100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Examencomissie Toegepaste Economie 3TSO 2023 - Economie & Recht $16.64
Add to cart

Summary

Samenvatting Examencomissie Toegepaste Economie 3TSO 2023 - Economie & Recht

 55 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Hey, dit is mijn samenvatting voor het vak Toegepaste Economie van de derde graad TSO van de examencommissie, volledig opgemaakt op basis van de vakfiche van 2023. Stuur gerust een berichtje bij vragen! 94% behaalt hiermee :)

Preview 4 out of 51  pages

  • September 30, 2023
  • 51
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 3e graad
  • 3
avatar-seller
ECONOMIE 60%


INLEIDING EN SITUERING

BASISBEGRIPPEN


BEHOEFTEN De goederen/diensten die we nodig hebben of graag zouden
willen.

GOEDEREN (Meestal) stoffelijke zaken die je kan bezitten, opbergen,
verplaatsen, weggeven, …

Vrije goederen Zuurstof, zonlicht, … beschikbaar
voor iedereen

Economische Iemand heeft hiervoor een
goederen inspanning geleverd en wil vergoed
worden

Levensnood- Kleding, onderdak, …
zakelijke goederen

Luxegoederen Leven aangenamer, maar niet
noodzakelijk

Consumptie- Worden gekocht door de
goederen eindgebruiker om onmiddellijk te
gebruiken

Industriële Producten die met behulp van
goederen machines gemaakt zijn
(auto’s, machines, kasten)

Productiegoederen = verhandelbaar
= Goederen die gebruikt worden om
andere goederen te produceren

● Verbruiksgoederen
= goederen die opraken bij
gebruik
→ niet-duurzame goederen

● Gebruiksgoederen
= kan je wat langer gebruiken
→ duurzame goederen

Materiële goederen Goederen die je kan aanraken of
verplaatsen

Niet-/immateriële Goederen die je kan bezitten, maar
goederen niet aanraken


DIENSTEN Niet-tastbare goederen.
Arbeidsprestaties gepresteerd tegen betaling.




1

,CONSUMEREN Bepaalde goederen/diensten nuttigen/gebruiken door het
besteden van inkomsten/geld.

Vroeger bestond geld nog niet en werden producten en diensten
geruild = directe ruil. Om dit probleem op te lossen, werd geld
ingevoerd = indirecte ruil.

PRODUCEREN Goederen en diensten voor consumptie beschikbaar maken.

PRODUCTIE-
FACTOREN (4)
Natuurlijke Grondstoffen
hulpbronnen

Arbeid Mankracht/mensen om productie
mogelijk te maken

Kapitaal Het nodige geld/
andere productiemiddelen zoals
fabrieken en machines

Ondernemerschap Een initiatiefnemer/
persoon die bedrijf start


ECONOMIE Wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen
maken bij productie, distributie, consumptie van
goederen/diensten.

WELZIJN Kwaliteit van het leven, de mate van menselijk geluk zonder
hiervoor goederen of diensten nodig te hebben.

WELVAART De mate waarin mensen in zijn/haar behoeften kunnen voorzien
van schaarse middelen.
→ kledij, water, voldoende vrije tijd, gezond milieu, …

VRIJETIJDS- Bezigheden, tijdverdrijf die door mensen worden ondernomen
BESTEDING met als enige doel activiteit/ontspanning/amusement.

PRIMAIRE Levensnoodzakelijk → voedsel, kleding, onderdak
BEHOEFTEN

SECUNDAIRE Niet-levensnoodzakelijk → sociale behoeften, onderwijs, cultuur,
BEHOEFTEN vermaak

TERTIAIRE Luxebehoeften → renpaard, yacht, exotische reizen
BEHOEFTEN




2

,ECONOMISCHE KRINGLOOP

→ Laat alle geldstromen zien tussen de verschillende economische sectoren




3

, GEZINNEN

INKOMENSVORMING

INKOMEN UIT ARBEID:


VERGOEDING
VAN ARBEID
Loon inkomen van een arbeider

Wedde/salaris inkomen van een bediende

Ereloon/ inkomen van dokters, notarissen,
honorarium advocaten, …

Winst inkomen van een zelfstandige
→ verkoop van goederen


VERGOEDING Nettoloon = nettowinst (inkomsten - alle kosten)
ZELFSTANDIGEN – sociale lasten – belastingen

BRUTOLOON/ De totale vergoeding die de werknemer krijgt voor zijn arbeid.
BRUTOWEDDE Dit bedrag is niet gelijk aan wat de werknemer effectief krijgt.
Om van brutoloon tot nettoloon te komen, worden er allerlei
bijdragen in mindering gebracht:
● RSZ: Rijksdienst voor sociale zekerheid Dit zijn sociale
bijdragen die elke werknemer betaalt. Men kan hier
beroep op doen wanneer men (tijdelijk) niet meer in staat
is om te werken door ziekte, pensioen, werkloosheid, … →
bedienden: 13,07% van het brutoloon → arbeiders: 13,07%
op 108% van het brutoloon (brutoloon +8%)

● Belastbaar loon → Bedrijfsvoorheffing: is een voorschot
op de definitieve inkomstenbelasting dat aan de bron
(brutoloon) ingehouden wordt. De bedrijfsvoorheffing is
geen vast percentage. Het bedrag varieert volgens
hoogte van loon en gezinssituatie (gehuwd, kinderen ten
laste, ...).

NETTOLOON = brutoloon – RSZ – bedrijfsvoorheffing

DIENSTVERBAND ● Dienstverband:
Arbeidsovereenkomst opgesteld met je werknemer met
VS afspraken waar je tegen een financiële vergoeding (loon
of salaris) arbeid verricht.
ZELFSTANDIGE
WERKNEMER Handenarbeid = Arbeiders
Geestelijke arbeid = Bediende

● Zelfstandige:
Werkt onder eigen gezag, dus niet voor een baas.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jade0304. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.64  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added