!! Zie jaar van aanmaken voor laatst geupdate jaar.!!
Dit document bevat de examenvragen die de voorbije jaren gesteld zijn op het examen Evidence Based Medicine (EBM). Inclusief de zoekvraag met bijvraagjes en indien beschikbaar de grafieken en forrest plots.
OPGELET: de vragen zijn niet opgelos...
Praktische vragen & tips
- Tijd: 2u voor MKV met giscorrectie (voldoende tijd), 30 min voor zoekvraag zonder
giscorrectie (nipt). Ertussen even adempauze
- Moeilijkheid: theorievragen komen vaak terug. Je moet hier wat inzicht voor hebben.
Zoekvraag moeilijker en maar net genoeg tijd voor
- Tips voor de zoekvraag: mesh en tips in de casus zoeken, kijk naar afbeeldingen.
- Er staat "sla vraag 1 en 2 over als je niet genoeg tijd hebt", maar niet doen want dat zijn de
enige die je kan oplossen zonder artikel
- Er zijn veel grafieken/forrest plots etc die je moet interpreteren weet goed wanneer
significant, NNP, PPV, ….
- Teruggaan bij vragen: gaat niet bij MKV, zoekvraag staan alle 5 de vragen op 1 pagina
- Gebruik Google translate
- Vaak rekenvragen over sensitiviteit, p-waarde interpreteren etc
- Veel toepassingen en inzicht, weinig letterlijke theorievragen
Examen 2022-2023
Zoekvraag 1
Zoekvraag: je bent geriater. Screening van cardiovasculaire ziekten is je waar je meer over wil weten.
Recent klinische Europese studie gepubliceerd in bekend Amerikaans tijdschrift met tienduizenden
deelnemers en follow-up van 5 jaar. Deze was besproken op een congres in Denemarken.
Vraag 1. Wat is de outcome van je PICO
a. Totale mortaliteit
b. Cardiovasculaire mortaliteit (CVA en hartinfarct)
c. levenskwaliteit
Vraag 2. Welk type studie ga je doen
a. tripple blind RCT
b. cohort
c. kosten/baten
Vraag 3. NNT voor CVA
a. rond de 200
Vraag 4. NNT voor totale mortaliteit (p = 0,06 voor totale mortaliteit)
a. niet berekenen
Studie: Five-Year Outcomes of the Danish Cardiovascular Screening (DANCAVAS) Trial
Meerkeuzevragen
Vraag 1. Definitie allocation bias
a. was hier wel een veel duidelijker juist antwoord als in de vorige reconstructies
Vraag 2. Holocaust en DNA-methylatie.
a. Confounders
Vraag 3. Nog tweede vraag hierbij over cohort studies
Vraag 4. Aantal keer specificiteit en sensitiviteit berekenen
Vraag 5. Aantal keer forest plot
Vraag 6. AGREE: welk kon je niet beoordelen in deze studie (enkele fragmenten gegeven)?
a. Iets van samenstelling vd groep vd beoordelaars
b. de doelstellingen van de studie zijn duidelijk op voorhand opgesteld (onderwerpen en doel)
c. Iets met kern aanbevelingen
, Examenvragen EBM
d. Iets met hoe SR’s verzameld zijn (methodologie)
Vraag 7. Funnel plot: welke uitspraak is het meest juist?
a. Nagaan heterogeniteit via asymmetrie
b. Iets met nagaan variantie
c. De beste studie staat vanboven
d. Iets met uitzetten van precisie en grootte
Vraag 8. Je zou samen met een team een systematische review opstellen over cognitieve
gedragstherapie bij een bepaalde disorder. Je had 10 RCTs gevonden. De RCTs waren goed
uitgevoerd met randomisatie van deelnemers, blindering en nog een aantal goede kenmerken van
een kwaliteitsvolle RCT. er stond niet specifiek wat de controle was maar ik gok dat het dan gewoon
niks was. Wat is het meest juist?
a. Kans op bias en imprecisie
b. Kans op bias en geen imprecisie
c. Geen kans op bias en imprecisie
d. Geen kans op bias en wel kans op imprecisie
Vraag 9. Fluorescentie en radiologie
a. ODDS ratio iets van 17,10 en specificiteit iets van 93%
b. ODDS ratio 17,10 en sensitiviteit 84%
c. sensitiviteit 84% en NPV
d. specificiteit 93% en PPV
Vraag 10. Iets over indextest en referentietest: welk was de indextest en welk was de referentietest?
a. Ultrasound door specialist (POCUS?) = indextest en ultrasound door radiologist (RADUS?) =
referentietest
Vraag 11. Chronisch nierlijden: dipstick en AMR. Om te bepalen of een dipstick een goede test was
voor het opsporen van chronisch nierfalen (want dat heeft 10% van de bevolking). Van een eerdere
database studie werden iets meer dan 10k mensen genomen. De referentietest was het meten van
albumine in de urine via ACR microglobuline ofzo. >= 30 was positief voor chronisch nierfalen.
dipstick werd gesteld op >= +1 als positief voor chronisch nierfalen. 417 deelnemers hadden een
positief dipstick en waren daadwerkelijk positief volgens de referentietest. 471 deelnemers hadden
een positieve dipstick maar waren negatief op de referentietest. Een aantal stellingen over sensitiviteit
en die hele mikmak volgens mij waarvan je de meest juiste moest kiezen.
Vraag 12. Abstract van een studie over osteomyelitis. Uiteindelijk kwam het erop neer dat ze met een
retrospectieve studie wilde aantonen of early SPECT/CT een goede test was om osteomyelitis op te
sporen. Heel apart werden er 3 index testen gedaan en het werd bevestigd met klinisch verder
onderzoek OF follow up (er was in ieder geval differential bias gebeuren of hoe je dat ook noemt. Dat
de check met twee verschillende zaken waren). Het ging om een pilot study dus het waren maar 21
patiënten ofzo. Ook waren de resultaten weergeven zonder CI of p waarde. Dus eigenlijk kon je niks
met zekerheid zeggen. Er waren twee deelvragen. Eentje was is early spect/ct beter om OM op te
sporen?
a. kon je niet met zekerheid zeggen
b. is significant beter
Vraag 13. Studie met vroeggeboorte en een ingreep rond de baarmoederhals. Bij moeders die (een
tweeling?) baren en een kortere baarmoederhals hebben, is er doorgaans sprake van vroeggeboorte,
wat weer gelinkt is met verschillende complicaties. In een studie werd er onderzocht of het gebruiken
van een pessarium bevorderend was op een paar eindpunten. Je kreeg een tabelletje van de
resultaten waarmee je dan wat moest berekenen en een conclusie moest trekken (basically of voor
een paar eindpunten de pessarium groep het beter deed).
a. Ik had denk ik die met NNT 8 aangeduid
Vraag 14. Wanneer is observationele studie wel goed
a. plausibel, groot effect en duidelijke tijdsrelatie
Vraag 15. Vraag over KCE en EUnetHTA (RIP deze vragen)
2
, Examenvragen EBM
a. Iets met HTA in België officieel van start met de oprichting van KCE
b. Iets met 2006
Vraag 16. Vraag over opstellen kwaliteitsindicatoren
a. Domein selecteren, ontwikkelingsgroep samenstellen … eindigde op duiding
b. domein selecteren, ontwikkelingsgroep samenstellen … eindigde op ranking
Vraag 17. Vraag over in welke database men geen richtlijnen kon terugvinden
a. PubMed
b. Cochrane
c. trip
d. GIN
Vraag 18. Er was een abstract gegeven over een heel grote studie, echt 10000en deelnemers, over
verschillende landen heen. Het ging over het voorkomen van eosinofiele asthma in kinderen en de
blootstelling van de ouders in hun leven (voor die kinderen geboren waren) aan allerlei zaken en dan
gekeken of dit al dan niet invloed leek te hebben op het feit of die kinderen al dan niet astma
ontwikkelden of niet. Iemand die de exacte vraag herinnert? Iets van wat zorgt voor
mistyping/fouten/bias?
a. Je weet niet zeker dat al die mannen echt de vader zijn van desbetreffende kinderen
b. De mannen doen aan verkeerdelijke rapportage van gedrag/job etc
c. Beide bovenstaande antwoorden
d. Geen enkel antwoord juist
Vraag 19. Kort abstract over mondmaskers bij verplegend personeel en besmetting met COVID, was
gerandomiseerd. Ene groep moest gewone chirurgische mondmasker aandoen (maar mochten ook
een ffp2 aandoen als ze vonden dat dat nodig was in de klinische situatie), andere groep FFP2 en
dan vroegen ze welke bias er aanwezig was
a. geen blindering
b. contaminatie en geen blindering
c. selectiebias en iets met intention to treat
Vraag 20. Ergens ook een vraag over onderzoek naar medicatie bij mensen met BMI > 35 die wel al
medicatie langdurend namen maar ze hadden hier geen effect van (dus Hba1c en gewicht daalden
niet). Bleek dat mensen die het nieuwe medicament kregen dat die 3,5 kg ofzo waren afgevallen en
1,5% ofzo gedaald waren in Hba1c en dan waren er denk ik betrouwbaarheidsintervallen gegeven,
maar geen p-waarden?
a. resultaten waren statistisch significant en klinisch relevant
b. resultaten waren statistisch niet significant en wel klinisch relevant
c. resultaten waren statistisch significant en niet klinisch relevant
d. resultaten waren niet statistisch significant en niet klinisch relevant
Vraag 21. Was er niet ook ergens een vraag dat ge moest zeggen wat voor studie het was ofzo? Het
was iets rond het rookgedrag bij vaders en astma bij de kinderen. Dus ze gingen bij mensen die al
kinderen hadden een vragenlijst afnemen ofzo
a. cross-sectioneel
b. population based cohort
c. RCT
Vraag 22. Vraag over een website dat sinds kort bestond zorg’’nogwat’’.be over kwaliteitsindicatoren
en de rapportering daarvan door ziekenhuizen ofzo. Je kreeg dan allemaal stellingen waarvan je de
juiste moest kiezen.
a. dat het sinds 2016 verplicht is ofzo?
b. dat alle Vlaamse ziekenhuizen te vinden zijn en een paar random + UCL en ULG??
3
, Examenvragen EBM
Vraag 23. een vraag over intention to treat populatie
(overzicht gegeven van studie met aantal uitvallen +
gegevens). Zo’n afbeelding ongeveer was het:
Hoeveel zijn de intention to treat?
a. 167
b. 146
c. 140
d. 139
Examen 2021-2022
Zoekvraag 1
Recente RCT over implanteerbare loop recorder voor mensen met paroxysmale VKF om zo toch de
diagnose van VKF te kunnen stellen bij mensen bij wie het onduidelijk was of ze het nu hadden of
niet. Goal van de studie: CVAs voorkomen door mensen met paroxysmale VKF te behandelen met
antico. Artikel stond in een befaamd tijdschrift (The Lancet). In de RCT konden ze geen significant
effect op aantal strokes aantonen tussen de controle groep en de ILR groep (implantable loop
recorder). NNH van stroke werd gevraagd maar mocht je niet berekenen aangezien het niet
significant was. NNT van diagnose VKF was ook gevraagd en die kon je wel berekenen (want door
het implanteren van een loop recorder ga je sws meer diagnoses stellen dan wnr je dat niet doet. ik
denk dat NNT=5. andere antwoordmogelijkheid was NNH=5 en dat vond ik dubbelzinnig: zie je het
stellen van een diagnose als iets positief of iets negatief? ben uiteindelijk voor NNT gegaan ipv NNH.
Vraag 1. Welke endpoints interesseren jou het meest als geriater
a. benefit risk ratio van CVA en nevenwerkingen van de antico
b. CVA
c. kost effectiviteit
d. diagnoses van VKF?
Vraag 2. Welke studie heb je gebruikt?
Vraag 3. Welk soort studie zoek je?
a. goede RCT indien mogelijk multicenter
b. een meta-analyse, als het even kan van Cochrane
c. een systematic review met indien mogelijk een meta analyse
d. meerdere RCTs
Zoekvraag 2
Ct voor screening van longkanker bij hoogrisico (20 pakjaren en ouder dan 50 jaar in de casus), stond
in dat het ging om een recente "samenvatting" van veel RCTs (systematic review dus) dat stond in
een belangrijk Amerikaans oncologisch journal.
Vraag 1. Welke outcome zoek je voor de pico?
a. mortaliteit
b. longkanker hebben
Vraag 2. Welk type studie zoek je?
Vraag 3. NNS voor longkankerspecifieke mortaliteit
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lemonpie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.