Probleem 2
Leerdoelen
1. Wat zijn de gevolgen als je een overeenkomst sluit die in strijd is met het
recht?
2. Mag je aansprakelijkheid uitsluiten?
3. Hoe moeten bepalingen in een overeenkomst worden uitgelegd als daar
onduidelijkheid over is?
Gronden van nietigheid en vernietigbaarheid
Strijd met wet, openbare orde of goede zeden
Het beginsel contractsvrijheid heeft twee aspecten: (1) iedereen is vrij om zelf te
bepalen met wie hij een overeenkomst sluit. Als dit niet gaat door bijvoorbeeld
monopolisatie, kan dit worden gecorrigeerd met regeling van wilsgebreken. De
overheid mag haar bevoegdheid niet overschrijden wat betreft contracteren (art.
3:14 BW) en (2) iedereen is vrij om de inhoud te bepalen van de overeenkomst,
het negatieve aspect staat in art. 3:40 BW: het mag niet in strijd zijn met de wet,
goede zeden of openbare orde.
Het beginsel contractsvrijheid behoort bij het autonomiebeginsel: het individu
zoekt zelfstandig zijn persoonlijke, maatschappelijke en economische ontplooiing en
het recht erkent zijn gedane keuzes. Deze ontplooiing kan door alle
rechtshandelingen zijn.
De vrijheid van rechtshandelingen staat voorop, art. 3:40 BW verbiedt het maar in
drie gevallen. Als het in strijd is met de goede zeden of openbare orde is het nietig
(lid 1), als het in strijd is met de wet kan het nietig, vernietigbaar of geldig zijn (lid
2 en 3).
Deze categorieën zijn niet goed te onderscheiden. De 'openbare orde' is de strijd
met fundamentele beginselen van de rechtsorde of algemene belangen van
fundamentele aard. Er valt een parallel te trekken met de categorieën van art.
6:162 lid 2 BW, die ook naast elkaar van toepassing zijn.
Artikel 3:40 BW is erg ingewikkeld, maar is bedoeld om de rechter alle ruimte te
geven voor het vinden van een zo rechtvaardig mogelijke beslissing in het concrete
geval. Daarbij dient hij de strekking van de regeling in art. 3:40 BW als leidraad te
nemen, namelijk het terughoudende toepassen van de voor de praktijk ingrijpende
nietigheidssanctie en het beperken van de gevolgen ervan.
Strijd met de wet (lid 2)
Een wettelijk verbod kan op verschillende dingen betrekking hebben
1. Het sluiten van de overeenkomst als zodanig is bij wet verboden (het
verrichten van de rechtshandeling)
2. De prestaties waartoe partijen zich verplichten zijn verboden (de inhoud van
de rechtshandeling)
, 3. De voor beide partijen kenbare voorzienbare gevolgen en motieven zijn
verboden (de strekking van de rechtshandeling)
Bij de categorie 'strijd met de wet' is onderscheid tussen het verrichten, de inhoud
en de strekking van de rechtshandeling bepalend voor de toepasselijkheid van lid 2
of lid 1 van art. 3:40 BW. Lid 2 is namelijk alleen van toepassing indien de wet het
verrichten van een rechtshandeling verbiedt. Als de wettelijke bepaling betrekking
heeft op de inhoud of strekking van de rechtshandeling, dan moet lid 1 gebruikt
worden (art. 3:40 lid 1 BW).
Om te kunnen vaststellen of een rechtshandeling een geoorloofde inhoud heeft,
moet de inhoud bepaalbaar zijn. Art. 6:227 BW regelt dat de verbintenissen die
partijen op zich nemen bepaalbaar moeten zijn.
Lid 1 kent als sanctie alleen nietigheid, terwijl bij lid 2 ook vernietigbaarheid
mogelijk is. Hierdoor kijkt men niet naar de volgorde van de wet, maar eerst naar
de rechtshandelingen in strijd met de wet en daarna die in strijd zijn met de goede
zeden of openbare orde.
Het toepassingsgebied van art. 3:40 lid 2 en 3 BW is om twee redenen beperkt
1. In de eerste plaats is dit het geval omdat de wet zelf een rechtshandeling
met zoveel woorden kan verbieden en daaraan een sanctie kan verbinden.
De sanctie van art. 3:40 BW is dan niet nodig, omdat zij rechtstreek uit de
wettelijke verbodsbepaling zelf volgt.
2. Voor de toepasselijkheid van art. 3:40 lid 2 BW is namelijk vereist dat het
verbod in een wet in formele zin staat, van dwingend recht is en het
verrichten van de rechtshandeling verbiedt. Daarnaast bepaalt lid 3 dat de
toepasselijke wetbepaling moet strekken tot aantasting van de geldigheid
van de daarmee strijdige rechtshandeling.
Is aan één van deze vereisten niet voldaan, dan is geen sprake van nietigheid of
vernietigbaarheid op grond van art. 3:40 lid 2 of 3 BW. Dit sluit echter niet uit dat
de rechtshandeling nietig is op grond van strijd met de openbare orde of de goede
zeden.
Wet in formele zin: Bij het begrip ‘dwingende wetsbepaling’ in art. 3:40
lid 2 BW kan worden gedacht aan:
o Een bepaling in een wet in formele zin, dat wil zeggen een wet die in
gemeen overleg tussen Regering en Staten-Generaal tot stand is
gekomen en in werking is getreden.
o Een bepaling in een door het parlement goedgekeurd verdrag of
besluit van een volkenrechtelijke organisatie
o Een bepaling in een Verordening van de EU: een Verordening wordt
niet geïmplementeerd in het nationale recht maar is rechtstreeks
toepasselijk in elke lidstaat
o Een bepaling in een verordening van een lagere wetgever indien de
bevoegdheid tot het maken van een dwingende wetbepaling
uitdrukkelijk aan de lagere wetgever is gedelegeerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lianmewe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.