Een uitgebreide samenvatting voor de fysiotherapie ANA kennistoets blok 1A. Alle colleges zijn uitgewerkt in duidelijke beschrijvingen en opsomming en uitleg per leerdoel (met toegevoegde afbeeldingen waar nodig). Ook de anatomie uit de vaardigheidslessen staan uitgebreid beschreven
-m.b.t. vlakken, assen en bewegingen: frontaal, sagittaal, transversaal, longitudinaal, ab- en
adductie, ante- en retroflexie, endo- en exorotatie;
-m.b.t. richtingaanduidende termen: ventraal, dorsaal, mediaal, lateraal, distaal, proximaal,
craniaal, caudaal enz. zie pag. 7 van het Werkboek Speciële Anatomie;
-m.b.t. de typen verbindingen tussen botstukken: junctura ossea, fibrosa, cartilaginea en
synovialis. De relatie tussen het type verbinding van de botstukken en de anatomische/passieve
stabiliteit (d.w.z. zonder inmenging van spieren) en de mobiliteit van het ‘gewricht’;
*junctura ossea = botverbinding
*junctura fibrosa = bindweefselverbinding
-junctura fibrosa syndesmosis = verbinding door banden
-junctura fibrosa sutura = smalle spleten gevuld met bindweefsel (schedel)
*junctura cartilaginea = kraakbeen verbinding
-junctura cartilaginea synchondrosis = verbinding met hyalien kraakbeen (ribben)
-junctura cartilaginea symphysis = verbinding met vezelig kraakbeen (bekken)
*junctura synovialis = vloeistof verbinding
-Relatie tussen het type synoviale verbinding en de anatomische cq passieve stabiliteit;
*art. cylindrica ginglymus = as loodrecht op lengte-as van beide botstukken
*art. cylindrica trochoidea = as in de lengte richting van bewegende stuk
* art. sphaeroidea = 3-assig, in alle richtingen dus
* art. ellipsoidea = 2-assig, zowel rotatie als translatie
* art. sellaris = 2-assig, botuiteinden zijn zowel kop als kom
* art. plana = translatie in alle richtingen, rotatie om eigen as
-m.b.t. de bouw van een synoviaal gewricht: capsula articularis bestaand uit een membrana
fibrosa en een membrana synovialis, cavum articulare met synovia, cartilago articularis,
ligamenten (capsulair, extra- en intra-capsulair), meniscus, bursa;
,*capsula articularis = kapsel
*membrana fibrosa = bindweefsel membraan
* membrana synovialis = binnenzijde van membraan
*cavum articulare = gewrichtsspeel, hier zit synovia in
* cartilago articularis = kraakbeen op gewrichtsuiteinden
*ligamenten = banden
*bursa = slijmbeurs
-m.b.t. de standen van een synoviaal gewricht: Close-Packed-Position (C.P.P.) en Maximally Loose
Packed Position (M.L.P.P.) van een gewricht in relatie met congruentie/discongruentie van
gewrichtsvlakken en in relatie met de stabiliteit/instabiliteit van het gewricht;
*
- m.b.t. de bewegingsmogelijkheden in een synoviaal gewricht: Active Range of Motion (AROM) en
Passive Range of Motion (PROM).
* de active range of motion wordt bepaald door de patient zelf de beweging te laten uitvoeren
zonder hierbij extra kracht te zetten met andere ledematen of hulpmiddelen
*de passive range of motion wordt bepaald door de patient in ontspannen toestand door iemand
anders te laten bewegen
-extra info powerpoint
*dexter =rechts
*sinister = links
*art. simplex = enkelvoudig gewricht, 2 botstukken komen samen
*art. composita = meerdere botstukken komen samen
*art duplex = bicondylair, twee botstukken komen op meerdere plekken samen
* art. complexa = gewricht met disci of menisci
CO 2
1. kan uitleggen wat de functionele verschillen zijn tussen de drie soorten spierweefsel (glad, hart,
skeletspierweefsel)
- glad spierweefsel : autonoom, onvermoeibaar, langzaam, geen vorming van zuur milieu
- hart spierweefsel : autonoom, onvermoeibaar, sneller, geen vorming van zuur milieu
- skeletspierweefsel : willekeurig, vermoeibaar, snel, vorming van zuur milieu
2. kent de algemene indeling van spieren naar vorm en vezelverloop (spier-architectuur) en kan
uitleggen wat daarvan de functionele consequenties zijn wat betreft fysiologische doorsnede,
hefhoogte en het moment dat de spier kan leveren
, -parallel= overal evenbreed en recht vezelsverloop
- fusivorm = breed in het midden, smal aan de uiteindes met rechtvezelverloop
- unipenaat = breed in het midden, smal aan de uiteindes met scheef vezelverloop
- bipennaat = breed in midden, smal aan de uiteindes met scheefvezelverloop met in het midden een
scheiding
-multipennaat = breed in het midden, smal aan de uiteindes met scheef vezelverloop, heeft
meerdere scheidingen
- de fysiologische doorsnede spier van een pennate spier is groter dan van een met recht
vezelverloop
3. kan uitleggen wat het (functionele) onderscheid is tussen een agonist, een synergist, een
neutraliserende spier, een stabiliserende spier en een antagonist
- de agonist is de spier die hoofdzakelijk de beweging veroorzaakt
-de synergist is een spier die meewerkt aan de beweging
-een neutraliserende spier gaat ongewenste bijwerkingen van antagonist en synergist tegen
- antagonist is de tegenwerkende spier
-de stabiliserende spier fixeert de origo of insertie van een spier
4. kent de drie verschillende contractievormen (concentrisch, isometrisch, excentrisch) en kan
daar wat betreft de beenspieren functionele voorbeelden van geven
Extra info powerpoint:
-volgorde: spier, spierbundel, spiervezel, myofibril, myofilament
-je hebt: eenkoppige spier, meerkoppige spier, platte spier, tweebuikige spier en meerbuikige spier
-een spier met een werking over 1 gewricht = monoarticulair
-een spier met werking over 2 gewrichten = bi-articulair
-een spier met werking over meerdere gewrichten = poly-articulair
CO 3
1.m.b.t. de bouw van een synoviaal gewricht: capsula articularis bestaand uit een membrana
fibrosa en een membrana synovialis, cavum articulare met synovia, cartilago articularis,
ligamenten (capsulair, extra- en intra-capsulair), meniscus, bursa.
-zie CO 1
2. m.b.t. het bekken:
-ante- en retroversie van het bekken (standsveranderingen van het bekken);
-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rsfysio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.