Het vak inkoop en recht bevat 2 toetsen; inkoop en recht. Hierbij de samenvatting van het vak inkoop. Je kunt ook de samenvatting voor inkoop en recht in een voordeelbundel kopen.
Samenvatting Inkoop
Hoofdstuk 1
1.1 Begripsbepaling inkoop
Kopen: aanschaffen van producten, zoals ieder voor zich dat regelmatig doet.
Inkopen: professionele inkoop voor een organisatie. Moet gestructureerd en beleidsmatig
plaatsvinden. Er wordt geredeneerd vanuit de organisatiecontext. Moet ertoe bijdragen dat de
organisatie ten minste overeind blijft, maar in geval van een onderneming liever winst maken. Moet
passen in organisatiestrategie en moet rekening houden met veranderingen in de nabije en verre
toekomst. Het begrip inkoop kun je op verschillende manieren opvatten:
1. Als de aanschaf zelf
2. Als functioneel gebied van een organisatie
3. Als afdeling
Inkoper: degene die de aanschaf doet.
Inkoopafdeling: de afdeling binnen de organisatie die is aangewezen om aankopen te organiseren.
Inkoop is steeds belangrijker geworden, in de jaren 90 was het niet zo belangrijk. Eisen inkoop:
Moet ertoe bijdragen de kwetsbaarheid van de onderneming ten opzichte van leveranciers,
concurrenten en afnemers op de lange termijn te minimaliseren.
Moet actief participeren in het vinden van leveranciers die in staat zijn om mee te denken
over toekomstige technologische ontwikkelingen.
Moet er zorg voor dragen dat leveranciers meerwaarde opleveren voor de organisatie.
Inkoop: alles waar een externe factuur tegenover staat.
Tegenwoordig bestaat inkoop niet meer alleen uit het concreet aanschaffen van goederen en
diensten, organisaties bekijken inkoop vanuit de gehele bedrijfsvoering. Organisatie verlangt dat de
inkoper bijdraagt aan de strategie en de winstgevendheid op lange termijn. Het gaat niet meer puur
om de laagste kosten op het moment van inkopen, maar om de bijdrage aan het realiseren van de
beste concurrentiepositie op de markt. Niet alleen gericht op het primaire proces, maar ook op
ondersteunend proces.
Inkoop moet een duidelijk beeld hebben wat de plaats is van de eigen organisatie in de keten, en hoe
die keten vóór en na haar georganiseerd is.
Strategisch: het vertalen van de organisatiestrategie naar een inkoopstrategie.
Tactisch: het beheersen van een bestand van leveranciers.
Operationeel: het inkopen zelf.
Organisatiestrategie; missie en strategie, wordt vastgelegd welke markten men denkt te bedienen,
met welke producten of diensten. Moet worden gevormd naar een inkoopstrategie; aspecten zoals
(toegevoegde) waarde, bedrijfsrisico en kosten komen naar voren.
Verkoop en inkoop hebben het volgende met elkaar gemeen:
Je kunt alleen datgene verkopen wat je als organisatie zelf produceert of wat je
doorverkoopt, hiervoor is inkoop noodzakelijk.
Inkopers van de ene organisatie zijn klanten van een verkoopafdeling van de andere
organisatie: de leverancier. Nuttig voor verkopers om ontwikkeling van de vraag van de
inkopers in de gaten te houden en trends op tijd te kunnen herkennen.
Zowel inkoop als verkoop moeten de externe markt goed in de gaten houden. De
ontwikkelingen van het aanbod beïnvloeden in grote mate de speelruimte van de inkoper.
,1.3 De (noodzakelijke) meerwaarde van inkoop
Perfect fit: de mate waarin de positionering van een organisatie past op de door haar gekozen markt.
Porter onderscheidt drie strategieën die een onderneming kan volgen, inkoop speelt bij allemaal rol:
1. Kostenleiderschap: bedrijven willen de goedkoopste zijn in de gekozen doelmarkt. Uitdaging
voor inkoop is ervoor te zorgen dat de kostprijs zo laag mogelijk blijft.
2. Differentiatiestrategie: proberen je te onderscheiden van alle andere organisatie in de markt.
Dit kan gedaan worden door een bijzondere kwaliteit of een speciale service te leveren die
de koper extra waardeert en waar deze extra voor wil betalen. Een organisatie zal een
bovengemiddelde prestatie moeten leveren in de bedrijfstak.
3. Focusstrategie: inspelen op verlangen van een specifieke doelgroep
a. Kostenfocus: organisatie richt zich op een klein segment en probeert marktaandeel
te veroveren door tegen lage kosten te produceren.
b. Differentiatiefocus: unieke positie voor een bijzonder marktsegment, waarbij het
gaat om kwaliteit of imago.
Soms wel kleine overstappen tussen strategieën.
Inkoopomzet
Inkoopaandeel= x 100 %
Totale omzet
Dienstverlenende instellingen -> 20-30%
Productieondernemingen -> 50-70%
Handelsorganisaties -> 60-90%
Hoe hoger, des te belangrijker de inkoop.
Category manager: een en dezelfde manager handelt zowel inkoop als verkoop af. Bij
handelsorganisatie vaak.
Inkoopkosten: alle kosten die een inkoopfunctie met zich meebrengt, onder andere kosten van:
Personeel van de inkoopafdeling
Werkplek, inclusief automatisering en faciliteiten van de inkopers
Inkoopsoftware
Leveranciersbeheer
Leveranciersbezoek
Beursbezoek
Inkoopmarktonderzoek
Het opvragen en beoordelen van offertes
MRP-pakket: material requirement planning, gebruiken productieplanners. Er wordt een
boodschappenlijst gegenereerd waaraan de inkoper zich moet houden (Bill of Material -> BOM).
Belangrijkste taak is betreffende item tegen zo laag mogelijke kosten en met zo min mogelijk
problemen binnen te halen, onder de randvoorwaarden die de afdeling Productie stelt.
Moderne inkoper moet al bij ontwerpfase betrokken worden, zodat hij volgende problemen niet
tegenkomt:
Het in te kopen product blijft tegen het einde van zijn levenscyclus te lopen.
Leverancier is gevestigd in een gebied waar de handel bedreigd wordt door politieke of
militaire veranderingen.
Men blijft leveranciers in de arm te moeten nemen waarmee men eerder negatieve
ervaringen heeft gehad.
Men blijft uit te moeten komen bij leveranciers die het strategische beleid m.b.t. leveranciers
en producten doorkruisen.
, 1.5 Inkoop in ontwikkeling
Trends in inkoop
1. De inkoper heeft steeds meer vaardigheden nodig: veranderingen in omgeving organisaties
(bv. outsouring), meer aandacht voor duurzaamheid en meer langetermijnleveranciers-
relaties, hebben invloed op de strategische rol van inkoop, de inrichting van de
inkoopprocessen en het competentieprofiel van de inkoper.
2. E-business wordt steeds belangrijker: inkoper moet een gedifferentieerde aanpak kiezen:
voor sommige inkooppakketten zijn e-business en een puur commerciële insteek goed. Voor
andere inkooppakketten gaat het om meer aspecten: naast kosten bv. ook duurzaamheid en
inkoopethiek. Dan ligt e-businessoplossing niet voor de hand.
3. De inkoopfunctie wordt strategischer: in toekomst fors minder operationele inkopers of
bestsellers nodig. Routine-inkopen worden steeds meer door de computer gedaan. Ook
worden niet-kernactiviteiten uitbesteed. Kleine groep meer strategische inkopers nodig die
goed invulling kunnen geven aan de meer langetermijn- en intensievere leveranciersrelaties.
4. De inkooporganisatie wordt meer hybride: tijd van duidelijke keuze tussen centrale of een
decentrale inkooporganisatie is voorbij. Wordt veel vaker gekozen om afhankelijk van de
‘inkoopvolwassenheid’ van de onderdelen van een organisatie en de ‘mate van
overeenkomst’ een keuze te maken voor de inrichting van de inkooporganisatie.
5. Teamwork wordt steeds belangrijker in inkoop: inkoopprofessionals moeten goed kunnen
samenwerken. Inkoper die alleen verantwoordelijk is wordt zeldzaam. Steeds meer
samenwerking in cross-functionele teams, waarin medewerkers vanuit verschillende functies
uit de organisatie samen besluiten nemen over het inkoopproces. Andere leden dan de
inkoper spelen ook belangrijke rol, bv. projectmanagement, omgaan met verschillende
stakeholders en analyseren van ‘through-life costs’.
6. Inkoop in de publieke sector wordt strategischer: publieke sector erkent dat inkoop een
strategische rol kan spelen. Niet alleen als het gaat om het reduceren van kosten, maar ook
als het gaat om het realiseren van overheidsdoelstellingen.
Hoofdstuk 2
2.2 Dienstverleners
Relaties tussen inkoop bij bedrijven in de dienstensector en leveranciers is net zo langdurig als bij
productiebedrijven. De aard van de dienstverlening maakt vaak wel een specialistische leverancier
noodzakelijk. Bv. in een ziekenhuis, producten van topkwaliteit nodig. In dienstensector wel inkoop
nodig, bv. bank vreemde valuta en verzekering zal polissen inkopen.
Er is veel aandacht voor inkoop door zorginstellingen -> ziekenhuizen, woonzorgcentra en
verpleeghuizen.
Cure: genezen patiënten staat centraal.
Care: verpleging, begeleiding en verzorging.
Budgetfinanciering: sinds 1983 in de zorg, er wordt meer aandacht besteed aan kostenbeheersing en
doelmatigheid. Voor die tijd regelde inkoop meer de administratieve afhandeling van een aanschaf,
maar vanaf dit moment neemt inkoop steeds meer ook een commerciële positie in. Ook neemt
computer veel handelingen over.
Zorginstellingen fuseren zodat ze groter zijn en van schaalvoordelen kunnen profiteren. Een deel van
de kosten betreft inkoop, inkoopaandeel verschilt per instelling. In ‘cure’ inkoopaandeel 40%, bij
‘care’ 15-20%. Belangrijk reden -> dure medicijnen die niet door zorgverzekeraar worden vergoed.
Ook door innovatie zal het inkoopaandeel stijgen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller devalkinge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.93. You're not tied to anything after your purchase.