100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting en Hoorcolleges Ontstaan en Ontwikkeling van Crimineel Gedrag $6.17
Add to cart

Summary

Samenvatting en Hoorcolleges Ontstaan en Ontwikkeling van Crimineel Gedrag

 80 views  21 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Behave van Robert Sapolsky + aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Ontstaan en Ontwikkeling van Crimineel Gedrag, uit het 3e jaar van de Bachelor Criminologie aan de Universiteit Leiden. M.b.v. deze samenvatting het vak uiteindelijk afgesloten met een 9.

Preview 4 out of 75  pages

  • Yes
  • September 27, 2023
  • 75
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Ontstaan en ontwikkeling van crimineel gedrag

Week 1
Introductie Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The biology of humans at our best and worst. Penguin.
Denken over gedrag:
1) Wat gebeurt er in het brein van een individu vlak voor een bepaalde gedraging?
2) Welke visie, geluid of geur triggerde het systeem om dat gedrag te produceren?
3) Welke hormonen speelden uren of dagen van tevoren een rol die ervoor zorgden dat het
systeem het gedrag moest produceren?
Hierin ga je steeds verder om gedrag te kunnen en leren verklaren.

Watson (1925) (grondlegger behaviorisme): gedrag is kneedbaar, in de juiste omgeving kan het
gedrag dusdanig worden aangepast.
Ook Moniz en Lorenz waren invloedrijke wetenschappers in de 20 e eeuw. Zij hielpen ons te leren
begrijpen hoe bepaalde sociale ziektes bekeken moesten worden en hoe deze opgelost konden
worden en/of gelaten moesten worden. Ze hielpen oplossingen te vinden voor problemen die niet
bestonden. Er is niet slechts 1 perspectief mogelijk op het brein en het gedrag van mensen.

Verschillende uitdagingen:
- Niet slechts vanuit 1 perspectief denken, maar vanuit verschillende.
- Het logisch maken van het zien van mensen als apen, primaten, zoogdieren
 Wanneer lijkt de mens op de aap, wanneer zijn we totaal verschillend?
Op sommige momenten activeert bij de mens hetzelfde soort hormoon als bij een dier. In sommige
gevallen is de mens echter uniek.

H1 The Behavior uit Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The biology of humans at our best and worst.
Penguin.
Stappenplan:
1) Het gedrag heeft plaatsgevonden
2) Wat gebeurde er in de seconden/minuten voorafgaand aan het gedrag, waardoor het gedrag
ontstond?
3) Wat gebeurde er in de uren/dagen voorafgaand aan het gedrag, waardoor het systeem
gevoelig werd voor het gedrag?
Dit gaat heel ver terug in de tijd, waardoor het een complex gebeuren kan zijn. In dit boek worden
verschillende termen gebruikt die ieder een bepaalde lading hebben met een lastige definitie. Deze
termen kunnen in verschillende disciplines een andere betekenis hebben. Bv agressie. Heeft dit meer
te maken met emotie of meer met spierkracht? De ene discipline denkt dat er bv 2 verschillende
vormen bestaan, de andere denkt dat er 17 zijn.
 Agressie, verschillende vormen: spontaan, reactief, instrumenteel, cold-blooded etc.
MacFarquhar (2009): voorbeeld van een vrouw die haar organen doneert aan vreemden, maar niet
aan familie en vrienden. Door de een wordt dit gezien als altruïsme, maar bij anderen roept dit
achterdocht en scepticisme op: wordt ze er misschien voor betaald? Omdat het geen vaste natuur is,
wordt het niet door iedereen begrepen.

De mensheid snapt het meest van passionele criminaliteit en goede passionele activiteiten. We haten
‘agressie’ eigenlijk niet, maar slechts de verkeerde varianten ervan. We betalen bv wel om iemand in
elkaar geslagen te zien worden in de boksring, maar een moord of mishandeling vinden we
onterecht.

Het boek gaat voor over de biologie van ons beste en slechtste gedrag.

,Huisman, W. (2019). Levensloopcriminologie, criminele carrières en bijzondere dadergroepen.
Delikt en Delinkwent, 2019(2), 73-83.
De levensloopcriminologie heeft zich de afgelopen decennia sterk ontwikkeld. Hierbij wordt gekeken
wie er o.a. betrokken raakt bij criminaliteit, maar ook hoe het gedrag verandert gedurende de
levensloop. Hierbij wordt veel onderscheid gemaakt tussen verschillende typen criminele carrières en
de factoren die daarop van invloed zijn.

Moffit (1993): Dual taxonomy model = Belangrijk model: 2 typen criminele carrières (verouderd)
- Adolescence limited offending = delinquent gedrag start in pubertijd, stopt na adolescentie.
 Meeste delinquenten
 Oorzaken: gebrek aan zelfcontrole tussen kindertijd en volwassenheid + imitatie.
- Life-course pesistent offenders = probleemgedrag begint in kindertijd, verergert in de
adolescentie en gaat door in de volwassenheid.
 Slechts een kleine groep delinquenten -> verantwoordelijk voor grootste deel
criminaliteit.
 Oorzaken: biologische eigenschappen + opvoedingstekorten

Levensloopstudies: antisociaal, deviant en crimineel gedrag ontstaat in de kindertijd en pubertijd en
stopt, na een piek in de adolescentie (leeftijd-criminaliteitscurve).

2 theoretische benaderingen voor de 2 carrières:
- Statische theorieën = criminogene stabiele factoren, zoals lage zelfcontrole, karaktertrekken,
persoonlijkheid etc. waardoor de kans op criminaliteit groter wordt.
- Dynamische theorieën = kijken naar life events (= veranderingen in het leven), bv werk, die
de criminaliteit doen afnemen.
Het tijdig herkennen en oppakken van dit soort daders zorgt ervoor dat veel criminaliteit kan worden
voorkomen. Door onderzoeken wordt het tevens mogelijk criminaliteit te voorspellen.

3 voorbeelden van maatregelen:
- Top600 aanpak gemeente Amsterdam
- Predictive policing = door grote hoeveelheden data criminaliteit voorspellen en aanpakken.
- ISD-maatregel = oppakken en langer opsluiten van veelplegers.

Kritiekpunt: vooral focussen op commune criminaliteit, maar niet op de bijzondere criminaliteit die
door een specifieke groep wordt gepleegd.
 Laatste jaren steeds meer onderzoek naar deze groep. Denk bv aan Hack_Right,
onderzoek naar motorbendes.

Enkele NL’se studies naar de levensloop van bijzondere dadergroepen:
- Zedendelinquenten
Van den Berg (2015): ontwikkeling van jeugdige zedendelinquenten tot in volwassenheid.
Gekeken werd naar de ontwikkeling van de criminele carrière en de invloed van verschillende
levenslooptransities.
Uit onderzoeken blijkt dat zedendelinquentie in de jeugd niet per se leidt tot specialisatie,
maar dat het onderdeel is van een bredere criminele carrière, veroorzaakt door antisociale
neigingen. Dit maakt de groep vergelijkbaar met de meer algemene groep delinquenten.
Inhoud onderzoek: criminele carrière van 498 NL’se jeugdige zedendelinquenten
onderzoeken.
Resultaten: jeugdige zedendelinquenten zetten vaak niet door. Ook wordt er geen life-
course-persistent traject gevonden. Meesten stoppen na adolescentie. Verklaring: werk.
3 typen jeugdige zedendelinquenten, gebaseerd op de aard en werkwijze:
 Kindmisbruiker

,  Leeftijdgenootmisbruiker
 Groepsdader
Verschillen in: stabiele risico- en beschermende persoonlijkheidskenmerken, delictgedrag.
- Cybercriminelen
Weulen Kranenberg (2018): vergelijken van cyberdelinquenten en traditionele delinquenten
op punten van…
 Criminele carrière
 Persoonlijke en situationele risicofactoren
o Afname cybercrime: samenleven met partner/partner en kind
o Toename cybercrime: alleenstaand ouderschap, alleen wonen
 Sociale netwerkleden
 Motivatie voor plegen delict
o Cybercrime vooral door nieuwsgierigheid (intrinsiek)
o Traditionele daders: meer extrinsiek, zoals financieel
Cyberafhankelijke criminaliteit wordt zelden gepleegd door traditionele daders.
- Georganiseerde criminaliteit
Worden vaak met meerdere mensen gepleegd. Van Koppen (2013): Bij het grootste deel van
de onderzochte daders begon hun criminele carrière pas in de volwassenheid (= late onset
offenders).
 Staat haaks op het model van Moffit, dat daders doorstromen vanuit de
jeugdcriminaliteit.
Veel daders hebben kennis, ervaring en contacten opgedaan tijdens een opleiding of baan
waardoor ze in de criminaliteit belanden. Veel daders hebben een eigen bedrijf.
- Outlawbikers -> outlaw motorcycle gangs (OMG)
Blokland, Van de Leest & Soudijn (2017): onderzoek naar criminele carrières van NL’se
outlawbikers en de criminele betrokkenheid van leden van OMG’s.
Inhoud: steekproef onder 2090 personen die tussen 2010-2015 lid waren van een NL’se OMG
of OMG-supportclub. De meeste leden zijn ooit veroordeeld voor een misdrijf. Bijna 1/3 is
een veelpleger (min. 10x veroordeeld). Ong. de helft van de OMG’s heeft een crimineel
ontwikkelingspad die zich geleidelijk ontwikkelt tot ver in de volwassenheid. Een aanzienlijk
deel is al voor lidmaatschap veroordeeld. Conclusie: juist zij die een crimineel verleden
hebben voelen zich aangetrokken tot de OMG’s. Lidmaatschap bevordert criminaliteit en
remt de kans dat ze zullen stoppen.

4 typen outlawbikers gebaseerd op verloop en aard criminele carrières:
o 1/3e wordt gezien als marginaal -> kleine kans te worden veroordeeld.
o 1/3e wordt gezien als conservatief -> veroordeeld voor delicten die direct
samenhangen met de outlawbikerlevensstijl
o 1/5e wordt gezien als generalistisch -> lopen hoge kans om veroordeeld te worden
voor veel verschillende delicten.
o 15% wordt gezien als ondernemende dader -> hoge kans om veroordeeld te worden
voor georganiseerde misdaad, lage kans veroordeeld te worden voor bv geweld.
2/3e van alle OMG-leden kent geen veroordeling voor georganiseerde criminaliteit. Deze
wordt vooral gepleegd door de grote OMG’s zoals Satudarah.
- Fraudeurs
Deze groep begint ook vaak pas op latere leeftijd, in de volwassenheid, met het plegen van
criminaliteit.
Van Onna (…): onderzoek naar criminele ontwikkeling van fraudeurs.
Inhoud: steekproef onder 644 fraudeurs die door OM zijn veroordeeld -> onderzoek naar
criminele ontwikkeling van fraudeurs en welke factoren hierop van invloed zijn.

, Uitkomsten: voornamelijk een heterogene dadergroep, die kan worden onderscheiden in 4
daderprofielen:
 Stereotype witteboordencriminelen (39%) -> minder crimineel actief, meer
gespecialiseerd, beginnen later in volwassenheid, hogere maatschappelijke status
 Volwassenstarters (39%): Pas in volwassenheid in aanraking met justitie.
Kenmerken: laagfrequent crimineel gedrag.
 Volwassen-doorzetters (22%)
 Stereotype criminelen (4%) -> meer crimineel actief, minder stabiel leven
 Plegen eerste delict in jeugd, frequent plegen, minder gespecialiseerd, overstap van
straatcriminaliteit naar fraude.
Iedere groep kent een eigen oorzaak voor het beginnen. Resultaten laten zien dat fraudeurs
in verhoogde mate inkomensbelasting- en verkeersovertredingen begaan.

Van Onna interviewde ook 26 veroordeelde fraudeurs. Uitkomst: meeste fraudeurs
doorlopen 3 stappen voordat fraude wordt gepleegd:
1) Verandering in sociale of economische leven
2) Ontstaan van druk (verleiding, economisch, sociaal)
3) Toegeven aan die druk door gelegenheidsstructuren te gebruiken die ze tot hun
beschikking hadden, bv door hun werk, of die ze moedwillig opzoeken.
Betrokkenheid bij fraude kan slechts worden begrepen als ook wordt gekeken naar de mate
van maatschappelijke binding die een fraudeur ervaart en zijn/haar morele overwegingen.
Verschillende morele mechanismen kunnen de kans op fraude verhogen.
- Rechtspersonen
Van Onna (2018) meeste fraude werd gepleegd bij de uitoefening van een beroep/bedrijf.
Indien er fraude wordt gepleegd t.b.v. het belang van een onderneming/organisatie wordt
gesproken van organisatiecriminaliteit. Wanneer RP’s vooral bijzondere wetgeving
overtreden, kunnen ze worden aangemerkt als bijzondere dadergroep. De
levensloopcriminologie is vooral toegepast op natuurlijke personen, maar ook de toepassing
op RP’s is niet vreemd. Ook het gedrag van RP’s wordt in de criminologie verklaard en
bestudeerd. Hoewel de levensloop van NP’s en RP’s niet hetzelfde is, kunnen ook tijdens de
levensloop van RP’s bepaalde risico’s zich voordoen die de kans op criminaliteit verhogen.
 Probleem: weinig longitudinaal onderzoek, enkel buitenlands onderzoek.
 Oplossing: Kluin e.a. (2018): verkennende studie waarin longitudinale patronen in de
aard en omvang van regelovertreding en de daarmee samenhangende kenmerken van
chemische bedrijven in NL zijn onderzocht.
 Zijn vooral interessant omdat zij vaker in staat zijn de regels te overtreden waardoor
ze onder grote belangstelling staan van inspectiebedrijven.
Resultaten: overgrote deel van NL’se chemische bedrijven overtreedt de regels. Klein
deel van de bedrijven overtreedt herhaaldelijk de regels en is verantwoordelijk voor een
disproportioneel deel van het totaal aantal geregistreerde overtredingen.
 Niet gekeken naar invloed van bepaalde bedrijfskenmerken en life events,
maar een levensloopcriminologische analyse is mogelijk.

Verschillen tussen de verschillende soorten daders:
- Start van criminele carrière
- Frequentie van criminele carrière
- Duur criminele carrière
- Aard van de gepleegde criminaliteit
Uitkomsten: ontwikkelen van nieuwe theorieën en/of verfijnen van bestaande theorieën voor beter
verklaren criminaliteitspatronen.
 Belangrijke inzichten voor de strafrechtspleging:
o Risicoanalyses en -modellen -> interventiestrategieën

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannevdstel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.17  21x  sold
  • (0)
Add to cart
Added