Dit is een samenvatting van de module V1NED33 van Hogeschool KPZ, ook wel spellingsdidactiek genoemd.
Deze onderwerpen worden behandeld:
- Verschillende principes
- Versmeltingstheorie van Ehri
- Spellingsstrategieën
- Elementaire spellingshandeling
- Spellingvoorwaarden -> vaardigheden
...
Logografisch schrift = woorden verbonden aan tekens (chinees) (40.000 tekens kennen)
Pictografisch schrift = hele boodschappen d.m.v. een pictogram
Alfabetisch schrift = zoals wij hebben, met het alfabet (klanken koppelen aan eigen teken)
Alfabetisch schriftsysteem:
34 Fonemen: /a/aa/b/d/e/ee/f/g/h/ etc.
36 Grafemen: a, aa, b, c, d, e, ee, f, g, ch, h, etc.
Fonologisch principe: klanken worden geschreven zoals je ze hoort. Voor elke spraakklank een aparte
letter
Foneem = de klank (spraakklank die betekenisverschil tussen klanken veroorzaakt)
Grafeem = hoe je het schrijft (kan letter zijn, maar ook een lettercombinatie)
Foneem u = grafeem: u, e, ee, ij, i. (put, de, een, lelijk, aardig)
Morfologisch principe: niet uitgaan van klank, maar van de vorm van woorden. Hoe is het woord
opgebouwd
Regel van gelijkvormigheid = analyse van het woord zelf leidt tot goede schrijfwijze, woord of
voor- of achtervoegsel schrijven we steeds op dezelfde manier.
o Je hoort /hont/, maar je schrijft hond, want je schrijft ook honden (verlengingsregel)
o Je hoort /nesje/, maar schrijft nestje, want je schrijft ook /nest/ en /je/
(vergelijk nestkast)
Regel van overeenkomst = vergelijking met een ander woord leidt tot goede schrijfwijze, de
opbouw van het woord wordt in de spelling duidelijk
o Je schrijft hij vindt [stam + t], want je schrijft ook hij loopt
o Je schrijft grootte, want je schrijft ook lengte
Syllabisch principe: woord verdelen in klankgroepen (syllabe = klankgroep)
Verenkelingsregel
o Lopen waarom 1 o?
o Aan het eind van een klankgroep verdwijnt na een lange klank één letter
Verdubbelingsregel
o Bakker waarom 2 k’s?
o Aan het eind van een klankgroep volgt na een korte klank verdubbeling van de
volgende medeklinker.
Etymologisch principe: Herkomst van het woord kan bepalend zijn voor de spelling
Je moet de herkomst van de woorden weten
o ei – ij
o au - ou
Het zijn leenwoorden
o Raadiojoo (radio)
o Inturvjoe (interview)
Heel veel woorden met meer dan één principe
, Spellingsdidactiek samenvatting:
Men dacht dat spellen visueel was, door veelvuldig zien van woorden en zinnen zou de visuele
voorstelling van het woord – woordbeeld – ontstaan en worden ingesleten.
De Versmeltingstheorie van Ehri = van elk woord is bepaalde informatie op een systematische manier
vastgelegd (wordt wel het lexicon genoemd). Er zijn identiteiten bij elk woord
Elk woord heeft een aantal kenmerkende eigenschappen:
o Fonologisch identiteit = hoe spreek je het woord uit Ons woordgeheugen:
en hoe klinkt het dan Fonologie =
Akoestische identiteit = hoe het woord klinkt hoe klinkt het?
Articulatorische identiteit = uitspraak van het (akoestiek)
woord o /boomun/
o Morfologische identiteit = de opbouw van woorden /poseegul/
o Hoe spreek je
o Semantische identiteit = betekenis van woorden
het uit?
o Syntactische identiteit = combinatie met andere
(articulatie
woorden Morfologie =
o Orthografische identiteit = spelling van een woord Hoe is het woord
opgebouwd?
o /kasdeur/ >
Spellingsstrategieën kastdeur
= de manieren die een speller gebruikt om tot een juiste Semantiek =
schrijfwijze van een woord te komen. Wat betekent het
woord?
o /wei/ > wei of
Directe spellingsstrategie = het spellen verloopt automatisch, wij?
zoals bij lidwoorden Syntaxis =
De juiste spelling vloeit zonder na te denken uit onze Bij welk woord hoort
pen: ‘spellen volgens schrijfmotorisch patroon’ het?
Indirecte spellingsstrategieën: o /vint/ ik of hij
(onderwerp)?
Fonologische spellingstrategie: Orthografie (schrijfwijze) =
Elementaire spellinghandeling - Luisterwoorden Kat, broekriem
Hoe schrijf je het
o (In stukjes hakken) woord?
o Bomen,
postzegel,
Klankclusterstrategie - Luisterwoorden met Schreeuw, roei,kastdeur
beer, plank
o Schrijfwijze altijd op speciale klankgroep
dezelfde manier
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurafrisart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.