Week 1
Criminologie is een maatschappelijk probleem omdat het veelvoorkomend (tegen personen,
goederen, overheid, samenleving en slachtofferloze criminaliteit), schadelijk (materiële schade (ook
kosten criminaliteitsbestrijding) en immateriële schade), een sociaal probleem (veel betrokken
actoren, maatschappelijke oorzaken, verschillende belangen bij aanpak en discussies) en een politiek
probleem (veiligheid is een collectief goed, staat hoog op de politieke agenda en basisfunctie van
overheid) is.
Criminaliteit is menselijk gedrag waarbij andere personen (dieren/milieu) worden uitgebuit of schade
toegebracht en dat sociale regels schendt, waarvan in rechtsnormen is aangegeven dat het niet mag en
waarvan de overheid de wetten ook handhaaft. In elke samenleving zijn er gedragingen die minder
gewenst worden gevonden, hier wordt onderscheid tussen drie vormen gemaakt. Gebruiken zijn
minder gewenst en hebben geen tot lichte sancties. Normen zijn niet gewenst en staan lichte (niet
wettelijke) sancties op. Rechtsnormen zijn niet gewenst en hier zitten wettelijke sancties aan vast.
Slecht gedrag (Mala in Se), wordt door iedereen gezien als slecht en is in (bijna) alle landen in het
WvSr opgenomen. Over verboden gedrag (Mala Prohibita) zijn verschillende ideeën, is niet in elk
WvSr opgenomen en ook niet in universele wetten.
Criminaliteit hangt af van de maatschappelijke (tijden veranderen) en technologische (technische
ontwikkelingen) context. Ook zijn we er niet altijd mee eens wat wel/niet mag, normen en waarden
van de samenleving zijn verschillend, dus een echt consensus model is er niet. Dit is opgelost met het
pluralisme model (politieke besluitvorming). Bij het conflict model zijn het de machthebbers die
bepalen (normen en belangen nastreven).
In de prehistorie was er sprake van geweldscriminaliteit (Meisje van Yden), de families regelden dit
onderling (schadevergoeding eisen). Ook bij de germanen was het een familieaangelegenheid,
herstellen van vrede gebeurde door eigenrichting (proportionele vergelding). Langzaam ontstond er
een verzoening naar het slachtoffer. Dit geldt ook voor de Friesen en Franken, pas na een klacht
komen rechters in actie. Aanpak van misdaad is een lokale aangelegenheid en wetten zijn vooral
lokale tarievenlijsten van boetes voor bepaalde delicten. Karel de Grote probeerde meer eenheid te
brengen, lukte niet. In de vroege Middeleeuwen begonnen in het West- en Zuid-Nederland mensen
rollen te krijgen wat betreft de opsporing, berechting en waarheidsvinding van criminaliteit.
Vanaf 1200 kwam het accusatoir strafrecht, waarin overheid zich ermee begon te bemoeien, maar
vooral scheidsrechter was. Langzaam ging dit over naar het inquisitoir strafrecht, waarin strafbare
feiten steeds meer gezien worden als aanslagen op de publieke rechtsorde. Door de staat angestelde
functionarissen doen de opsporing en berechting. Pas vanaf de 16e eeuw heeft het inquisitoir
strafrecht de accusatoire strafvervolging verdrongen. In de late middeleeuwen is in de grote steden
het inquisitoir strafrecht gebruikelijk, straffen zijn vaak gruwelijk. Ook was er een geestelijke
strafrecht, dit is gebaseerd op geschriften van kerkleiders.
Bij decriminalisering (heksenprocessen, zedenwetgeving, softdrugs, abortus en euthanasie) is er iets
niet strafbaar gesteld, wat er vroeger wel strafbaar gesteld was. Bij criminalisering
, (sodomieprocessen, slavernij, stakingen en opiumwet) wordt er iets strafbaar gesteld, wat voorheen
niet zo was.
Criminologie heeft een multidisciplinaire (maatschappijwetenschappen, gedragswetenschappen,
natuurwetenschappen en juridische wetenschappen) benadering en is een empirische wetenschap. Ook
heeft het verschillende sub-disciplines. Criminografie beschrijft de aard, omvang en ontwikkeling
van criminaliteit. Etiologie verklaar de criminaliteit. Penologie bestudeerd de informele reactie sop
criminaliteit. Victimologie bestudeerd slachtoffers van criminaliteit. Het PTOB-schema (empirische
cyclus) bevatten de grondregels voor empirisch onderzoek.
Week 2
Een van de veelgebruikte onderzoeksmethoden in de criminologie is het interviewen van personen.
Dit kan door semi- en ongestructureerde kleinschalige studies (diepte interviews, focusgroepen,
sleutelfiguren), life histories of gestructureerde grootschalige enquêtes (slachtofferenquêtes en
zelfrapportages). Longitudinaal onderzoek is een onderzoek met meerdere meetmomenten.
Slachtofferenquêtes zijn grootschalige onderzoeken waarbij een groep burgers op gestructureerde
wijze wordt gevraagd over slachtofferschap van criminaliteit, ervaringen, contact met actoren en
kenmerken. Om internationaal te vergelijken zijn enquêtes heel efficiënt, data en politie is namelijk in
elk land verschillend en dus lastig te vergelijken. Prevalentie gaat om hoeveel mensen er slachtoffer
geworden zijn, frequentie gaat om hoe vaak mensen slachtoffer zijn geworden. De uitslag van de
slachtofferenquêtes wordt vaak weergegeven in indexcijfers, zodat je goed kan vergelijken. Het
aantal slachtoffers neemt af, de samenleving wordt steeds veiliger. Het veiligheidsgevoel wordt iets
beter, maar loopt niet gelijk aan de veiligheid daadwerkelijk toeneemt.
Zelfrapportage-enquêtes zijn grootschalige onderzoeken waarbij een groep burgers op
gestructureerde wijze gevraagd wordt naar daderschap, ervaring en kenmerken.
Voordelen van interviews en enquêtes zijn dat het dark number (delicten die niet in officiële
registraties zijn opgenomen) duidelijk wordt. Je hebt geen last van verschillen in definities en
wetregelgeving. Ook worden gegevens bekend over de kenmerken van daders en slachtoffers en de
beleving van criminaliteit. Nadelen zijn dat de representativiteit niet altijd voldoende is. Ook zijn
antwoorden soms niet betrouwbaar of valide (verschillen in definities van delict, problemen met
herinneringen, schaamte of stoer doen of door de vraagformulering). Ook blijven bepaalde delicten
buiten zicht (slachtofferloze, weinig voorkomende of dodelijke delicten). Tenslotte is het veel moeite
om uit te voeren.
Ook zijn de registratiedata (statistieken van politie, OM-vervolging, rechtbank,
uitvoeringsorganisaties) een belangrijke bron voor criminaliteit (alles wat er door de staat is
geregistreerd). Voordelen hiervan zijn dat het representatief is (gaat om de gehele populatie), het is
makkelijk te verzamelen en is soms longitudinaal beschikbaar. Nadelen hiervan zijn het dark number
(alleen delicten zijn bekend die onder de aandacht van politie en justitie komen), filtering en selectie
werkt door in de cijfers, registraties focussen minder op daders en slachtoffers en verschillen in
definities en wetsystemen zorgen voor onvergelijkbaarheid.
Veelgebruikte overige unobtrusive onderzoeksmethoden zijn observaties, GPS-tracking, analyse
van internetgedrag en teksten (dossiers, beleidsstukken, (social) media). Experimenteel onderzoek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunadenboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.