Let op: nummer en identificeer elke pagina van deze weektaak met je
werkgroepnummer en datum!
, Werkgroepnummer: 8
Datum: 27-09-2016
Vraag 1
De 3 typen validiteit zijn:
Inhoudsvaliditeit:
- De onderzoeker dient gebruik te maken van de reeds verzamelde inzichten.
- Een collega de inhoudsvaliditeit laten beoordelen en het meetinstrument aan verschillende
potentiële onderzoekseenheden voor te leggen.
Begripsvaliditeit:
- Convergente validiteit: de verschillende meetinstrumenten die hetzelfde theoretische begrip
meten, moeten met elkaar samenhangen.
- Discriminante validiteit: de samenhang tussen verschillende begrippen die wordt gemeten,
moet met verschillende meetinstrumenten laag zijn.
Criteriumvaliditeit:
- Concurrente validiteit: de scores op een bepaalde criteriumvariabele die op dit moment
gemeten worden, worden goed voorspeld.
- Predictieve validiteit: de scores worden goed voorspelt op een criteriumvariabele die in de
toekomst ligt.
Vraag 2
Er zijn vier meetniveaus:
1. Nominaal meetniveau: Hierbij worden er ordeningen bedacht om de verschillende groepen
te onderscheiden.
2. Ordinaal meetniveau. Hierbij is er sprake van een rangordening, zoals weinig en veel of hoog
en laag. Je weet dat er verschil in niveau is, maar of het verschil in niveau even hoog is, is te
betwijfelen. De afstanden zijn niet gelijk.
3. Interval meetniveau. Hierbij is er niet alleen sprake van een rangvolgorde, maar ook van een
gelijke afstand tussen de verschillende getallen. Je kan moeilijk conclusies trekken, omdat er
geen absoluut nulpunt is.
4. Ratio meetniveau. Heeft niet alleen een rangorde en gelijke onderlinge afstand, maar kent
ook een absoluut nulpunt.
Vraag 3
Een goede definitie van een begrip moet aan de volgende eisen voldoen:
In het definiens mogen niet dezelfde termen voorkomen als in het definiendum.
Het definiens dient duidelijke termen te bevatten. Als dit niet het geval is moeten termen
elders uitgelegd worden, zoals het geval is bij een geneste definitie.
Er mogen geen cirkelredeneringen in het definiens opgenomen worden.
Er mogen geen aanwijzingen, uitsluitingen of opsommingen voorkomen in de definitie.
Een definitie dient tot slot zo beknopt mogelijk te zijn.
Vraag 4
Als je een (abstract) begrip operationaliseert en dimensies en indicatoren onderscheidt, wat zijn dan
belangrijke aspecten om rekening mee te houden?
- Hiërarchie, dus je moet erop letten dat de indicatoren wel echt onder de dimensies horen.
- Dat het door de indicatoren wel waarneembaar wordt.
- Dat je een beredeneerde en consistente keuze maakt voor dimensies en indicatoren en zorgt
dat die verdedigbaar is.
- Van abstract naar concreet.
- Dimensies moeten genest zijn in het hoofdbegrip.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romywillems. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.