- Colruyt, de laagste prijzen -> vergelijkbare reclame = toegestaan maar voorwaarden (niet
misleidend, controleerbaar, zelfde producten, wezenlijk = alle producten)
- NV Anderlecht failliet, woning aandeelhouder laten verkopen? -> mag niet bij NV
- Fiets gekocht maar gestolen voor levering, nog betalen? -> koop/verkoop is heel flexibel, je mag
het regelen zoals je zelf wilt maar indien geen regeling -> volgens wetgeving (eigendom en risico
overdracht op moment van overeenkomst, ook mondeling)
- CD ontvangen maar nooit besteld -> ja mag hem houden zonder betalen want agressieve
handelspraktijk wat verboden is
Hoofdstuk 1: Het begrip recht
1. I NLEIDING
- Recht = de door een overheid georganiseerde ordening van uiterlijk menselijk gedrag in de
samenleving
- Normen: wat mag, moet, verboden is
- Opmerkingen:
o Recht = uitwendig gedrag = materiële daden (-> je mag denken wat je wilt (inwendig)
maar mindset is soms wel van belang (bv. doodslag >< voorbedachte rade))
o Recht = maatschappelijk fenomeen: ≠ doorheen geschiedenis (bv. vrouwenrechten) en
≠/maatschappij (bv. homoseksualiteit)
o Rechtsregels = uitgevaardigd door een bevoegd persoon
o Handhaving gefaciliteerd door sancties
o Onderscheid met andere normsystemen (zoals religie)
Objectief recht
- Geheel van regels dat uiterlijke gedraging van mensen die in een maatschappij leven regelt en
dat wordt afgedwongen door de overheid = LAW
Subjectief recht
- Door (objectief) recht beschermde aanspraken op andermans gedrag, bevoegdheden (macht om
iets te vragen, eisen of vorderen) = RIGHTS
Voorbeeld: het eigendomsrecht = regels die bepalen wat het is/hoe het geregeld wordt = objectief
recht. De bevoegdheid om eigendom te verkopen, gebruiken, … = subjectief recht.
,2. A L GEMENE BEGRIPPE N IN OBJ ECT IEF REC HT
- Positief recht: zoals het vandaag geldt
- Gemeen recht vs. bijzonder recht
o Gemeen recht: algemeen geldend (bv. Burgerlijk Wetboek geldt voor alle burgers)
o Bijzonder recht: bepaalde groep (bv. ondernemingsrecht)
▪ Bijzonder recht heeft voorrang op gemeen recht indien tegenstrijdig
- Formeel recht vs. materieel recht
o Materieel recht: eigenlijke gedragsvoorschriften, hoe (rechts)personen zich naar elkaar
toe moeten gedragen
o Formeel recht: regelt hoe rechtsregels (materieel recht) via gerechtelijke weg kunnen
worden afgedwongen (hoe proces moet worden gevoerd -> over vorm)
- OEF: art 8.9 = objectief, gemeen en formeel recht
- Aanvullend, gewoon dwingend en dwingend recht van openbare orde
o Aanvullend recht
▪ Regels die algemeen gelden wanneer partijen niets anders zijn overeengekomen
▪ Mogelijk om zelf afspraken te maken die tegenstrijdig zijn met wetboek, indien
geen afspraken -> volgens wetboek
o (Gewoon) dwingend recht:
▪ Wetgever beschermt zwakkere partij (consumenten, kinderen, …)
▪ Pas afwijken als recht verworven is!
▪ Relatief nietig: beschermde partij heeft keuze: afstand doen (op moment van
recht) of beroep doen op recht
▪ Vb. minimumloon, opzegtermijn na ontslag, consumentenrecht, …
o Dwingend recht van openbare orde:
▪ Mag je nooit van afwwijken
▪ Absoluut nietig: onmogelijk om afstand van te doen
▪ Elke belanghebbende kan beroep op recht doen
▪ Vb. niet trouwen onder 18, aannemers 10 jaar aansprakelijk, …
o In oefeningen:
▪ “Op straffen van nietigheid” = dwingend recht
▪ “Niet tegenstaande elk …” = dwingend recht
▪ OEF: art 6.64 WER = objectief en dwingend recht
, Samengevat:
Aanvullend recht Dwingend recht Dwingend recht van
openbare orde
Doel Lacunes aanvullen in Private belangen Algemeen belang
afspraken tussen partijen beschermen beschermen
Afstand Altijd mogelijk Nadat recht verworven is Nooit mogelijk
Sanctie Geen Relatieve nietigheid die Absolute nietigheid die door
alleen beschermde partij elke belanghebbende alsook
kan inroepen (niet de ambtshalve door de rechter
rechter) kan worden ingeroepen
Hoofdstuk 2: De indeling van het objectief recht
1. P UB LIE K - E N P RIV AAT REC HT
- Privaat recht: verhouding tussen burgers onderling, ondernemingen onderling en tussen burgers
en ondernemingen
o Burgerlijk recht:
▪ Personen- en familierecht
▪ Familiaal vermogensrecht (erfenissen, huwelijksgoederenrecht, …)
▪ Vermogensrecht
o Zakenrecht: eigendom, vruchtgebruik
o Verbintenissenrecht: koop, huur, lening
o Ondernemingsrecht: afwijkend privaatrecht van toepassing op ondernemingen
o Vennootschapsrecht
- Publiek recht: verhouding tussen de staat en burgers en organisatie van de staat
o Grondwettelijk of constitutioneel recht
o Administratief recht
o Fiscaal recht (belastingen)
o Strafrecht
o Strafprocesrecht
- Gemengd publiek/privaat recht: tussen burgers onderling maar overheid
controleert/sanctioneert ook
o Economisch recht
▪ Mededingingsrecht
▪ Marktpraktijken
Hoofdstuk 3: De rechtstaat
1. A L GEMEEN
- Ook staat is onderworpen aan het recht
o Uitvaardigen, toepassen en afdwingen van rechtsregels gebeurt volgens, door regels
beheerste, procedures (meestal via democratie)
o Fundamentele rechten en vrijheden zijn vastgelegd in de grondwet (>< willekeur)
- Democratie: deelname van het volk aan de machtsuitoefening
, 2. S C HEIDIN G DER MAC HTE N
o Wetgevende macht: Koning, Kamer van volksvertegenwoordigers, senaat (zonder Koning
geen wet, crf. abortuswet)
o Uitvoerende macht: Koning
o Rechterlijke macht: hoven en rechtbanken (in naam der Koning)
- Wederzijdse controle = “checks and balances”
- Montesquieu: “pour qu’on ne puisse abuser du pouvoir, il faut que par la disposition des choses,
le pouvoir arrête le pouvoir »
- Minister van Justitie heeft scheiding der machten geschonden door uitspraak te doen over
inhoud of kwaliteit van een vonnis door de rechterlijke macht
Hoofdstuk 4: De bronnen van het recht
1. De wet
o Bindend
o Onderscheid tussen materiële en formele rechtsregels
▪ Materiële wet: algemene rechtsregel met een onpersoonlijk karakter (iedereen)
▪ Formele wet: beslissing van wetgevende macht
2. Gewoonterecht
o Ongeschreven rechten/plichten gebaseerd op gewoonten, normen, waarden
▪ Vb. formateur aanduiden bij verkiezing
o Bindend
3. Algemene rechtsbeginselen
o Ongeschreven gedragsregels
o Bindend
o Vaak door rechter geformuleerd als aanvulling
▪ Vb. rechtsmisbruik: recht uitoefening terwijl dit disproportionele schade brengt
aan andere (reclame hangen zodat reclame concurrent niet zichtbaar is)
▪ Vb. machtenscheiding
4. De rechtspraak
o Niet bindend
o Geen precedentswaarde (rechter mag negeren wat in eerdere zaken beslist werd)
5. De rechtsleer
o Niet bindend
o Rechtsleer: wat aangeleerd wordt (zal helpen rechtspraak vorm te geven, kan tot
inspiratie dienen)
Hiërarchie van rechtsbronnen
1. Internationaal recht:
o Overeenkomst tussen ≠ landen
o Geen wetgevende macht (soms hoven maar meestal geen grote gevolgen/sacnties)
2. Supranationaal recht:
o Europese Unie
o Wetten zijn bindend voor alle landen
3. Nationaal recht:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HIRstudent123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.48. You're not tied to anything after your purchase.