100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Blok 2.3 Geschiedenis en wetenschapsfilosofie - Probleem 1 $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Blok 2.3 Geschiedenis en wetenschapsfilosofie - Probleem 1

1 review
 129 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Probleem 1 van Blok 2.3 Geschiedenis en wetenschapsfilosofie

Preview 2 out of 17  pages

  • September 18, 2017
  • 17
  • 2014/2015
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lisaelmahdioui • 6 year ago

avatar-seller
Probleem 1
Leerdoelen:
- Wie zijn de onderstaande mensen en wat zijn hun ideëen over kennis, relatie tussen
lichaam en geest en zintuigelijke waarneming?
o Plato, Aristoteles, Descartes, Locke, Hume, Gall, Wundt, James, Freud
o Let hierbij ook op de volgorde waarin zij leefden
- Hoe hebben Copernicus, Descartes, Hume & Locke en Darwin het wereldbeeld
veranderd?

Bronnen:
- Richards, Hergenhahn, Artikel Psyweb



Belangrijke begrippen
 Determinisme: volgens een determinist is alles wat er in de wereld gebeurt, gebaseerd
op natuurwetten. Daarmee is, als we voldoende kennis kunnen vergaren, alles wat er
gebeurt te voorspellen, af te leiden uit wat er al is gebeurd.
 Rationalisme: logische, mentale operaties worden gebruikt om kennis te verkrijgen. De
waarheid kan achterhaald worden door gebruik te maken van redeneren  om iemand te
begrijpen, moet men over diegene nadenken.
o Hard-core rationalisten: waarneming is hierbij niet nodig.
 Empirisme: kennis ontstaat uit waarneming via de zintuigen.
o Hard-core empirist: cognitieve bewerking van de waarnemingen is niet noodzakelijk
voor het verkrijgen van kennis.
 Nativisme: ware kennis is bij de geboorte aanwezig, aangeboren. Veel nativisten zijn
hard-core rationalisten.
 Dualisme vs. monisme
 Dualist: naast een de werkelijkheid is er nog een andere niet-zichtbare werkelijkheid
aanwezig.
 Monist: er is maar een vorm van bestaan, ofwel materieel ofwel ideëel.
o Materialisme: alles is materie, dus ook psychische processen. Een materialist is
een reductionist:
 Vanuit een lagere beschrijving kun je de hogere beschrijving afleiden. Bijv.
fysiologie kan gebruikt worden voor een psychologische verklaring.
 Volgens een reductionist zijn psychische processen gelijk aan lichamelijke
processen (of omgekeerd).
o Idealisme: de waarheid bestaat uit ideeën en is dus niet fysiek.


Plato (427 vC – 347 vC)
Plato was een leerling van Socrates en Pythagoras. Plato was eigenlijk een menging van
deze twee. Hij zei dat hersenen een mechanisme van mentale processen zijn.

De geschriften van Plato kunnen in twee perioden worden ingedeeld:
- In de eerste periode bracht hij verslag uit van de gedachten en methoden van Socrates.
- Na de executie van Socrates, kwam hij onder de invloed van de Pythagoreanen. Toen hij
terug kwam in Athene richte hij zijn school, de Academy op. De geschriften waren toen
een combinatie van de Socratische methode en de Pythagoreaanse filosofie.

Theory of forms:
1

, - Alles in de empirische wereld (=gebaseerd op waarneming) is een manifestatie van een
pure vorm (idee) die bestaat in het abstract. Stoelen en zelfs mensen zijn ondergeschikte
manifestaties van de pure vormen.
- Wat we ervaren door onze zintuigen is het resultaat van interactie tussen de pure vorm
met een stof/ materie. Omdat de stof/materie constant verandert, is het resultaat van deze
interactie is minder perfect dan de pure vorm.
- De essentie (vorm) bestaat gescheiden van zijn individuele manifestaties.
- Volgens Plato zijn mensen niet in staat om de echte wereld te zien. Hetgene wat je
waarneemt is niet je echte kennis. Kennis kan alleen verkregen worden door redeneren.

The Allegory of the Cave:
Plato beschreef fictieve gevangenen die al hun hele leven in een grot waren vastgeketend,
zodat ze alleen naar voor konden kijken. Achter de gevangenen liep een weg waar mensen
langs liepen en goederen werden vervoerd. Achter deze weg was vuur, waardoor er
schaduwen op de muur voor de gevangenen ontstonden.
- Wat gebeurt er als 1 gevangene de grot verlaat en naar de hogere wereld gaat?
o De gevangene zal verblind worden door de ware werkelijkheid. Alleen na een
periode van aanpassing zou hij dingen kunnen zien en herkennen, die echter zijn
dan de schaduwen in de grot.
- Wat gebeurt er als de gevangene vervolgens weer terug zou keren naar de grot?
o De gevangene zal moeite hebben om zich weer opnieuw aan te passen aan het
leven van de schuwen. Hij zal fouten maken in het beschrijven van de schaduwen.

De vastgeketende gevangen representeren mensen die de schaduwwereld van zintuiglijke
ervaring verwarren met de realiteit. De gevangene die ontsnapt, staat voor een persoon
waarvan de acties geleid worden door redeneren in plaats van door zintuiglijke impressies.
De ontsnapte gevangene ziet de echte objecten (vormen) die verantwoordelijk zijn voor de
schaduwen in de grot (zintuiglijke informatie), hij omarmd ware kennis. Na zo een ervaring
probeert hij ook anderen van het pad naar onwetendheid naar het pad naar wijsheid te
leiden.
Als je dood bent, dan kom je in de echte wereld  ideëenwereld.

The Analogy of the Divided Line:
Wanneer mensen alleen kennis proberen te krijgen
door de zintuiglijke ervaring leidt dat tot
onwetendheid. Je kunt alleen echte kennis krijgen
door de echte vorm te begrijpen, dit kan alleen door
rationele gedachten.

Dit heeft hij samengevat in de analogy of the
devided line (zie figuur).
- Imagining: volgens deze figuur is imagining de
laagste vorm van begrijpen, omdat dit gebaseerd
is op afbeeldingen (images).
o Gebeurt bij afbeeldingen.
o Zoals de schaduwen op de muur.
- Belief: het is beter om de objecten zelf te
confronteren, dan afbeeldingen van de objecten.
Bij het conforonteren is het dan de bedoeling dat
je overtuigingen (beliefs) over de objecten vormt.
o Gebeurt bij zichtbare dingen.
o De personen en objecten die geprojecteerd worden daadwerkelijk zien.
- Thinking: deze overtuigingen vormen echter geen kennis. Nog beter is het denken over
wiskundige relaties, maar wiskundige relaties zijn niet de beste oplossing. Dit komt omdat
2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukantonissen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (1)
  Add to cart