Maes Chelsea 2V Innoveren en inventief handelen ETHIEK
Een eerste oriëntering
Examenvraag: Casus, pas 1 vd 3 ethische denkkaders toe
Om over het goede (in tegenstelling tot het kwade) te spreken, worden meestal bijvoeglijke
naamwoorden en zelfstandige naamwoorden gebruikt die afkomstig zijn van 3 wortels, met name:
'Zeden', 'zedelijk' en 'zedelijkheid' hebben Germaanse wortels
'Moraal', 'moreel' en 'moraliteit' hebben Latijnse wortels
'Ethos', 'ethisch' en 'ethiek' stammen uit het Grieks
(ethos/moraal/zeden (= beschrijvend) : de geldende normen in de maatschappij (bv wederzijds
respect, leeftijd, vrije meningsuiting … )
(Ethiek (=normatief) : regels opleggen om te bepalen wat goed is om te doen)
De adjectieven (bijvoeglijk naamwoord) 'zedelijk', 'moreel' en 'ethisch' worden in de praktijk meestal
door elkaar gebruikt en betekenen dan ook in grote lijnen hetzelfde. Het verwijst naar de kwalificatie
van de handeling die iemand stelt (vb een ethische beslissing, een morele uitspraak,...). Als de
kwalificatie van de handeling ‘goed’ is, worden de termen ‘zedelijk’, ‘moreel’ en ‘ethisch’ gebruikt.
Wanneer de handeling als kwaad wordt beschouwd, worden de termen ‘onzedelijk’, ‘immoreel’ en
‘onethisch’ gebruikt. (Wanneer de handeling buiten het morele domein valt, spreken we van een
‘amorele’ handeling – zie menselijke handelingen).
De zelfstandige naamwoorden kunnen echter niet als synoniem gebruikt worden: 'Zeden', 'moraal'
en 'ethos' hebben een beschrijvende betekenis. Het gaat over de beschrijving van de heersende
zeden en gebruiken (vb de zeden/moraal van de soldaten, het ethos van zorgverleners).
'Zedelijkheid', 'moraliteit', 'ethiek' hebben een evaluatieve, normatieve betekenis. Zedelijkheid en
moraliteit houden een kwalificatie in zich en zijn dus niet louter beschrijvend. Ethiek is de discipline
die kritisch reflecteert over moraal en moraliteit. Ethiek is praktische filosofie die handelt over wat
goed en kwaad is. De discipline van wijsbegeerte die zich verwondert over het onderscheid tussen
'zijn' en 'moeten zijn'
Ethiek als praktische wijsbegeerte
We voelen vaak intuïtief aan of we een handeling als moreel/immoreel kwalificeren. Voornamelijk bij
handelingen die buiten het „normale‟ vallen hebben we een duidelijke mening. Een persoon, die op
risico van zijn eigen leven, tot viermaal toe een brandend huis inloopt om zoveel mogelijk mensen te
redden, kan rekenen op morele bewondering. Als we beelden zien van meisjes die gered worden uit
een kelder, kan onze morele verontwaardiging naar de dader toe niet groter zijn. Deze morele
bewondering of verontwaardiging is vaak spontaan.
Ethiek is de discipline bij uitstek waarin de nood aan reflexiviteit en rationele afweging met
betrekking tot moraal tot uiting komt. Deze praktische wijsbegeerte wil (onze omgang met) de
werkelijkheid verbeteren. Ze onderzoekt kritisch ‘hoe de werkelijkheid zou moeten zijn’, dit in
tegenstelling tot het onderzoek naar ‘hoe de werkelijkheid is’ (theoretische filosofie). De ethiek
bestudeert de mens dus niet zoals hij is, maar zoals hij zou moeten zijn.
Ethiek kan verder opgedeeld worden in:
1
,Maes Chelsea 2V Innoveren en inventief handelen ETHIEK
-Descriptieve ethiek (of moraalwetenschappen): beschrijft wat mensen denken te moeten doen en
onderzoekt wetenschappelijk de reden van een gegeven en beschreven (historische of actuele)
moraal. In de zoektocht naar deze verklaring verbindt deze ethicus de beschrijving van de zeden met
andere ideeën uit vb psychologie, sociologie, criminologie enzovoort. In principe beschrijft deze
ethiek enkel en geeft ze geen evaluatie van de beschreven morele systemen.
(moraalwetenschappen)
-Normatieve ethiek (of moraalfilosofie): gaat op zoek naar de legitimering van de morele normen.
Het biedt een redelijk antwoord op de vraag waarom je vb niet mag liegen.
-Algemene (normatieve) ethiek: hier wordt er gezocht naar algemene principes en
fundamentele grondslagen voor het menselijke handelen. (grote ethische denkkader:
deugdenethiek, plichtsethiek, consequentialisme)
-Bijzondere (normatieve) ethiek: tracht algemene principes in verband te brengen met
bijzondere situaties. Vb medische ethiek.
-Meta-ethiek: analyseert de taal van de normatieve ethiek (vb wat betekent de term ‘deugd’, ‘goed’,
…
-Zorgethiek = autonomie in verbondenheid (=bijzondere ethiek)
-Principe-ethiek = Rechtvaardigheid, weldoen, niet schaden, autonomie (je moet iemands keuze
respecteren, maar tegelijk weldoen en niet schaden en rechtvaardig zijn) (=bijzondere ethiek)
(Bv bij pt met kanker wil je weldoen door chemo toe te dienen, maar chemo berokkent dan weer
schade. Je moet dus meer goed dan kwaad doen. Doe je meer kwaad dan heet dit therapeutisch
hardnekkig => conflict) (Autonomie wordt bijna altijd den dele gestuurd van de omgeving/anderen.
Zo beslis je niet alleen om op reis te gaan bv. Pt die acuut psychotisch is heeft bv ook nog de
mogelijkheid om autonomie te hebben. Neem niet te snel autonomie over.) (Rechtvaardigheid:
Beperkte middelen (te weinig personeel, transplantorganen), rechtvaardigheid wil zeggen dat
wanneer je een claim op iets kan toeplakken het je dit ook toekomt)
Menselijke handelingen en het morele domein
Waarom menselijk en niet dierlijk? Omdat wij kunnen reflecteren over ons handelen, omdat wij
communiceren met elkaar via abstracte taal. Dierlijke wereld wordt dus als amoreel beschouwt, dit
betekent dat het niets te maken heeft met ethiek. Dieren gaan in op hun instincten, mensen hebben
een keuze.
Het morele domein bevindt zich binnen het domein van handelen. In de normatieve ethiek worden
er redelijke antwoorden geboden op de vragen naar wat het goede is om te doen en hoe we dit
kunnen bepalen. Dit onderzoek speelt zich af binnen het menselijk praktische domein. De ons
omringende natuur (waaronder de dieren) wordt immers (meestal) beschouwd als een amorele
werkelijkheid. Dit betekent dat de natuur (en dieren) op zich niets ‘goed’, noch ‘kwaad’ kan doen. Ter
illustratie zal ik mijn Franse Bulldog, Hobbes genaamd, aanhalen.
Toen Hobbes nog een klein, ongelooflijk schattig pupje was, had ze de gewoonte om tijdens mijn
afwezigheid zich bezig te houden met het vernielen van mijn spullen. Met als hoogtepunt mijn
thuiskomst bij een volledig kapot gebeten zetel en een vermoeide zwart witte pup. Gegeven het feit
dat Hobbes een dier is, moet ik ervan uitgaan dat Hobbes op dat moment noch ‘goed’, noch ‘kwaad’
handelde. Ze handelde enkel en alleen op basis van haar driften en instincten, en verlatingsangst was
bij haar de eerste maanden duidelijk een grote drijfveer. Binnen haar domein van dierlijk handelen, is
2
, Maes Chelsea 2V Innoveren en inventief handelen ETHIEK
ethiek geen keuze. Hobbes wordt immers volledig bepaald door driften en instincten en heeft als
dusdanig geen vrije keuze een andere handeling te stellen. Mocht binnen dit voorbeeld niet Hobbes
de bulldog, maar mijn lief dit gedrag stellen, zouden we wel over (on)ethisch gedrag spreken. Hij
wordt immers wel geacht om te kunnen kiezen mijn zetel niet te vernielen, zelfs op momenten dat
hij me mist.
Dat het morele/immorele zich binnen het domein van de menselijke handelingen bevindt, wil echter
niet zeggen dat alle menselijke handelingen een morele dimensie hebben. Op zich bevinden
meerdere menselijke handelingen zich in de amoraliteit, het domein waar het (im)morele niet van
toepassing is, waar er geen verwijzing bestaat naar het ‘goede’ of ‘kwade’. Er kan gedacht worden
aan in de ochtend je veters knopen, een bruine boterham eten als middagmaal enzovoort. Hoewel
deze handelingen op zich een amoreel karakter hebben, kunnen ze binnen een andere context wel
een moreel karakter krijgen. Zo kan je bij voorbeeld denken bij de ‘veters knopen’ dat je de veters
van jouw buur aan elkaar knoopt zodat deze valt als hij rechtstaat.
Om een onderscheid te kunnen maken tussen het (im)morele enerzijds en het amorele anderzijds,
bestaan er een drietal criteria. (!)
1.Verantwoordelijkheid:
Kenmerkend voor morele handelingen is dat we er ons altijd in een persoonlijke zin verantwoordelijk
voor weten. Dit tegenover bij voorbeeld mechanistische handelingen (oorzaak-gevolg handelingen
zoals ik eet omdat ik honger heb) of geconditioneerde handelingen. (Je moet je ten allen tijden
verantwoordelijk achten voor je handeling. Bv wanneer je honger hebt en moet eten, dan is dit niet
jouw verantwoordelijkheid. Je bent dan wel verantwoordelijk voor wat je eet. BV vegan zijn is een
zeer ethisch gekleurde keuze)
2.Onvoorwaardelijkheid:
“Stel dat ik kan tennissen, en iemand onder u ziet mij spelen en zegt: „nou, u speelt behoorlijk
slecht‟, en stel dat ik antwoord: „ik weet het, ik speel slecht, maar ik wil ook niet beter spelen‟, dan
zou de ander alleen maar kunnen zeggen: „O, dan is het in orde‟. Maar stel dat ik een van u een
absurde leugen heb verteld, en hij komt naar me toe en zegt: „U gedraagt u als een beest‟, en dat ik
zeg: „Ik weet dat ik me slecht gedraag, maar ik wil me ook niet beter gedragen‟, kan hij dan zeggen:
„O, dan is het in orde‟? Zeker niet; hij zou zeggen: „Nou, u behoort u beter te gedragen‟. Hier hebt u
een absoluut waardeoordeel, terwijl het eerste geval een relatief oordeel betrof.” (Wittgenstein, een
voordracht over ethiek)
Het eerste geval, met name het slecht tennissen, is het slecht tennissen enkel problematisch binnen
de voorwaarde (de context) van het tennissen. In het tweede geval, met name het liegen, is het
liegen problematisch niet omdat het gebonden is aan voorwaarde (de context van het liegen) maar is
het problematisch binnen alle voorwaarden (contexten).
Het is pas erg dat je liegt over het goed kunnen tennissen wanneer je ook effectief gaat tennissen
(voorwaardelijk, tennis telt enkel op het tennisveld). Bij ethiek maakt dit niet uit, liegen blijft hier
altijd problematisch (dit is onvoorwaardelijk, altijd problematisch).
3.Totaliteit:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chelseamaes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.