100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting didactiek V2AARD22 (Aardrijkskunde) - Hogeschool KPZ $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting didactiek V2AARD22 (Aardrijkskunde) - Hogeschool KPZ

 16 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting hoort bij de module V2AARD22 van Hogeschool KPZ. De samenvatting gaat over de didactiek van aardrijkskunde. Het document bevat een samenvatting van de lessen uit voltijd 1, de lessen van voltijd 2 en een uitwerking van belangrijke oefenvragen voor het openboek tentamen.

Preview 2 out of 6  pages

  • September 26, 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Aardrijkskunde didactiek – Les 1 van VT1
Waarom aardrijkskunde? Wat is aardrijkskunde?
 Om je te helpen de complexe wereld, Vragen stellen is belangrijk! Leerlingen moeten geografisch gaan denken:
dichtbij en veraf, beter te begrijpen. (In  Wat?  er is sprake van een situatie of verschijnsel.
een wereld waarin het lijkt dat mensen o Noem één kenmerk waaraan je kunt zien dat het water hier normaal
gek zijn geworden) niet staat?
 Om te inspireren en te laten zien hoe jij  Waar?  er is ALTIJD sprake van een koppeling met een locatie (bijv.
de wereld kunt veranderen. kaarten)
 Je eigen geografie ontdekken. o Noem één kenmerk waaraan je kunt zien dat deze foto in Nederland
 Dat je begrijpt waar en waarom daar. gemaakt is.
 Waarom daar?  Er wordt gezocht naar een verklaring waarom juist op
die plaats of locatie.
Vragen die je meeneemt in de les: o Probeer zoveel mogelijk redenen te bedenken waarom er zoveel
 Waar op de kaart zie je deze water staat in de straat.
ontwikkeling?  Wat vinden mensen ervan (mening)?  Elke situatie of verschijnsel heeft
 Op welke schaal speelt dit invloed op mensen en inrichting van de ruimte = Multiperspectiviteit
 Wat zijn de oorzaken, wat zijn de o Zouden de mensen in Nederland blij zijn met meer heftige regenval?
gevolgen?
 Wie zijn er betrokken? Wat vinden ze
ervan?


Multiperspectiviteit = welk perspectief neem
je in? Welke geografische bril zet je op?
 Natuurlijk
 Cultureel
 Economisch
 Demografisch (bevolking(groei))
 Politiek
 Persoonlijk
 Van de ander



De aardrijkskundeles  lesfases: Doel van aardrijkskunde  geografisch besef bijbrengen: wat is waar en
 Introductie waarom daar?
o Actualiteit
o Eigen ervaringen Geografisch besef =
o Verrassende vraag  Geografisch wereldbeeld: Wat is? Waar is? Waar zie je dat nog meer?
 Onderzoek/oriëntatie Waarom is dat daar?
o Bronnen: kaarten, foto’s, teksten,  Ruimtelijke vraagstukken: Hoe verandert het? Hoe was het? Hoe wordt
voorwerpen het? Wat vinden mensen ervan? Wat kun je doen?
 Uitleg  Aardrijkskundige aanpak/benadering: kaartlezen, spreiding onderzoeken,
 Verwerking meerdere perspectieven gebruiken, feiten-meningen.
 Nabespreking

, Aardrijkskunde didactiek – Les 2 en 3 van VT1
Beeldvormers  om de wereld zichtbaar te maken Wanneer gebruik je afbeeldingen:
 Van iets abstracts naar iets concreets  Om de aandacht te richten, leerlingen te motiveren
o Afbeeldingen helpen bij het begrijpen  Als onderdeel van de uitleg (must)
 Als onderdeel van opdrachten, voor de verwerking
Waarom gebruik je afbeeldingen?  Als onderdeel van een toepassingsopdracht
 Denkproces te activeren (bijv. door leerlingen gericht beelden te  Als onderdeel van een evaluatie of toets
laten analyseren en in verband te brengen met de leerstof);
 Moeilijk voorstelbare begrippen zichtbaar maken (verschijnselen Een beeld zegt meer dan 1000 woorden
die leerlingen nog nooit gezien hebben of abstracte begrippen);
 Processen inzichtelijk te maken (bijv. veenvorming) Eisen kijkvragen:
 Misconcepten bestrijden en correcte beeldvorming bevorderen  Zijn eenduidig
(bijv. door kenmerken van bepaalde klimaatzones te laten zien).  Zijn concreet
 Geven ieder kind de mogelijkheid om een
antwoord te kunnen geven
Goede geografische foto voldoet aan:  Passen bij het doel van de les
 Het beeld roept vragen op.  Het antwoord is direct uit het beeld te halen
 Het beeld moet typerend zijn voor het thema. o  zonder toevoeging van nieuwe kennis
 Het beeld toont een relatie tussen mens en natuur.  Nooit vragen naar een verklaring
 Het beeld sluit aan bij het doel van de les en/of opdracht. o  geen waarom of hoe-vragen
 Het beeld laat (enkele) begrippen die in de les terug komen zien.
 Het beeld moet een actuele weergave van de huidige
werkelijkheid zijn. Geografische vragen stellen
 Er staan mensen op de foto, bij voorkeur kinderen in de leeftijd  Geografische vragen gaan dieper dan zogenaamde
van de leerlingen. wat-vragen (kijkvragen  leren kijken naar beeld)
 Wanneer er geen mensen op het beeld staan afgebeeld, zorg dan  Waarom en waarom daar zijn belangrijke
dat afmetingen van objecten op het beeld duidelijk worden vervolgvragen  maar ook de geografische
gemaakt. vierslag.
 Het gaat vooral om de informatiewaarde van de foto en niet
alleen om fraaie stemmingsbeelden. Geografische vierslag
 Is een hulpmiddel om tot vragen en goede variatie
van vragen te komen.
Geografische benadering (geo bril)  Van eenvoudig naar complex
 In- en uitzoomen (veranderen van ruimtelijke schaal)
o Wat zijn de gevolgen van de stijgende zeespiegel voor dit 1. Waarnemen en beschrijven:
kustgebied?  Wat zie je? Waar zie je dat? Welke
 Oorzaak en gevolg (leggen van relaties) kenmerken?
o Welk gevolg heeft toerisme op de natuur van dit gebied? 2. Verklaren:
 Overeenkomsten en verschillen (verschijnselen vergelijkingen)  Waarom is het daar? Waarom op andere
o Welke verschillen zijn er met toerisme in Amsterdam? plaatsen niet? Wat wordt hierdoor
beïnvloedt?
 Multiperspectiviteit
3. Herkennen / generaliseren:
o Welke economische, politieke, sociale of ecologische
 Wat is het? Waar komt het nog meer voor?
belangen spelen een ril bij kusttoerisme?
4. Waarderen:
 Gebieden indelen
 Wat betekent dat voor die mensen? Hoe komt
o In welk deel van Nederland ligt dit strand?
het dat zij hier verschillend over denken?
Denk ik er ook zo over? Kan het ook anders?
Zijn voorbeelden, op welke manieren kijken naar een onderwerp,
minimaal 3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurafrisart. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added