SHORT Summary Theory and Practice of Empirical Research - Methods of Research and Intervention (MAN-MOR002)
College notes Methods of Research and Intervention (MAN-MOR002) Theory and practice of empirical research
All for this textbook (2)
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Bedrijfskunde
Onderzoeks- en interventiemethodologie A
All documents for this subject (22)
2
reviews
By: avene • 7 year ago
By: sannevandevorst • 7 year ago
Seller
Follow
kris123
Reviews received
Content preview
OIM A - Theorie
Hoofdstuk 1 – Inleiding
Universiteit
Een universiteit is een gemeenschap van docenten en academici (‘’universitas magistrorum et
scholarium’’) en heeft twee hoofdtaken:
Voor een academisch geschoolde onderzoeker is van belang
Zich er rekenschap van te geven dat er altijd onderliggende aannames zijn;
Zich bewust te zijn van de aannames waar men zelf vanuit gaat;
In staat te zijn deze aannames te expliciteren, en eventueel;
Vanuit deze aannames te beargumenteren waarom een onderzoek is opgezet zoals het is
opgezet.
Het doel van wetenschappelijk onderzoek is het produceren van nieuwe kennis. Maar wat is
wetenschap?
Systematisch Ordenen van kennis; verwerven en verwerken
Poging tot objectiviteit Nooit helemaal ‘’kleurloos’’
Methoden ‘’Gereedschapskist’’
Wetenschap is een dominante drijvende krant achter maatschappelijke ontwikkelingen. Het is
gevoelig voor machtstructuur en de context. De manier van het uitvoeren van een onderzoek zijn
cruciaal, dit heeft alles te maken met methoden en methodologie.
‘’Leren’’ kan op twee manieren:
1) Instrumenteel Wat je vandaag leert, kan je morgen gebruiken. Een bepaald probleem oplossen.
2) Conceptueel Abstracter, nieuwe inzichten opdoen waarvan je niet gelijk ziet dat ze bruikbaar
zijn. Patronen zoeken.
Wetenschappelijke methode
Methodologie Theorie rondom het onderzoeken
Methode Hoe voer je het uit?
Rol van observatie en metingen (kwantificering)
Theoretische/hypothetische verklaringen voor geobserveerde verschijnselen
Predicties over wat in de werkelijkheid het geval moet op basis van de hypothese(n)
Experimentele test van de predictie(s)
1
,Onderzoek
A) Theorie: fundamenteel, kennis om kennis
B) Praktijk: probleem van buitenaf
Overzicht wetenschappelijke kennis
Verworven door methodisch onderzoek
Conceptueel Samenhangend
Reflectief/kritisch Kritisch kijken naar anderen en jezelf
Doorzichtig/transparant Duidelijk + om fraude op te sporen. Is het duidelijk wat je doet?
Hoofdstuk 2 – Kennis als product
Kennis om de kennis is eigenlijk zuiver wetenschappelijk onderzoek. Er bestaat beschrijvende kennis,
waarbij de vraag is wat iets is. Ook is er verklarende kennis, waarin gezocht wordt naar antwoorden
op de vraag waarom iets zo werkt. Als er de vraag wordt gesteld hoe is veranderd kan worden,
spreekt men van een voorschrijvende (of prescriptieve) kennis.
Kennis bestaat in de wetenschap uit uitspraken over de werkelijkheid. Deze uitspraken zijn
opgebouwd uit begrippen, ook wel concepten genoemd.
Een taxonomie is een hiërarchische geordende set van basisbegrippen in een bepaald
wetenschapsgebied.
Begrippen kunnen op twee manieren worden onderverdeeld, namelijk in:
Individueel en universeel
Individuele begrippen verwijzen naar één bepaald voorwerp of object terwijl universele
begrippen verwijzen naar een klasse van objecten.
Empirisch analytisch onderzoek Het streven om universele uitspraken te doen, maar ook
om algemene wetmatigheden te ontdekken. (‘’Altijd als X het geval is, zal ook Y het geval
zijn’’ samenhang) Deze wetenschapsopvatting wordt volgens Windelband nomothetisch
genoemd. Er is ook een idiografische wetenschapsopvatting. Hierbij is de opvatting dat ieder
mens, iedere organisatie, ieder verschijnsel uniek is.
Empirisch en niet-empirisch
Empirische begrippen verwijzen naar iets dat in de werkelijkheid waarneembaar is. Niet-
empirische begrippen verwijzen niet naar deze zintuiglijke werkelijkheid, maar kunnen
onderverdeelt worden.
Logische/mathematische begrippen Komen los van de waarneming tot stand.
Hypothetische begrippen Veronderstellen het bestaan van iets.
Concepten organiseren onze percepties. Men kan niet alles waarnemen, maar wel de
effecten van het hypothetisch veronderstelde construct. Het construct vormt de theoretische
verklaring voor de waargenomen verschijnselen. Het beschrijft een mechanisme.
2
, Uitspraken
Uitspraken kunnen ook onderverdeeld worden in verschillende categorieën. Uitspraken moeten
verifieerbaar zijn, oftewel empirisch toetsbaar.
Singulier, particulier, universeel
Singuliere uitspraak Betrekking op één object.
Universele uitspraak Algemeen, geldt voor alle objecten/subjecten in een categorie.
Indien X een Y is, dan is X ook Z Universele conditionele (als/dan) uitspraak. In deze vorm
is X een onderzoekseenheid of –object. Y is hier een eigenschap of kenmerk (predicaat).
Particuliere uitspraak Betrekking op een beperk aantal objecten. Valt tussen singulier en
universeel. Casestudy benadering, wanneer er maar één object onderzocht hoeft te worden.
Analytisch en synthetisch
Analytische uitspraak Analytische uitspraken zijn waar op grond van logische vorm. Er is
geen empirische inhoud.
Tautologische uitspraken A-priori uitspraken kunnen niet weerlegd worden.
Synthetisch uitspraak Empirische inhoud. Er wordt in de uitspraak iets toegevoegd aan het
begrip dat gebruikt wordt.
Feitelijk en normatief
Feitelijke uitspraak De waarheid kan worden vastgesteld.
Normatieve uitspraak Spreken een waardeoordeel uit. Voor deze uitspraken is geen
empirisch bewijsmateriaal aan te dragen.
Statisch en dynamisch
Statische uitspraak Kenmerkt zich doordat het betrekking heeft op één moment in de tijd.
Er bestaan ook retrospectieve, prospectieve en comparatief statische uitspraken.
Dynamische uitspraak De uitspraak geeft een verandering in de tijd weer op meer dan
twee momenten.
Beschrijvend en verklarend
Beschrijvende uitspraken Wat is iets? Hoe is iets?
Verklarende uitspraken Waarom is iets zoals het is? Verklarende kennis kan gebruikt
worden om bepaalde situaties te verbeteren of te veranderen. Hiervoor moet de verklarende
kennis wel juist zijn.
Voorschrijvend uitspraken Uitspraken die zeggen wat je zou moeten doen om een
bepaalde situatie te veranderen.
Verklaren
Een deductief-nomologische verklaring heeft de vorm van een deductief argument. Het redeneert
van het algemene naar het specifieke. Het voorkomen van een wetmatigheid is hierbij van belang.
Het explanans is dat wat uitlegt/verklaart. Het explanandum is dat wat verklaar moet worden. Het
explanans bestaat uit twee premissen, een algemene wet en een conditie.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kris123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.