100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Verbintenissenrecht $9.23   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Verbintenissenrecht

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcolleges Verbintenissenrecht

Preview 4 out of 34  pages

  • September 26, 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Schelhaas
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges 2022

Hoorcollege 1
Jetblast-arrest: airport ligt direct naast het strand. Mevrouw Hartman hing
ook aan het hek, maar ze wordt door de lucht geblazen. Gevolg is
verwondingen, shock en immateriële schade. Ze klaagt de luchthaven aan,
want niet genoeg gewaarschuwd. Er staat wel een bord, maar niet goed
genoeg. Luchthaven zegt dat het ongeluk buiten de luchthaven is gebeurd.
Dat is geen goed argument. Vervolgens kwam er een ander bord met heel
concreet wat er kan gebeuren. In 2017 komt een toerist om door een
vliegtuig. Volgens toeristen zijn er wel genoeg borden, maar veranderen ze
niet het gedrag. Je moet als luchthaven dus nog meer doen.

Bij reizen in coronatijd is er gewoon sprake van ontbinding. Dus geld terug.

Olympische spelen en corona: veel corona door de vluchten met KLM.
Volgens Chef de Mission was er geen causaal verband tussen vlucht en
besmettingen. Dit kunnen we nooit bewijzen.

Aansprakelijkheid voor inentingen? Wat als er bijwerkingen zijn? Je kan
farmaceut aanspreken, maar die zegt kijkt maar op bijsluiter.

Scarlett Johansson heeft Disney aangeklaagd omdat de film niet eerst in
bioscoop werd gedraaid. Tekortkoming in de nakoming? Toerekenbaar?
Corona, dus niet verwijtbaar.

Verbintenissen sluit aan op goederen- en insolventierecht.

Verbintenis: met iemand verbonden zijn tot iets verplicht zijn. Daar staat
tegenover: jegens iemand recht op iets hebben. Dat is een vorderings- en
vermogensrecht (art. 3:6). Hoe raak je verbonden? Artikel 6:1 BW.
Verbintenissen vloeien voort uit de wet. Ze hoeven dus niet met zoveel
woorden in de wet te staan. Hoe raak je verbonden (art. 6:1)?
- Door zelf een verbintenis aan te gaan (rechtshandeling, art. 3:33 e.v.,
overeenkomst, art. 6:213 e.v.). Dit is bijvoorbeeld het geval als je een
ketting koopt. Bij aanbod en aanvaarding is er sprake van een
overeenkomst.
- Doordat de wet aan handelen of situatie een verbintenis verbindt (art.
6:162, 198, 203, 212). In dat geval heb je geen rechtsgevolg op het
oog, maar je wilt iemand bijvoorbeeld gewoon slaan. De wet zegt
bijvoorbeeld dat je schadevergoeding moet betalen door een
onrechtmatige daad. In artikel 6:198 gaat het om zaakwaarneming. De
wet zegt dan dat de kosten als schadevergoeding kunnen worden
verhaald. Artikel 6:212 is onrechtvaardige verrijking. Je bouwt jouw
schuur bijvoorbeeld te ver uit op het terrein van de buurvrouw. Dit kan

, tot gevolg hebben dat zij eigenaar wordt van de schuurt. Je kan dan
kostenvergoeding vragen aan de buurvrouw.
Verbintenissen vloeien voort uit de wet. Er zijn ook verbintenissen die niet in
de wet staan, maar letterlijk voortvloeien.

Wet gaat van algemeen naar bijzonder. Je moet vaak beginnen bij boek 3.
Boek 1 gaat over personen en handelingsbekwaamheid. Boek 3 gaat over
vermogensrecht en boek 6 over verbintenissen. Ten slotte gaat boek 7 over
consumentenkoop.

Casus iPhone
Meisje van 11 heeft IPhone vast, maar de IPhone ontploft. Het gaat om boek
1, want minderjarig. Ze mag geen rechtshandelingen verrichten. Boek 3:
overeenkomst door aanbod en aanvaarding. In boek 3 staan algemene
bepalingen. In boek 6 staan de regels over overeenkomsten. Het gaat ook
over consumentenkoop, artikel 7:5.

Effectenlease: precontractuele informatie-/waarschuwingsplichten
Jaren 80 en 90, gaat goed met aandelenkoersen. Banken merken dat
consumenten niet echt beleggen. Banken willen spaargeld op de markt
zetten. Er zijn producten voor bedacht namelijk Koersextra, Hefboomeffect
en Sprintplan. Ze komen allemaal op hetzelfde neer. Beleggen met geleend
geld. Wat gebeurde er? Met een bepaald bedrag werd er aandelenportefeuille
gekocht met geleend geld. Bank verstrekt lening, lening wordt ingezet om
aandelen te kopen. Consumenten moesten maandelijks nog wat betalen. Het
idee was dat aandelenkoersen zouden stijgen waardoor je winsten kon
maken. Koersen daalden. Einde looptijd: consument moet bijbetalen en heeft
al rente en aflossing betaald. Het ging om 200.000 consumenten, met grote
restschulden. Ze kunnen niet terugbetalen en gaan met elkaar procederen
tegen Dexia, Levob en Aegon. Banken willen schikken met collectief. Je kan
namens collectief van consumenten handelen en schikking algemeen
verbindend verklaren. Duisenberg heeft er een goede schikking uitgehaald
(art. 7:907). Consumenten konden ook kiezen voor opt out, dan ben je niet
gebonden aan schikking en kan je zelf procederen (art. 7:908). Ruim 24.000
consumenten gingen door met procederen. Verschillende routes:
1. Strijd met de wet (Besluit Toezicht Effectenverkeer, of Wet op het
Consumentenkrediet): op grond van artikel 3:40 nietig. Gevolg:
terugwerkende kracht (art. 3:53) en dus terugvordering o.g.v. artikel
6:203 (onverschuldigde betaling). Alles of niets. Speelde in
verschillende procedures geen rol meer: transactie voel niet onder een
van deze regelingen. Deze route kon niet worden volbracht.
2. Dwalingen (6:228): vernietiging overeenkomst. Alles of niets (tenzij
aanpassing ex. art. 6:230). Strijd tussen informatie- en
mededelingsplicht. Banken zeiden we hebben veel brochures verschaft
etc. Dit klopt maar het ging om consumenten die niet gewend zijn
kleine letters te lezen. Het gaat om dwaling t.a.v. restschuldrisico en de

, ongeschiktheid van het product gezien de financiële positie van de
consument (art. 6:228). Consument: de aanbieders hadden meer
informatie moeten verschaffen over de lening, koersrisico’s en
restschuld. HR: koper/consument kon uit de documenten afleiden dat
het ging om i) lening ii) belegging, iii) terugbetalingsplicht ook bij
koersverlies. Van koper/consument mochten redelijke inspanningen
worden gevergd om een en ander te begrijpen. Daarom geen
mededelingsplicht t.a.v. karakter van lening, koersrisico’s en restschuld
i.h.k.v. dwaling een beroep op dwaling faalt, want je wist dat er risico
was door de aangeboden stukken. Onderzoeksplicht voor consument.
3. Misleidende reclame (toen art. 6:194 en nu 193a): schadevergoeding.
Is de gemiddelde consument misleid? Wat een gemiddelde consument
is, kan je over twisten. HR: van een gemiddelde geïnformeerde gewone
consument mag in ieder geval verwacht worden dat hij weet dat
effecten niet alleen in waarde kunnen stijgen, maar ook in waarde
kunnen dalen, en van een omzichtige en oplettende consument mag
worden verwacht dat hij zich vooraf redelijke inspanningen getroost om
de betekenis van de overeenkomst en de daaruit voortvloeiende
verplichtingen en risico’s te doorgronden, en dat hij de in de brochures
opgenomen aanprijzingen, loftuitingen en voorbeelden met prudentie
beschouwt. Er is geen sprake van misleidende reclame.
4. Schending bijzondere zorgplicht uit de r&b. gevolg: schadevergoeding.
Tussenoplossing mogelijk via 6:98, 101 of 109. De HR zegt dat op de
bank een bijzondere zorgplicht rust. Particulieren moeten worden
beschermd. Wat houdt de zorgplicht in? Het gaat om twee dingen: het
waarschuwen voor de risico’s en checken of de consument wel
voldoende weet en draagkrachtig is. De bijzondere zorgplicht volgt uit
R&B, in aanmerking genomen de maatschappelijke functie en de
deskundigheid van de aanbieder. De reikwijdte van de zorgplicht is
afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Welke
omstandigheden? HR zegt dat de bank wel moet waarschuwen voor
risico’s en de bank had moeten checken of de consument genoeg
inkomen had. De banken hadden moeten adviseren om het niet te
doen als bleek dat de consumenten te weinig geld hadden. Gevolg van
de schending van zorgplicht is schadevergoeding (6:162). Het is een
onrechtmatige daad als jij de plicht niet naleeft. Als je onrechtmatig
handelt, is er een schadevergoedingsplicht. Daarvoor moet worden
bewezen: condicio sine qua non-verband tussen normschending en
schade. De banken hadden als verweer: de consument had alsnog het
product afgenomen als ik had gewaarschuwd. Hoe ga je bewijzen? HR
zegt hierop: Als jouw draagkracht te laag was, ga ik ervan uit dat je het
product niet had afgenomen als je goed was gewaarschuwd. Dus HR
veronderstelt dat er sprake is van c.s.q.n. Als de draagkracht
voldoende was, moet de aanbieder voldoende gemotiveerd zeggen
waarom de consument wel de overeenkomst is aangegaan. De HR
maakt dus een onderscheid tussen rijke en arme consumenten. Dit is

, namelijk van belang voor het gedrag van de consumenten. Als er
c.s.q.n. is dan: aangaan overeenkomst is toe te rekenen (6:98) dus ook
restschuld, rent en betaalde aflossing. Dus in principe alle schade. De
HR zegt dat je bij schadevergoeding, de schade kan verdelen. Art.
6:101: bij eigen schuld wordt de schadevergoeding verminderd. De
consumenten hadden in deze casus ook een deel eigen schuld.

Hoe stellen we de eigen schuld vast? Het hof zegt dat de eigen schuld 40% is
en de rest moet de bank betalen. De HR heeft daar een variant op. Als
uitgangspunt kan worden gehanteerd dat alle kosten en schadekosten
binnen de eigen schuld vallen. Wat zijn de percentages? Je moet twee
soorten schadeposten onderscheiden volgens de HR, namelijk de restschuld
(40% eigen schuld) en de rente + aflossing (afhankelijk van bestedingsruimte
consument). De HR maakt dus allemaal differentiaties.

Gevolg schending bijzondere zorgplicht
HR (Levob r.o.v. 4.7.4): schadevergoeding (6:162)
Daarvoor moet worden bewezen: condicio sine qua non-verband tussen
normschending en schade. Hier is geen sprake van. Banken zeiden dat ze
heel indringend konden waarschuwen, maar de consument had het alsnog
gedaan omdat ze graag geld wilde verdienen. Consument moet nu bewijzen
dat als hij goede info had gehad, hij niet de lening aan was gegaan.

HR: helpt de consument Er moet onderscheid worden gemaakt tussen 2
typen consumenten.
- Draagkracht consument te laag (arme consument): c.s.q.n.
verondersteld. Consument had het niet afgenomen als hij voldoende
geïnformeerd was en er voldoende onderzoek was gedaan naar zijn
draagkracht.
- Draagkracht voldoende: verweer aanbieder moet goed onderbouwd
zijn, anders wordt c.s.q.n. verondersteld. Er moeten concrete
omstandigheden van het geval worden aangevoerd. Meer bewijslast
voor de bank (best wel onmogelijk voor de bank).

De consument wordt heel vergaand beschermd, terwijl we allemaal wel
weten dat de consument niet volledig onschuldig is. Er is een vestiging van
de aansprakelijk en c.s.q.n. en dan? Dan moeten er naar de omvang worden
gekeken, 6:98. Vestiging en schadeomvang zijn twee verschillende fases.

Welke schadeposten en in hoeverre is het toe te rekenen aan de bank?
HR: aangaan overeenkomst is geheel toe te rekenen aan banken, dus ook
restschuld, rente en betaalde aflossingen. Dus: in principe alle schuld.
Maar: ook eigen schuld (6:101). Dat leidt tot vermindering
schadevergoedingsplicht.

Eigen schuld consument (6:101)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annedenhartog. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.23
  • (0)
  Add to cart