100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting De bestuurlijke kaart van Nederland - Bestuurskunde $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting De bestuurlijke kaart van Nederland - Bestuurskunde

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek De bestuurlijke kaart van Nederland van G.E. Breeman, W.J. van Noort - ISBN: 9789046907344, Druk: 7, Uitgavejaar: -

Preview 4 out of 37  pages

  • Yes
  • September 29, 2023
  • 37
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Bestuurskunde
De bestuurlijke kaart van Nederland

Hoofdstuk 1
Kenmerken Nederland openbaar bestuur:
- Nederland is een constitutionele monarchie (de koning is het staatshoofd, maar zijn
handelen is gebonden aan de grondwet)
- Nederland is een rechtsstaat (de overheid dient zich te houden aan het
legaliteitsbeginsel, ze mag alleen handelen op grond van wettelijke bevoegdheden, en
burgers beschikken over grondrechten, zoals vrijheid van drukpers en godsdienst)
- Nederland kent een scheiding van kerk en staat (Trias politica)
- Nederland heeft een parlementair stelsel (de bevolking kiest rechtstreeks het hoogste
besluitvormde orgaan, de Tweede Kamer, waaraan de regering verantwoording schuldig
is)
Het parlementaire stelsel kent ministeriële verantwoordelijkheid (de ministers zijn
verantwoordelijk, ook voor het optreden van het staatshoofd en voor het doen en laten
van de rijksambtenaren)
Ook is de vertrouwensregel van toepassing (ministers worden geacht af te treden zodra
zij het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging verloren hebben)
Het parlementaire stelsel is dualistisch (de volksvertegenwoordiging is onafhankelijk van
de regering en ook kunnen de ministers geen deel uitmaken van de Staten-Generaal)
- De Nederlandse bevolking kiest geen bestuurders
- Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op een stelsel van evenredige
vertegenwoordiging (het aantal zetels voor een partij is in overeenstemming met de
aanhang van die partij onder de bevolking)
- Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat (enerzijds is er sprake van een
rijksoverheid die zaken aan lagere overheden kan opleggen. Anderzijds zijn er taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden overgedragen aan lagere overheden)
- Nederland kent geen constitutioneel hof of juryrechtspraak
- Nederland kent een omvangrijk functioneel bestuur (bestuursorganen die een beperkt,
wettelijk vastgelegd takenpakket hebben, zoals de waterschappen)

,Hoofdstuk 2
Een staat heeft 4 kenmerken:
- Er is sprake van een specifiek grondgebied
- Er is een bevolking (Antarctica wordt bijv. niet als staat beschouwd)
- Er is een wettelijke ordening en een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend de wet-
en regelgeving kan handhaven
- Het wordt erkend door andere staten

Soevereine staat: een onafhankelijke staat die in het internationale recht gelijk is aan alle
andere staten

De Staat der Nederlanden (de Nederlandse overheid) is een rechtspersoon.  Is bevoegd
rechtshandelingen te verrichten (kan o.a. een koopovereenkomst met een burger aangaan,
een verdrag met een andere staat sluiten of aan burgers belastingaanslagen opleggen)

Een staat hoeft geen aaneengesloten territorium te hebben. Zo maakt Nederland deel uit van
het Koninkrijk der Nederland samen met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.

Bonaire, Saba en Sint-Eustatius hebben de status van ‘openbaar lichaam’, een soort
gemeentes van Nederland.

Het Statuut is van een hogere orde dan de grondwet (‘de grondwet neemt de bepalingen van
het statuut in acht’)

De Nederlandse koning is staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland,
Aruba, Curaçao en Sint-Maarten) in deze laatste 3 landen wordt de koning vertegenwoordigd
door de gouverneur.

De regering van het koninkrijk bestaat uit de koning en de Raad van Ministers (bestaat uit
alle Nederlandse ministers en 3 gevolmachtigde ministers uit Aruba, Curaçao en Sint-
Maarten).

Nederland is een constitutionele monarchie (een staat waarin de koning ondergeschikt is aan
de wet)

Constitutie: het geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels met betrekking
tot de organisatie van een staat (kunnen zijn vastgelegd in de grondwet, maar dit hoeft niet)

Parlementair stelsel: regeringsvorm waarbij het volk zijn eigen vertegenwoordigers in het
parlement kies (het volk kiest de Tweede Kamer)

Het parlementair stelsel kent 2 principes:

1. Ministeriële verantwoordelijkheid: (De koning is onschendbaar, de ministers zijn
verantwoordelijk. Zij moeten verantwoording afleggen over de handelingen van het
koningshuis en over het functioneren van het ambtenarenapparaat)
2. Een kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de tweede kamer hebben,
de vertrouwensregel (ministers worden geacht af te treden zodra zij het vertrouwen
van de volksvertegenwoordiging verloren hebben)

Koninklijke familie: de familie van Oranje-Nassau
Koninklijk Huis: de leden van de koninklijke familie voor wie ministeriële verantwoordelijkheid
bestaat

,Nederland is een rechtsstaat (de Nederlandse staat is onderworpen aan de regels van het
recht)

Kenmerken rechtsstaat:

- De overheid mag niet handelen naar willekeur
- Er moet sprake zijn van Trias politica (uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende
macht zijn gescheiden) voorkomt dat een staatsmacht absoluut is. Nederland voldoet
hier niet helemaal aan: de regering(uitvoerend) is bijv. betrokken bij de
wetsvoorbereiding(rechtsprekend)
- Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen
- Het bestaan van grondrechten (recht op vrijheid van meningsuiting, godsdienst, etc.)
- Het bestaan van vrije en onafhankelijke media (persvrijheid)

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat (staatsorganisatie met verschillende
bestuurslagen, waarbij de relatie tussen de bestuurslagen berust op de samenhang van
autonomie, medebewind en toezicht)
Decentralisatie: overdracht van taken en bevoegdheden aan lagere rechtsgemeenschappen
of bestuurslagen.
Eenheidsstaat: samenhang van coördinatie die centraal van bovenaf wordt opgelegd dit
betekent dat hier ambiguïteit is ingebouwd (het is centraal, maar er is toch variatie mogelijk)

Kernbegrippen voor een gedecentraliseerde eenheidsstaat:
Autonomie: medebewind en toezicht (gemeentes en provincies hebben een eigen
bevoegdheid.)
Medebewind: de inhoud van regels is vrij, maar er moet wel rekening gehouden worden met
regels van een hogere orde.
Toezicht: de overheid kan alles vernietigen wanneer dit in strijd met de wet zijn of het
algemeen belang

Verder kunnen gemeenten algemene plaatselijke verordeningen (APV’s) uitvaardigen. Dit
zijn wetten die alleen in de betreffende gemeente gelden. Echter mogen deze APV’s niet in
strijd zijn met de algeheel geldende Nederlandse wetgeving.

Samenwerken in het Huis van Thorbecke is van belang, omdat:

- Er zo een duidelijke taakverdeling is tussen de bestuurslagen
- Lagere bestuurslagen en gemeentes weten beter wat er bij de mensen speelt
- Problemen beperken zich niet tot een eigen grondgebied (buslijn/wegen aanleggen bijv.)

De bestuurlijke indeling van Nederland is een territoriale indeling. De drie bestuurslagen zijn
vrij om op verschillende terreinen initiatieven op hun eigen grondgebied uit te voeren.
Territoriaal bestuur wordt dit ook wel genoemd. Wanneer een bestuur een beperkt wettelijk
vastgelegd takenpakket krijgt, wordt zij een functioneel bestuur genoemd.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste politiek-bestuurlijke instituties van het nationaal
bestuur besproken. Het Nederlandse politiek-bestuurlijke stelsel kan worden
gekarakteriseerd als een dualistisch parlementair stelsel. Op papier is er namelijk een
scheiding tussen de regering en het parlement. Zo zijn ministers in Nederland bijvoorbeeld
geen lid van het parlement. Echter vertoont het Nederlands parlementair stelsel ook
monistische trekjes, aangezien er ook momenten zijn waarop regering en parlement juist
intensief samenwerken, zoals bijvoorbeeld bij het opstellen van het regeerakkoord.

, Hoofdstuk 3
Democratische politieke stelsels kunnen worden onderscheiden in:
- Presidentiëler stelsels: regering en parlement ontlenen hun positie direct aan een
verkiezingsuitspraak (VS).
- Parlementair stelsel: er is een afhankelijkheidsrelatie tussen regering en parlement en
alleen het parlement wordt direct gekozen (Nederland en Duitsland).
- Conventioneel stelsel: de ministers worden gekozen uit de volksvertegenwoordiging
(Zwitserland).

Het Nederlandse parlementaire stelsel is dualistisch (de Staten-Generaal stellen zich
onafhankelijk op ten opzichte van de regering en de ministers zijn geen lid van de Staten-
Generaal)

De koning ontvangt de notulen van de ministerraadsvergaderingen en heeft wekelijks een
gesprek met de minister-president

Parlement: eerste en tweede kamer
Regering: de Koning en de ministers
Kabinet: de ministers en de staatssecretarissen

Kabinetsformatie verloopt als volgt:
Na de verkiezingen roept de Tweede Kamervoorzitter alle fractievoorzitters bijeen en
benoemt een ‘verkenner’ (gaat in gesprek met alle fractievoorzitters om te zien welke fracties
samen een coalitie kunnen vormen).

- Aan de hand hiervan benoemt de Tweede Kamer een of meer informateurs die de
onderhandelingen voor de vorming van een kabinet leiden. De informateur komt
gewoonlijk uit de grootste partij.
- De informateur onderzoekt de mogelijkheid tot samenwerking van twee of meer partijen
in een kabinet
- Als de informateur zijn taken heeft afgerond, benoemd de Kamer een formateur (dit is
meestal de minister-president uit meestal de grootste coalitiepartij). Deze rondt de
vorming van het kabinet af door voor de verschillende portefeuilles personen te zoeken.
- Na de formatie komt het nieuwe kabinet bijeen om het regeerakkoord op te stellen en te
ondertekenen. Het regeerakkoord behelst de afspraken tussen de coalitiepartijen over
het te voeren regeringsbeleid.
- De koning beëdigd de ministers en staatssecretarissen.

Regeerakkoord: behelst de afspraken tussen de coalitiepartijen over het te voeren
regeringsbeleid Minister zonder portefeuille. Lid van de regering dat politieke
verantwoordelijkheid draagt en dat geen hoofd is van een ministerie zijn vaak
verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein

De minister-president (of premier) heeft een aantal bevoegdheden:

- Het zelfstandig vaststellen van de agenda van de ministerraad
- Hij maakt als regeringsleider deel uit van de Europese Raad
- Hij geeft na afloop van de wekelijkse ministerraadvergadering een persconferentie en
interview
- Hij is verantwoordelijk voor de Rijksvoorlichtingsdienst en de Wetenschappelijke Raad
voor het Regeringsbeleid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiekevanderveer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
Add to cart
Added