100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Blok 1.6 Klinische psychologie - Probleem 4 $3.77
Add to cart

Summary

Samenvatting Blok 1.6 Klinische psychologie - Probleem 4

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Blok 1.6 Klinische psychologie - Probleem 4

Preview 2 out of 18  pages

  • September 19, 2017
  • 18
  • 2013/2014
  • Summary
avatar-seller
Probleem 4
Leerdoelen:
- Wat is normaal/abnormaal?
o Welke factoren bepalen dit?
- Wanneer is een seksuele voorkeur een psychologische aandoening?
o Wat is parafilie?
- Welke parafilieën zijn er?
o Oorzaak, behandeling, gevolg
- Wat is een gender identity stoornis?
o Oorzaak, behandeling, gevolg

Bronnen: Butcher, Franken, vd Molen



Wat is normaal/abnormaal en welke factoren bepalen dat?

Seligman, Walker en Rosenhan (2001) onderscheiden 7 factoren die bepalen of gedrag als
abnormaal of pathologisch wordt beschouwd. Hoe meer er aanwezig zijn en hoe
duidelijker ze aanwezig zijn, bepaald de mate in hoeverre we zeker kunnen zijn dat een
persoon of bepaald gedrag abnormaal is.

Wanneer spreek je van abnormaal?
Slechts zelden zullen de zeven aspecten van abnormaal gedrag allemaal aanwezig zijn. We
spreken van abnormaliteit als ten minste één van de 7 factoren aanwezig is.

De zeven factoren
1. Persoonlijk lijden (=geen voorwaarde)
Bij veel psychische stoornissen lijdt de persoon erg onder zijn problemen. Persoonlijk
lijden is echter geen voldoende voorwaarde om van abnormaal te kunnen spreken.
Andersom hoeft een psychische stoornis ook niet per se met persoonlijk lijden gepaard
te gaan.
2. De (dis)functionaliteit van het gedrag
De mate waarin gedrag het dagelijks functioneren en het welbevinden van de persoon
beïnvloedt, bepaalt of iets normaal of abnormaal is. Gedrag kan ook abnormaal zijn
wanneer het het dagelijks leven of welbevinden van anderen verstoort. Maar niet elk
gedrag dat anderen verstoort is een symptoom van een psychische stoornis (bijv. stelen).
o Disfunctioneel gedrag: gedrag wat het individueel functioneren belemmert op
het gebied van beroepsmatig functioneren en het onderhouden van
bevredigende relaties met anderen. Ook verhindert het dat een persoon
bepaalde doelen bereikt.
3. Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
Als mensen in het gedrag van een ander geen logica of zin kunnen ontdekken, zijn zij
geneigd die ander als abnormaal te bestempelen.
4. Onvoorspelbaarheid en controleverlies
Mensen zien consistentie en controle als normaal. Men wil gedrag kunnen voorspellen
om zo het gevoel van controle te hebben, als dit niet lukt wordt men angstig en

, beoordeeld men het gedrag als abnormaal. Er zijn twee typen situaties waarin gedrag
vaak als abnormaal wordt gezien:
o Situaties waarin regels die normaal het gedrag van een persoon sturen,
plotseling niet meer werkzaam zijn. Bijv. een vriendelijke man, die opeens
zijn kennis aanvliegt.
o Situaties waarin de toeschouwer de oorzaak of aanleiding van het gedrag niet
kent en niet kan achterhalen. Bijv. een vloekende vrouw, rennend door de
winkelstraat.
Onvoorspelbaarheid en controleveries op zich zijn geen voldoende redenen om een
psychische stoornis te veronderstellen.
5. Opvallend en onconventioneel gedrag
Bij het beoordelen van anderen hebben mensen vaak hun eigen gedrag als maatstaf.
Gedrag wat sterk afwijkt van deze maatstaf wordt vaak als abnormaal gezien. Of gedrag
opvalt, is erg afhankelijk van hoevaak het gedrag voorkomt. Alleen als mensen opvallend
gedrag ook sociaal onwenselijk achten, vinden zij het gedrag pathologisch.
6. Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt
Elke cultuur bevat regels die niet letterlijk op papier zijn gezet (ze zijn impliciet), maar
wel duidelijk aanwezig zijn voor iedereen. Als zo’n regel wordt overschreden, kan dat
zorgen voor een ongemakkelijk gevoel (observer discomfort). Dit gevoel kan ervoor
zorgen dat anderen geneigd zijn dat gedrag abnormaal te vinden.
o Het gaat vooral om restregels  ze gaan over impliciete sociale
verwachtingen.
7. Het overtreden van morele normen
Op basis van de morele standaarden en geïdealiseerde normen maakt men onderscheidt
tussen normaal en abnormaal gedrag. Gedrag dat niet voldoet aan iemands persoonlijke
normen en waarden wordt als abnormaal gezien.

The four “D”s of abnormality (Nolen Hoeksema, Comer)
1. Disfunction: niet functioneren in het dagelijkse leven (belemmert het functioneren)
2. Disstress: mentaal leed bij zichzelf of bij anderen (stressvol en onaangenaam gedrag)
3. Deviant: afwijkend/extreem gedrag
4. Dangerous: gevaar voor zichzelf en zijn omgeving
DEZE FACTOREN WORDEN BESLIST DOOR DE MAATSCHAPPIJ
 Szazz: Een verstoring van de sociale orde is een excuus om het aan te pakken.

Foute diagnoses:
- Fout positief / type 1 fout: gedrag ten onrechte als abnormaal zien
- Fout negatief / type 2 fout: onjuist inschatten van normaliteit


Waar ligt de grens? (drie modellen)
 Het statistisch model
Het statistisch model heeft als uitgangspunt dat de menselijke eigenschappen min of
meer normaal verdeeld zijn. Wanneer je buiten de grenzen van de normale verdeling
valt (extreem hoge of extreem lage score), vertoon je abnormaal gedrag. Problemen:
- De vraag over waar de grens moet worden getrokken (bijv. tussen gemiddeld-hoog of
tussen hoog-zeer hoog?). Het antwoord hierop is vaak arbitrair. Model is gebaseerd op
dimensionele benadering van psychopathologie  psychologische tests sluiten hierbij
aan

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukantonissen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.77
  • (0)
Add to cart
Added