100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Staatsrecht Begrepen $7.50   Add to cart

Summary

Samenvatting Staatsrecht Begrepen

 126 views  14 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Staatsrecht Begrepen Tweede Druk van A.W. Heringa.

Preview 4 out of 33  pages

  • Yes
  • September 29, 2023
  • 33
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Staats- en bestuursrecht
Hoofdstuk 1 Algemene begrippen
1.1 Inleiding
Nederland is een koninkrijk met een centrale overheid. De centrale overheid is
onderverdeeld in provincies, die weer onderverdeeld zijn in gemeenten en
waterschappen, deze verdeling noemen we territoriale decentralisatie.
→ Al deze decentrale lichamen hebben bevoegdheden met een wettelijke
grondslag → dit is bepaald in het legaliteitsbeginsel.
→ Samen vormen zij (het rijk, de provincies, de gemeenten en de
waterschappen) de staat

In Nederland zijn er twee vormen van decentralisatie: autonomie en medebewind. Bij
autonomie gaat het eigenlijk om het overdragen van bepaalde bevoegdheden die ze zelf
gaan uitvoeren. Bij medebewind krijgt het medebewindorgaan de bevoegdheid/plicht om
mee te werken aan een hogere regeling. Ze zijn als het ware uitvoerder van centrale
wetgeving en beleid

1.2. Staat en staatsrecht

Criteria van een staat zijn:
- Het is een organisatie met overheidsgezag
- Heeft betrekking op een bepaald grondgebied
- Heeft geweldsmonopolie waarbij de staat burgers mag opsluiten, straffen en
geweld mag gebruiken ter bescherming van haar onderdanen en de staat
- Heeft (interne) soevereiniteit waarbij het zelfstandig besluiten mag nemen
- Heeft externe soevereiniteit waarbij de organisatie erkend is als staat door
andere staten en beschermd is tegen inbreuken op het grondgebied →
het gevolg hiervan is agressieverbod en recht op zelfverdediging.
- Een staat heeft rechtspersoonlijkheid, hij kan deelnemen aan internationaal
rechtsverkeer en verdragen afsluiten, art. 2:1 BW

1.3. Soevereiniteit

Als een staat soevereiniteit heeft dan heeft het een eigen lotsbestemming, eigen koers,
hoeft het geen interventies van andere landen te dulden en mag het bedreigd of aangevallen
worden door andere landen. Soevereiniteit kan in verschillende contexten gebruikt worden:
- Interne soevereiniteit; autonomie bij het maken van eigen keuzes.
- Soevereiniteit die aanduidt wie het hoogste gezag is binnen de staat. In Nederland is
dit de grondwet(gever) De grondwet wordt gegrondvest in de wil van het volk:
volkssoevereiniteit
- Soevereiniteit die aanduidt wat de grondslag is voor het gezag.
- Externe soevereiniteit; de rechten die het krijgt wanneer het internationaal erkend is.
Mag zich verdedigen tegen aanvallen van buitenaf
- Soevereiniteit als retorisch begrip

,1.4 Constituties en grondwetten

De structuur van de staat wordt de constitutie genoemd, de constitutie omvat regels betreft
bevoegdheden, instellingen, procedures, rechten van burgers, rechtspraak en organen. In
Nederland heet dit de Grondwet
→ Grondwetten zijn er om de basisregels van het staatsrecht enige vastigheid te geven en
het lastig te maken om veranderingen zomaar te kunnen doorvoeren. Ook dat eenvoudig de
grondwet met bescherming van burgers en democratie kan worden veranderd of afgeschaft.

1.5 Staatsrecht

Het staatsrecht (constitutioneel recht) gaat over de statelijke instellingen en organen op
nationaal en decentraal niveau, maar ook de rechten van burgers t.o.v de staat

1.5.1 Hoofdvragen van het staatsrecht

1. Welke bevoegdheden zijn toegekend aan een lichaam of orgaan?
2. Wat is de reikwijdte van de bevoegdheid? Wat houdt die in, wat staat er precies
omschreven en tot hoever mag de uitoefening ervan gaan?
3. Bestaan er andere grenzen? Komt de bevoegdheidsoefening niet in strijd met
andere regels en beginselen?
4. Wie houdt toezicht op de naleving van de bevoegdheidsgrondslag, de
uitoefening van de bevoegdheid en de eventuele strijd met grondrechten
of algemene beginselen → kan via het petitierecht controle uitvoeren


1.5.2 Waar staat het staatsrecht?

Staatsrecht zijn: grondwet, wet, regel, ongeschreven staatsrecht, gebruiken/gewoontes en
de politieke praktijk.
Staatsrechtelijke regels: juridische regels in grondwet en wetgeving
Ongeschreven staatsrecht: regels die nergens staan opgeschreven, maar alle actoren
stemmen met elkaar in dat er sprake is van een regel
→ Vertrouwensregel: het kabinet en de ministers moeten het vertrouwen hebben
van het parlement, er is sprake van vertrouwen, tot het tegendeel wordt
bewezen

1.6 Rechtsstaat

Er zijn vier kwaliteitskenmerken waaraan moet worden voldaan om te spreken van een
rechtsstaat:

1. Staat opereert op basis van algemene regels, via wetgeving, die door een
democratisch samengestelde wetgever wordt gemaakt en waardoor discriminatie en
willekeur worden voorkomen omdat eeniedere aan dezelfde algemene regels is
onderworpen: gelijkheid voor en door de wet
2. Scheiding der machten van de overheid → zodat niet alle macht en
bevoegdheden in een hand of bij een persoon of orgaan zijn, waardoor

, misbruik van macht minder kans heeft → trias politica met wetgevende,
rechtsprekende en uitvoerende macht
3. Legaliteitsbeginsel waarin de staat gebonden is aan regels, bevoegdheden tot
ingrijpen door de staat dienen terug te voeren zijn op wetgeving/de grondwet die
deze bevoegdheden toekent
4. Grondrechten waaraan de staat is gebonden en respect heeft voor de fundamentele
rechten van de burger
5. Het hebben van een onafhankelijke rechterlijke macht waartoe burgers toegang
hebben ter bescherming van hun rechten en vrijheden, en waarvan de uitspraken
door de staat worden gerespecteerd en nageleefd

Botsing tussen handelen in een terroristische situatie en de fundamentele
rechten van de mens → balans vinden waarin maatregelen evenredig en strikt
noodzakelijk zijn → elementen van de rechtsstaat moeten ook onderling in balans
zijn

1.7. Democratie

De vertaling van democratie is ‘zeggenschap van het volk’. Het geeft de bevolking een stem
in de beslissingen door de overheid. Er zijn verschillende vormen, op het moment

1.7.1 Directe democratie

Bij een directe democratie beslist het volk zelf, maar dit is lastig te realiseren
→ Kost veel tijd, sommige zaken kunnen beter aan deskundigen worden
overgelaten en consistentie van besluitvorming is belangrijk

1.7.2 Indirecte democratie

Bij een indirecte democratie kiezen de burgers afgevaardigden of functionarissen die als
jet ware namens de kiezers de wetgeving maken en de besluiten nemen
→ Rechtstreekse verkiezingen: Tweede Kamer, Provinciale Staten,
waterschappen, gemeenteraden en het Europees parlement
→ Indirecte verkiezingen: Eerste kamer (gekozen door Provinciale Staten)

1.7.3 Combinaties: het referendum als toevoeging

Indirecte democratie kan leiden tot een gevoel van burgers waarbij ze vinden dat niet goed
genoeg worden vertegenwoordigd, of dat er niet goed genoeg wordt geluisterd naar de
burgers. De meningen van het volk gevraagd worden door middel van een referendum. Een
referendum is een stemming door kiezers over een bepaald vraagstuk
→ Raadplegend referendum: de wetgever vraagt de kiezers om raad/geeft het referendum
uit
→ Raadgevend referendum: initiatief ligt bij de kiezers om een referendum te vragen

1.7.4 Democratie en rechtsstaat

, → Spanning: verschillende uitgangspunten, bv: vrijheid van onderwijs of
godsdienst, discussie over rechten en democratie
→ Maar ook wederzijdse versterking: democratie en legaliteitsbeginsel,
beperking grondwet alleen met democratische legitimatie
1.10 Scheiding der machten

Om machtsmisbruik te voorkomen bedacht Montesquieu het systeem Trias Politica,
scheiding der machten, art. 92 Grondwet.

Er zijn 3 functies en machten, horizontale scheiding der machten:
1. Wetgevende macht, Staten-Generaal → het maken van algemeen
verbindende voorschriften/materiële wetten
2. Uitvoerende macht, Regering. → het doen toepassen van de algemeen
verbindende regels: het opsporen en vervolgen van overtreders; het
weigeren /verlenen van vergunningen, het innen van belastingen, dan wel
het geven van subsidies. Kan ook beleidsregels maken over het uitvoeren
van bestuursbevoegdheden en heeft de wetgever de bevoegdheid om
nadere regels te stellen
3. Rechtsprekende macht, rechtspraak. → het beslissen over geschillen tussen
burger en overheid, tussen burgers onderling, en via het strafrecht over
strafbare feiten, waarbij de rechter kan toekomen op de interpretatie van
wet

→ Aanzienlijke versterking van de uitvoerende macht
→ Samenwerking tussen het Parlement en de Regering

1.14 Toedeling van bevoegdheden

Bevoegdheden bestaan pas nadat ze door de (grond)wetgever zijn gecreëerd, en kunnen zij
slechts worden uitgevoerd door de instantie die daartoe is aangewezen en alleen binnen de
grenzen van de wet en de grondwet
- Attributie: Het creëren van een nieuwe bevoegdheid en deze toekennen aan een
instantie
- Delegatie: Het overdragen van bestaande grondwettelijke bevoegdheden aan een
lagere wetgever


Hoofdstuk 2 Het Koninkrijk der Nederlanden
2.1 Inleiding

Het koninkrijk der Nederlanden
Bestaat uit 4 landen
1. Nederland + de bijzondere gemeenten (Caribisch Nederland) -> Bonaire, Sint
Eustatius, Saba
2. Aruba
3. Curaçao
4. Sint Maarten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjekoop1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.50  14x  sold
  • (0)
  Add to cart