Inhoudsopgave:
1) Financiële Zelfredzaamheid 3-9
H01: studeren is investeren 3
H02: lenen 3
H03: kopen of huren 4
H04: hypotheken 4
H05: sparen 5
H06: eindwaarde en contante waarde van een rente 5
H07: beleggen 6
H08: keuzes bij samenleven, erven en schenken. 7
2) Bedrijf Starten en Rechtsvormen 10 - 16
H01: de oprichting van de kast 10
Rechtsvormen 11
H02: de administratie 13
H03: kosten en opbrengsten 13
H04: de begroting 15
H05: de vennootschap onder firma 16
H06: bijlage indexcijfers 16
4) Personeelsbeleid en Interne Organisatie 18 - 23
H01: personeelsbeleid en HRM 18
H02: werving 19
H03: arbeidsvoorwaardenbeleid 19
H04: de begeleiding van het personeel 20
H05: de organisatie 22
H07: organisatiestructuren 22
H08: management en leiderschap 23
5) Marktverovering 25 - 27
H01: b2c-, b2b, c2b en c2c-marketing 25
H02: onderzoek naar de interne en externe bedrijfsomgeving 25
H03: marketingstrategie 25
H04: marketingmix 26
6) Financiering en Verslaglegging 28 - 36
H01: de naamloze vennootschap 28
H02: het eigen vermogen van de NV 30
H03: vreemd vermogen van de NV 31
H04: de activa van een NV 33
H05: de beoordeling van het gevoerde beleid 33
H06: interne verslaglegging 36
7) Investeren 37
H01: cashflow 37
H02: de terugverdientijd 37
H03: de netto contante waarde 37
,8) Het Resultaat 38 - 46
H01: kosten 38
H02: waarderingsgrondslagen activa 40
H03: de handelsonderneming 40
H04: de dienstenonderneming 42
H05: de break-evenanalyse 43
H06: de integrale kostprijsberekening 43
H07: niet-financiële informatie 46
H01: ‘studeren is investeren’
- Letterlijk - het kost geld.
- Je investeert je tijd in de hoop dat je er profijt van hebt.
Verzekeringen:
Schadeverzekering:
- Steld de verzekerde schadeloos bij het optreden van een verzekerd risico.
- Bijvoorbeeld: brand in huis.
Opstalverzekering > schade aan het huis.
Inboedelverzekering > schade in het huis.
Zorgverzekering > rekening van dokter als je bv rook hebt ingeademd.
Aansprakelijkheidsverzekering > als het jou schuld was dat in het huis van iemand anders brand ontstaat.
Levensverzekering:
- Keert op een afgesproken moment een afgesproken bedrag uit.
- Bv: levensverzekering, uitvaartverzekering, lijfrenteverzekering
.
H02: lenen
Krediet > lening
Geldnemer > kredietnemer
Geldgever > kredietgever
Financiële gevolgen van lenen
- Je moet terugbetalen > aflossen
- Je moet een vergoeding betalen voor het lenen van het geld > kredietkosten.
Aflossing > het bedrag dat je per periode moet terug betalen.
Kredietkosten > het totale bedrag dat je moet betalen - het bedrag dat je geleend had. bv:
- Rente (interest)
- Afsluitkosten
Soorten krediet:
- Consumptief krediet > een door een consument afgesloten lening (behalve een hypothecaire lening).
- Hypothecaire krediet
Krediet bij een bank
Persoonlijke lening Doorlopend krediet
Looptijd vast variabel
Geleende bedrag vast variabel tot aan kredietlimiet
Extra aflossing Ja, maar soms boete betalen ja
Geld weer opnemen nee ja
Rentepercentage vast variabel
Kredietlimiet > het bedrag dat je maximaal mag lenen.
Lening bereken
Interestbedrag = interestpercentage x restschuld
Restschuld = geleende bedrag - aflossingen die al gedaan zijn
Twee manieren om af te lossen: Lineair & Annuïtair
Annuïteit > totaal bedrag aan interest en aflossing dat je per periode moet betalen
- Is elke periode gelijk.
- Het interestbestanddeel wordt steeds minder (restschuld wordt kleiner).
, Krediet bij winkel
- Gekoppelt aan een specifiek product.
- Hoge rente.
- In termijnen betalen.
Huurkoop > eigenaar na het betalen van de laatste termijn.
Koop op afbetaling > meteen eigenaar.
Termijn > bedrag dat je per periode moet betalen.
H03: kopen of huren
Huren
Plichten:
- Op tijd huur betalen.
- Goede huurder zijn.
- Betalingstermijn
- Opleveren in origene.
Rechten:
- Woongenot.
- Privacy.
- Huurbescherming.
Kopen
Met wie heb je allemaal te maken als je een huis koopt:
- Hypotheekadviseur
- Makelaar
- Bouwkundige
- Taxateur
- Bank
- Notaris
Kopen Huren
Woonlasten stabiel Jaarlijkse huurwoning
Klein en groot onderhoud Klein onderhoud
Kan snel Lange wachttijd
Bouwt vermogen op Bouwt geen vermogen op
Mogelijk restschuld bij gedwongen verkoop
WOz waarde > waarde van een gebouw, bepaald door de overheid.
Hypothecaire lening > langlopende lening met een onroerend goed als onderpand.
Recht van hypotheek
De geldgever (bank) krijgt het recht het gebouw te verkopen als de geldnemer (degene die leent) niet aan zijn
betalingsverplichtingen voldoet.
Hypotheekgever > de geldnemer
Hypotheeknemer > de geldgever
H04: hypotheken
Soorten hypotheken:
- Lineaire hypotheek
Elke periode los je hetzelfde bedrag af. Daarnaast betaal je elke periode rente. De rente wordt elke periode
minder, de aflossing blijft gelijk.
- Annuïteiten hypotheek
Elke periode betaal je hetzelfde bedrag. Dit bedrag heet de annuïteit. De annuïteit bestaat uit
rente en aflossing. De rente wordt elke periode minder en de aflossing wordt elke periode meer.
Bruto uitgaven annuïteitenhypotheek > de annuïteit
Begin van de looptijd - bruto uitgave lineair groter dan bij een annuïteit
Einde van de looptijd - bruto uitgave lineair kleiner dan bij een annuïteit.
Lineaire hypotheek fijn voor de bank: meer zekerheid voor de bank door onderpand.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebruggers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.