Culturele antropologie is de leer van de mens als cultureel wezen. Het is ontstaan op het snijpunt van
de industriële revolutie en het kolonialisme.
Cultuur bestaat uit niet aangeboren gedragingen, normen, waarden en voorstellingen over
het leven.
o Aangeleerd, veranderlijk, situationeel.
Diversiteit legt de nadruk op het cultuurverschil, terwijl intersubjectiviteit de nadruk legt op de
overeenkomsten.
Hoe werken antropologen?
Door veldwerk en participerende observatie.
Going native = volledig ondergedompeld / participant in andere cultuur.
Thick description = een type beschrijven dat op omvattende en gedetailleerde wijze de
complexe omgeving van een cultureel of sociaal gebeuren mee in beeld brengt.
o Een thin description is het tegenovergestelde, waarbij alleen verslag over feiten
wordt gedaan.
Eigen kracht conferenties zijn voor individuen en families, als herstel nodig is. Er wordt een plan
gemaakt met betrokkenen waarbij de regie in handen blijft van de persoon/personen om wie het
gaat.
Eigen = persoonlijke identiteit
o Existentialisme: wat betekend het voor mij om mens te zijn?
Kracht = de religieuze kracht die uitgaat van samenzijn en samen problemen oplossen
o ‘Eigen kracht’ valt onder sociale culten.
o Peyote cult: genezende werking.
Conferentie = sociale identiteit
o Sociaal kapitaal: hulpmiddelen – in de vorm van relaties – waarover je beschikt.
o Disidentificatie: connecties met groep minimaliseren.
o Dissociatie: afstoten van identiteit.
Bonding is sociaal kapitaal dat bestaat uit sterke banden, bijvoorbeeld familie.
Bridging is sociaal kapitaal dat bestaat uit zwakke banden in een netwerk, waarmee een brug wordt
geslagen naar andere groepen in de samenleving.
Van theemutscultuur naar walkman ego: van cultuur gericht op gemeenschap en samenhang, naar
cultuur gericht op consumptie.
, Er zijn drie antropologische perspectieven:
1. Structureel functionalisme – Emile Durkheim
Gaat uit van de samenleving als solidair, harmonieus systeem en dat beoogt sociale cohesie.
Alles is gericht op het voortbestaan van het systeem. Ieder instituut draagt bij aan het functioneren.
De individu moet zich aanpassen aan de samenleving.
2. Conflictsociologie – Karl Marx
Elk sociaal systeem wordt gekenmerkt door conflict. Samenleving bestaat uit op klasse, sekse
en ras gebaseerde sociale ongelijkheden. Het functioneren van de samenleving pakt voor sommige
mensen goed uit en voor andere mensen minder goed. Sociaal handelen komt voort uit strijd om bijv.
macht.
Niet de individu moet veranderen, maar ontwikkelingen die leiden tot ongelijke
maatschappelijke structuren moeten veranderen.
Sekseconflictbenadering, feminisme, rassenconflicten, sociale ongelijkheid, mensenrechten..
3. Symbolisch interactionisme – Blumer en Goffman
Samenleving is het resultaat van de interacties tussen individuen. Er bestaan geen instituten,
slechts mensen. In interactie geven mensen vrijwel alles een betekenis. Dit is voor hun de
werkelijkheid – de werkelijkheid is veranderlijk. Menselijke interacties zijn oorzaak van het probleem
én de oplossing.
De ‘eigen kracht’ van mensen staat centraal. Er wordt gekeken naar de interacties en
samenwerking van individuen binnen kleinere samenlevingsverbanden.
Structureel functionalisme Meso Social casework: werken met methodieken gericht op
bevorderen sociale cohesie.
Conflict sociologie Macro Kritisch sociaal werk: methodieken gericht op
verandering van ongelijke samenlevingsstructuren.
Symbolisch interactionisme Micro Eigen kracht werken, methodieken gericht op
emancipatie van het individu.
Hoorcollege 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoë21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.57. You're not tied to anything after your purchase.