alles
2. Kennis: denken (deductie) boven sensorische ervaring (inductie)
3. Zoeken van simple natures: fundamentele eigenschappen van fysieke fenomenen waaraan je niet kunt
twijfelen. Dit zijn extensies (zaken die ruimte innemen zoals een persoon, stoel en auto. Deze objecten
zijn echt) en beweging (deze objecten bewegen door de ruimte heen.
Galileo had soortgelijke ideeën als Descartes. Als het gaat om de wereld om je heen, zijn er 2 soorten kenmerken
aan de dingen die je ziet:
1. Primaire kwaliteiten: vorm, hoeveelheid, beweging.
2. Secundaire kwaliteiten: zicht, geluid, gevoel.
Zowel de methode van Descartes als de overeenkomstige ideeën van Galileo en Descartes, komen overeen met
Plato’s idealisme.
Descartes fysica
Descartes zag het universum als volledig gevuld met 3 soorten deeltjes (vuur, lucht, aarde). Er is geen leegte.
Deze deeltjes hebben extensie en beweging. Wanneer je naar een voorwerp kijkt, strekt zich een rechte kolom
van luchtdeeltjes rechtstreeks tussen het voorwerp en het oog.
Mechanische fysiologie: het lichaam als een machine.
Descartes zag zenuwen als holle buizen waarin animal spirits (hersenvocht) stroomt.
Zintuigelijke stimulatie in de vorm van trillingen die de sensorische organen beïnvloeden,
kunnen trekken in de zenuwen veroorzaken. Deze rukjes zouden dan kleppen in de
hersenen kunnen openen, waardoor de animal spirits terug via de zenuwen naar spieren
of klieren kunnen stromen, waardoor ze gaan bewegen.
Hierdoor kon Descartes automatische reflex verklaren.
Reflex = stimulus (hitte van een vuur) + respons (jezelf wegtrekken van het vuur).
Je kunt daarnaast ook aangeleerde reflexen hebben.
Bijv. het leren autorijden vergt eerst veel nadenken, maar hoe vaker je het gedaan hebt, hoe makkelijker en
automatischer het gaat. Door leren verandert je hersenstructuren waardoor de animal spirits anders gaat
stromen, hierdoor kun je paden krijgen die steeds makkelijker worden bewandeld.
Passies (emoties) zijn ook mechanisch te verklaren. Als je heel boos bent, gaat de vloeistof heel hard stromen
waardoor je spieren heel anders geactiveerd worden. Dit resulteert in gewelddadige reacties.
Kortom, Descartes verving de Aristotelische concepten van vegetatieve en sensitieve ziel door mechanistische
verklaringen.
Dualisme
De rationele ziel kon Descartes niet verklaren aan de hand van mechanische fysiologie. Aan zintuigen kun je
twijfelen, aan Cogito Ergo Sum (ik denk, dus ik besta). Je kunt dus aan alles twijfelen, behalve aan het feit dat er
iemand of iets is dat twijfelt. Dit noemde hij de rationele ziel: hier zitten de aangeboren ideeën die niet te verklaren
zijn door de buitenwereld (lijkt op Plato). De rationele ziel zou volledig losstaan van het lichaam en onafhankelijk
werken.
3
, Dualisme -> lichaam en geest zijn 2 verschillende dingen. (Lijkt ook op nativisme en rationalisme en de floating
man).
Interactief dualisme: het lichaam en de geest hebben verschillende soorten interacties met elkaar.
Elizabeth van Bohemen vroeg aan Descartes “maar hoe interacteren het materiële lichaam en de immateriële
geest dan met elkaar?”. Dit is via de pijnappelklier (epifyse). Hier ontmoeten de rationele ziel en het lichaam
elkaar, en zullen vanuit daar samenwerken.
Locke
Locke ging verder in op de mechanistische fysiologie (geest is passief).
Locke dacht dat de ziel (aangeboren ideeën) niet nodig is voor kennis. Alles kan volgens hem verklaard worden
door reflex denken (sensaties + reflecties = herinnering).
Sensaties: de input die je krijgt door je zintuigen.
Reflecties: dingen die in je gebeuren, combinaties van ervaringen die je hebt.
Locke was het niet volledig eens met Descartes op het vlak van aangeboren ideeën. Hij vond dat oneindigheid en
perfectie niet voorkomen in een onervaren of verzwakte geest.
Volgens Locke waren er 3 soorten kennis:
1. Intuïtief: ervaring van zaken zoals ze zijn (rood is rood).
2. Demonstratief: kennis die je kunt uitleggen, zoals wiskunde.
3. Sensitief: kennis die je krijgt via je ervaring met de buitenwereld, door bijv. observatie.
Naarmate je ouder wordt, is er een opbouw van simpele ideeën naar complexe ideeën:
Simpele ideeën: dit zijn de vroegste gewaarwordingen en reflecties, zoals de begrippen roodheid,
rondheid. Door herhaaldelijke ervaringen worden eenvoudige ideeën gecombineerd tot:
Complexe ideeën: rondheid, roodheid en zoetheid kunnen samen het complexe idee van een appel
opleveren.
Vriend Molyneux schetste het beeld van een blinde man die had geleerd een bal van een kubus te onderscheiden
door middel van tast. Toen de man plots weer visueel zicht kreeg, kon hij deze 2 voorwerpen niet uit elkaar
houden zonder ze aan te raken. Dit kwam overeen met de hypothese van Molyneux en Locke dat er pas nieuwe
complexe ideeën worden gecreëerd nadat ze verbonden zijn met de oude ideeën gebaseerd op de aanraking.
Op politiek gebied werd Locke geïnspireerd door Thomas Hobbes. Hobbes vond dat er een sociaal contract
nodig was, omdat mensen anders alleen hun eigenbelang zouden nastreven.
Spinoza bedacht het idee van pantheïsme -> het idee dat God geen onafhankelijk wezen is dat het universum
controleert, maar dat God het universum is. Dit was een inspiratie voor Leibniz’ monadologie.
Van Leeuwenhoek introduceerde Leibniz aan zijn ontwikkeling van de moderne microscoop. Hij gebruikte deze
om te laten zien dat een druppel vijverwater minuscule zwemmende micro-organismen bevat.
Locke introduceerde de associatie van ideeën om het met elkaar verbinden of combineren van ideeën te
verduidelijken. Dit bestond uit:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PsychoSummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.