H E T D E M E N T IE S P E C T R U M
Dementie = verzamelbegrip, spectrum van klinische syndromen met
combinaties van meervoudige stoornissen in cognitie, stemming of gedrag.
Het is een verworven achteruitgang van verschillende cognitieve functies
bij intact bewustzijn.
Symptomen worden bepaald door aard, verdeling en uitgebreidheid van
onderliggende cerebrale afwijkingen.
à Dementie = startpunt voor verdere diagnostiek: onderzoek naar
onderliggende hersenziekte, BEHALVE indien hoogbejaarde, ernstig
demente pt à dan is onderzoek vaak niet mogelijk of zinvol om precieze
onderliggende diagnose te stellen.
E P ID E M IO L O G IE
Ø Prevalentie stijgt sterk met leeftijd:
o 65-jarigen: 5% lijdt aan dementie
o 90-jarigen en ouder: 40 %
à Tussen 60 en 85 jaar: verdubbeling per 5 jaar leeftijdstoename
Ø Nederland: 250.000 patiënten
à Predictie: 500.000 in 2050
(In 2000 = 1/93 dementie pt in Nederland, naar verwachting in 2050= 1/44.)
à Maatschappelijke consequenties: aantal werkenden zal in verhouding tot één patiënt met dementie
afnemen van 60:1 naar 27:1 (nu à 2050).
VROEGE SYMPTOMEN
• Vroeg stadium: lastig te stellen of er wel sprake is van beginnende dementie.
o Iedereen is weleens vergeetachtig: indien veelheid aan drukke activiteiten en fysiologisch
verschijnsel op oudere leeftijd.
o Moeilijk onderscheid normale veroudering vs vroege uiting van hersenziekte (bv. ziekte van
Alzheimer) bij klachten van vergeetachtigheid of andere lichte cognitieve functiestoornissen.
• Indien recente stoornissen van verscheidene cognitieve functies en zeker indien in verschillende
corticale gebieden gelegen (bv. woordvindingsstoornissen en moeilijkheden met gezichten herkennen
of gebruik van apparatuur) à meer diffuus proces als dementie waarschijnlijker.
o Indien bijkomende gedragsstoornissen, persoonlijkheidsveranderingen, initiatief- verlies of
traagheid in doen en denken à versterken waarschijnlijkheid.
• Head turning sign = draaien hoofd naar partner/informant voor steun bij anamnese = gevoelig
symptoom.
o <-> Indien alleen pt komt met klachten over verminderd functioneren = kans op dementie als
verklaring voor de klachten klein.
à MAAR elke hulpvraag serieus nemen en adequaat onderzoek verrichten.
Indien men een ontwikkelende dementie vermoed à welke hersenziekte of combinatie van hersenziekten
= verantwoordelijk?
, à Klinisch + aanvullend onderzoek aangewezen: hiermee kan men zo goed als altijd een adequate
diagnose stellen + behandelplan opstellen (afgestemd op individuele situatie van pt en diens systeem).
Belangrijkste ziekten die zich presenteren met dementie (vaak is er sprake van combinatie van deze
aandoeningen):
• Ziekte van Alzheimer
• Vasculaire cognitieve stoornis
• Frontotemporale dementie
• Lewy body-dementie
• Zeldzaam:
o Stofwisselingsziekten
o Normale druk hydrocefalie
o Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
A N A M N E S E E N H E T E R O A N A M N E S E B IJ V E R D E N K IN G O P D E M E N T IE
Start diagnostisch proces = (hetero)anamnese à van essentieel belang bij pt met cognitieve problemen,
kan vaak al aanwijzing geven of er sprake is van dementie.
Vaste structuur:
1. Probleemstelling en vraag naar reden tot verwijzing, welke klachten en
problemen zijn er?
a. Pt minimaliseren/ontkennen vaak hun geheugenproblemen,
sprake van verminderd ziektebesef.
b. Indien pt paranoïde of tegen zijn/haar zin naar polikliniek
gekomen: heteroanamnese niet in bijzijn pt afnemen.
2. Beloop van klachten in de tijd navragen, vraag naar specifieke
voorbeelden.
a. Termen als ‘vergeetachtigheid’ en ‘gedragsveradendering’ zijn
vaak à specificeren.
3. Zorgbelasting navragen = zorgdiagnostiek.
D E Z IE K T E V A N A L Z H E IM E R (Z V A )
DIAGNOSTISCHE CRITERIA
Dmv klinische criteria voor stellen diagnose: mogelijke, waarschijnlijke en zekere ZvA.
à Zekere = neuropathologische of genetische bevestiging, klinisch = dus enkel mogelijke of waarschijnlijke.
+ Biomakers: kan waarschijnlijkheid dat er sprake is van Alzheimer pathologie verhogen/verlagen.
Ø Hippocampusatrofie (MRI): hippocampus is bij ZvA de
plaats waar de eerste afwijkingen ontstaan à
hippocampusatrofie in vroeg stadium op MRI te zien.
o Sensitiviteit = 85%, specificiteit = 88%
klinische waarschijnlijkheid om op basis
hiervan pt met ZvA te onderscheiden van
gezonde controles.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katoendegroote. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.