4 fases van informatieproces:
1. verzamelen van gegevens
2. vastleggen van deze gegevens
3. bewerken van de vastgelegde gegevens
4. doorgeven van de bewerkte gegevens aan de vragers ernaar
deze 4 stappen bepalen welke gegevens moeten worden verzameld en vastgesteld
5. informatiebehoeften
functie bepaalt de informatiebehoeften
informatie: gegevens waarmee we de kennis van een vrager vergroten
informatie kan dienen als:
- beleidsinstrument
- beheersinstrument
Elke onderneming moet aan de belastingdienst(=fiscus) informatie verstrekken over het
resultaat dat in een bepaalde periode is behaald.
Gegevens die vastgelegd moeten worden:
- financiële gegevens (gegevens die met geld te maken hebben
- overige gegevens ( gegevens die niet met geld hebben te maken)
administratie
Financiële administratie andere administraties
Boekhouding overige financiële administratie
Veranderingen bij financiële gegevens in de boekhouding:
- bezittingen
- schulden
- eigen vermogen
alle andere financiële gegevens worden niet vastgelegd in de boekhouding aangezien
die de bezittingen, schulden, eigen vermogen niet veranderen
offertes niet, factuur wel in boekhouding
geïntegreerd informatiesysteem: alle transacties bij elkaar
externe integratie: een verbinding die gelegd is tussen het financiële informatiesysteem
van een onderneming met dat van een derde (bijvoorbeeld een bank)
,ERP: Enterprise Resource Planning
2 manieren van gegevensinvoer:
1. de gegevens worden ingevoerd op de plaats waar ze ontstaan en worden
vervolgens doorgesluisd naar de boekhouding
2. de gegevens worden ingevoerd via de boekhouding en worden daarbij voorzien
van relevante gegevens ten aanzien van afdelingen, producten en dergelijke
waarop ze betrekking hebben.
MIS: Management Informatie Systeem:
systeem waarbij allerlei gegevens die zijn verzameld binnen het bedrijf en
daarbuiten, worden omgezet in voor het management bruikbare informatie.
Waardenkringloop: weergave van de relaties tussen geld- en goederenstromen binnen
een onderneming
HOOFDSTUK 2: de inventaris, de balans en de winst- en verliesrekening
Handelsonderneming: koopt goederen met de bedoeling om deze weer met winst door
te verkopen
Voorbeelden bezittingen:
- bedrijfsgebouw
- voorraad handelsgoederen
- vordering op klanten(debiteuren)
- tegoed bij de bank(dan zet je de naam van de bank erop)
- kasgeld
verschil bezittingen en schulden = eigen vermogen
Balans: op een bepaald moment momentopname
Balans debet zijde:
- van grote bedrage naar kleinere
- minst liquide bezitting naar meest liquide bezitting
balans credit zijde:
- eigen vermogen
- schulden afbetalen na langer dan een jaar
- schulden afbetalen binnen een jaar (bijvoorbeeld leveranciers(crediteuren))
Financiële feiten: leiden tot veranderingen in bezittingen en/of schulden.
Voorbeelden van Financiële feiten:
- een ontvangst per kas van een debiteur
, - een betaling via de Rabobank aan een crediteur
- een inkoop van goederen op rekening.
Kopie van kwitantie: boekingsstuk voor de ontvanger van het kasgeld
Brutowinst maakt EV (eigen vermogen) groter
Kosten maakt EV kleiner
Winst- en verliesrekening:
- geeft de oorzaken weer waardoor het EV is afgenomen/toegenomen
- betrekking tot een bepaalde periode
- wordt ook wel resultatenrekening/ exploitatierekening genoemd
nettowinst berekenen:
1. EV eind periode
- EV begin periode
Toename EV in de periode = nettowinst van de periode
2. Brutowinst verkopen van de periode
- bedrijfskosten van de periode
Nettowinst van de periode
Als je de winst-verlies rekening maakt staat de netto winst op de debet zijde
Inventaris: lijst van alle bezittingen en schulden op een bepaalde datum met vermelding
van de hoeveelheden en de waarden
Scontrovorm: vorm van een balans (T- splitsing)
Voorbeelden van balansrekeningen zijn:
gebouw
inventaris
machine
eigen vermogen
lening
bank
debiteuren
crediteuren
kas
Voorbeelden van resultatenrekeningen zijn:
inkopen
verkopen
reiskosten
salarissen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximedw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.