ict contracten 1 verplichte arresten en vonnissen 20172018
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid
ICT Contracten
All documents for this subject (8)
6
reviews
By: sandraderooy • 6 year ago
By: nickappelbrij • 7 year ago
By: Emieldegraaff • 7 year ago
By: eileen16 • 7 year ago
By: tjaptjop • 6 year ago
By: veroniquerientjes • 7 year ago
Seller
Follow
edwin7788
Reviews received
Content preview
ICT-contracten 1 Arresten en vonnissen 2017/2018
Verplichte arresten en vonnissen
ICT-contracten 1
1
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,ICT-contracten 1 Arresten en vonnissen 2017/2018
Inhoud
1. Wilsvorming ........................................................................................................................................ 3
2. Authenticatie, vorm en bewijs ............................................................................................................. 4
3. De elektronische bestelomgeving ........................................................................................................ 5
4. Consument en overeenkomst op afstand ........................................................................................... 10
5. Consument, koop en levering van roerende zaken online ................................................................. 10
6. Elektronisch betalen .......................................................................................................................... 14
2
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,ICT-contracten 1 Arresten en vonnissen 2017/2018
1. Wilsvorming
Naam Harley via eBay
Rechtsvraag Geldt de wilsvertrouwensleer (art. 3:33 jo. 3:35 BW) ook in de
elektronische omgeving?
Antwoord Ja
Samenvatting Gedaagde heeft zijn motorfiets te koop aangeboden via de veilingsite
eBay. Eiser heeft op de sluitingsdatum de hoogste prijs geboden.
Gedaagde heeft de motor echter niet aan eiser geleverd, maar aan een
derde verkocht. Eiser stelt dat er tussen hem en gedaagde een
koopovereenkomst tot stand is gekomen.
Gedaagde beroept zich op oneigenlijke dwaling en stelt dat zijn wil
niet was gericht op het tot stand brengen van de onderhavige
overeenkomst zodat er geen wilsovereenstemming tussen partijen
heeft bestaan. (Navigator)
Essentie/conclusie “7.
De kantonrechter acht voldoende aannemelijk dat gedaagde partij niet
heeft gewild dat de motor voor een bedrag van € 3.250 zou worden
verkocht. Gedaagde partij heeft dat verklaard en vaststaat dat deze
prijs aanzienlijk onder de marktwaarde van de motor ligt. Eisende
partij gaat uit van een gemiddelde verkoopprijs van € 7.500 en de
koopprijs ligt ruimschoots daaronder. In het algemeen geldt dat een
verkoper een goed tegen een zo hoog mogelijke prijs wil verkopen en
niet tegen een prijs die aanzienlijk lager is dan de marktwaarde. Niet
valt in te zien om welke reden deze algemene regel niet op gedaagde
partij van toepassing is. Gesteld noch gebleken is dat gedaagde partij
haast had en dat zijn wil vooral was gericht op een spoedige
totstandkoming van een koopovereenkomst waarbij de prijs minder
van belang was.
De kantonrechter wil met gedaagde partij daarom aannemen dat een
discrepantie bestond tussen zijn wil en verklaring, zodat geen geldige
koopovereenkomst tot stand is gekomen.
8.
De vraag is vervolgens of gedaagde partij zich jegens eisende partij
hierop met succes kan beroepen dan wel eisende partij onder de
gegeven omstandigheden in een gerechtvaardigd vertrouwen op de
verklaring van gedaagde partij mocht afgaan.
Daarbij zijn de volgende omstandigheden van belang. Gedaagde partij
heeft de motor op een veilingsite aangeboden en het (ook gedaagde
partij bekende) uitgangspunt van een veiling is nu eenmaal dat de
hoogste bieder tevens de koper is. Eisende partij was de 21e bieder en
onweersproken is gebleven dat eisende partij het bod heeft
uitgebracht tegen het einde van de 10-dagenperiode gedurende welke
de veiling liep. Eerdere biedingen lagen uiteraard nog lager en
desondanks heeft gedaagde partij het recht en de mogelijkheid de
veiling voortijdig te beëindigen, niet benut. De veilingregels, zo is de
kantonrechter gebleken, verlenen gedaagde partij het recht zijn
aanbod in te trekken indien sprake is van een vergissing, zoals een
niet correct ingevoerde minimumverkoopprijs. Zijn stelling dat hij de
biedingen van potentiële kopers niet heeft gevolgd en daarom geen
maatregelen heeft genomen moet voor zijn rekening en risico worden
gebracht. Overigens acht de kantonrechter die stelling weinig
aannemelijk omdat gedaagde partij heeft verklaard dat de verkoop uit
financiële nood was geboren. Onder die omstandigheid ligt voor de
hand dat gedaagde partij meer dan gemiddeld benieuwd was naar de
3
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
, ICT-contracten 1 Arresten en vonnissen 2017/2018
biedingen. Met de verkoopopbrengst wilde gedaagde partij zijn
financiële positie versterken.
De kantonrechter is van oordeel dat eisende partij onder deze
omstandigheden op de verklaring van gedaagde partij mocht afgaan
en daarom moet worden beschermd.
Gedaagde partij was dus tot levering van de motor aan eisende partij
gehouden.”
Context/Illustratie bij De wilsvertrouwensleer van art. 3:33 jo 3:35 BW is in de
elektronische omgeving onverkort van toepassing. Daar vormt dit
vonnis een illustratie van.
2. Authenticatie, vorm en bewijs
Naam Overeenkomst beëindiging arbeidscontract per e-mail
Rechtsvraag Wanneer komt de vaststellingsovereenkomst tot stand, mocht Hertel
redelijkerwijs op de bevoegdheid van de advocaat afgaan, en
impliceerde de ondertekening dat aan het schriftelijkheidsvereiste was
voldaan?
Antwoord Op het moment van ondertekening (toen was aan het
schriftelijkheidsvereiste voldaan), ja en ja.
Samenvatting Eiser was steigerbouwer bij bedrijf Hertel. Hertel heeft via de mail
een voorstel tot een vaststellingsovereenkomst tot beëindiging van de
arbeidsovereenkomst gestuurd. Nadat de vaststellingsovereenkomst
was aanvaard meldde eiser dat hij gebruik wilde maken van zijn
bedenkrecht en de vaststellingsovereenkomst ontbindt. Dit accepteert
Hertel niet en uiteindelijk heeft de advocaat van eiser aan Hertel een
mail gestuurd waarin staat dat eiser berust in de
vaststellingsovereenkomst. Eiser vordert echter doorbetaling en
hervatting van zijn werkzaamheden.
Essentie/conclusie De vraag die partijen verdeeld houdt, is wanneer de
vaststellingsovereenkomst moet worden geacht tot stand te zijn
gekomen, ofwel wanneer aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan.
De kantonrechter overweegt als volgt. De tekst van genoemde
bepaling biedt niet direct uitkomst bij de beantwoording van die
vraag. In de wetsgeschiedenis valt echter te lezen dat “[v]anwege het
grote belang van een werknemer bij een arbeidsrelatie [ervoor is]
gekozen om werknemers die schriftelijk instemmen met een
opzegging of die een beëindigingsovereenkomst
ondertekenen (cursivering ktr) een bedenktermijn van veertien dagen
te gunnen om hierop terug te kunnen komen (Kamerstukken II 2-
13/2014, 33818, 7, p. 56-58). Verder blijkt uit de wetgeschiedenis dat
voor de tekst van het artikel is aangesloten bij artikel 7:653 lid 1 BW.
(Kamerstukken 2013/2014, 33818, 9, p. 17-18). Die bepaling ziet op
het schriftelijkheidsvereiste bij een concurrentiebeding. Door de Hoge
Raad is in dat verband op 28 maart 2008 (JIN 2008/288) geoordeeld -
zij het onder het oude recht, maar het artikel is ten aanzien van het
schriftelijkheidsvereiste ongewijzigd gebleven - dat aan dat vereiste
in ieder geval is voldaan indien sprake is van ondertekening door de
werknemer. Dit een en ander en daarbij in aanmerking genomen dat
de rechtszekerheid meebrengt dat zowel werknemer als werkgever is
gebaat bij een duidelijk aantoonbaar en concreet moment waarop de
bedenktermijn aanvangt, komt de kantonrechter voorshands tot het
oordeel dat de ondertekening van [eiser] op 28 september 2015 als
4
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller edwin7788. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.