100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Literatuur - Inleiding Psychologie (P_BINLPSY) $4.85   Add to cart

Summary

Samenvatting Literatuur - Inleiding Psychologie (P_BINLPSY)

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle literatuur voor het vak Inleiding Psychologie. In deze samenvatting wordt alle literatuurstof uit Psychological Science voor het tentamen van Inleiding Psychologie behandeld. Alle belangrijke onderwerpen worden behandeld.

Preview 4 out of 55  pages

  • Yes
  • October 1, 2023
  • 55
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Psychological Science – samenvatting

The brain and the nervous system (p. 67 – 99)
Hoe werkt het zenuwstelsel?
Stress heeft fysiologische gevolgen die impact hebben op het brein op oneven, maar
voorspelbare manieren
De reactie van het zenuwstelsel op de wereld is verantwoordelijk voor alles wat we denken,
voelen en doen en is opgedeeld in twee basiseenheden:
1. Centraal zenuwstelsel (CNS): bevat het brein en de ruggengraat
2. Perifere zenuwstelsel (Peripheral NS): alle zenuwcellen die geen deel zijn van CNS en;
o Somatische zenuwstelsel: is betrokken bij vrijwillig gedrag
o Automatische zenuwstelsel: is betrokken bij onvrijwillig gedrag (bijv. hartslag)

Neuronen/zenuwen: de basiseenheden van het zenuwstelsel; cellen die informatie
ontvangen, integreren en doorgeven. Ze werken door middel van elektrische impulsen,
communiceren met andere neuronen via chemische signalen en vormen neurale netwerken.
3 functies;
1. Ontvangstfase: neuronen nemen signalen van aangrenzende neuronen op
2. Integratiefase: de signalen worden beoordeeld
3. Transmissiefase: neuronen geven eigen signalen door aan aangrenzende neuronen
Verschillende soorten neuronen:
- Sensorische neuronen: detecteren informatie van de fysieke wereld en geven ze door
aan het brein. Somatosensorische neuronen; geven informatie over huid en spier door
- Motorische neuronen: zorgen voor beweging door spieren aan te sturen
Het typische neuron heeft vier structurele regio’s die meedoen in communicatiefuncties:
1. Dendrieten: korte, takachtige aanhangsels die chemische signalen van aangrenzende
neuronen ontvangen
2. Cellichaam (soma): de ontvangen informatie door dendrieten wordt verzameld en
geïntegreerd, waarna elektrische impulsen doorgegeven aan de axon
3. Axon: lange, dunne uitgroei van een neuron waardoor informatie uit het cellichaam
naar de axon-uiteinde wordt geleid
4. Axon-uiteinde: aan de uiteinden van axonen; kleine knobbeltjes die chemische
signalen van het neuron afgeven in de synaps
Synaps: het gat tussen de axon-uiteindes van een “versturende” neuron en de dendrieten
van een “ontvangende” neuron, waar chemische communicatie tussen neuronen plaatsvindt




Membraam: het buitenoppervlak van een neuron waar sommige substanties doorheen kunnen
- Ion kanalen: zitten op het membraam; deze gespecialiseerde poriën laten ionen door
de cel als de neuron signalen doorgeeft door de axon
o Ionen: elektrisch geladen moleculen (negatief en positief)

,Het membraam speelt een belangrijke rol bij de communicatie tussen neuronen; het
reguleert de concentratie van elektrisch geladen moleculen die de basis zijn van de neurons
elektrische activiteit

Rustpotentiaal; de hoeveelheid elektrische lading
van de neuron als er geen informatie wordt
vervoerd. Dit is meestal -70 millivolts
Actiepotentiaal; tijdelijk is er een verschil tussen
de binnenkant en buitenkant van een axon en dit
verschil is +40 millivolts. Er wordt dan via de axon
informatie vervoerd.
- Met deze potentiëlen wordt activiteit in
de neuronen gemeten

Actiepotentiaal: het elektrische signaal dat langs het axon gaat en vervolgens zorgt voor het
vrijkomen van chemicaliën uit de axon-uiteindes
Membraanpotentiaal in rust: de elektrische lading van een neuron terwijl die niet actief is,
dit is meestal -70 millivolts. Dit ontstaat, omdat de verhouding tussen negatieve en positieve
ionen groter is binnen het neuron dan buiten het neuron.

Als er meer negatieve ionen in het neuron
zitten dan buiten wordt dit beschreven als
gepolariseerd: dit creëert een elektrische
energie die nodig is om het neuron af te
vuren; het signaal wordt van de dendrieten
doorgegeven aan de axon.

De actiepotentiaal ontstaat doordat natrium
en kalium ionen via ion kanalen de axon
betreden, waardoor er een elektrisch verschil
ontstaat (+40 millivolts) en het neuron vuurt
(en er dus informatie van neuron naar neuron
gaat)

Natriumkaliumpomp: pomp die de
hoeveelheid kalium laat toenemen en de
hoeveelheid natrium laat afnemen, zodat de
rustpotentiaal in stand blijft.

Prikkelende signalen: depolariseren van het celmembraan, dat is het verminderen van
polarisatie door een afname van negatieve lading in de cel, waardoor het neuron gaat vuren
Remmende signalen: hyperpolariseren van de cel, dat is het toenemen van polarisatie door
toename van negatieve lading in de cel, waardoor het neuron niet gaat vuren
Alles-of-niet principe: wanneer een neuron vuurt, vuurt het elke keer met dezelfde
potentie; een neuron vuurt of vuurt niet ookal kan de frequentie van het vuren anders zijn

,Natrium probeert het neuron in te komen en wanneer de drempelwaarde is bereikt openen
de natriumkanalen. Bij +50 millivolt, daarna openen de kaliumkanalen en verlaat kalium het
neuron. Het korte dal heet hyperpolarisatie
- Depolarisatie: natrium en -kanalen zorgen voor een positieve lading in het neuron (boven 0)
- Repolarisatie: kalium en -kanalen zorgt voor een weer negatieve lading in het neuron (onder 0)
Absolute refractaire periode: de korte periode van tijd gevolgd op een actiepotentiaal
waarin de ion kanalen niet kunnen reageren (niet openen)
Relatieve refractaire periode: een korte periode van tijd gevolgd door een actiepotentiaal
wanneer het membraam van de membraampotentiaal meer negatief is, of
gehyperpolariseerd, waardoor het moeilijker is voor het neuron om nogmaals te vuren

Myelineschede: een vettig materiaal, bestaande uit gliacellen, dat sommige axonen isoleert
om een snellere beweging van elektrische impulsen langs het axon mogelijk te maken
Knooppunten van Ranvier: kleine gaten van blootgestelde axonen tussen de segmenten van
de myelineschede waar actiepotentialen plaatsvinden




Het neuron dat een signaal verzendt heet het presynaptische neuron en de ontvanger het
postsynaptische neuron.
Neurotransmitters: chemische substanties die signalen sturen van een neuron naar de ander
In elke axon-uiteinde van het presynaptische neuron zitten neurotransmitters; chemicaliën
die gemaakt zijn in de axon of cellichaam en opgeslagen zijn in blaasjes (kleine met vloeistof
gevulde zakjes). Verschillende neurotransmitters beïnvloeden emoties, gedachtes of gedrag

, Het postsynaptische neuron heeft receptoren; speciale proteïnemoleculen waaraan
neurotransmitters zich binden nadat ze door de synaps zijn gepasseerd
Als de neurotransmitter in de synaps vrij wordt gelaten
ontstaat er een effect, tot dat hij beëindigd wordt. Er zijn
drie gebeurtenissen waarbij de neurotransmitters invloed
wordt beëindigd:
1. Heropname: de axon-uiteindes nemen de
neurotransmitter terug op
2. Enzym deactivering: een enzym verwoest de
neurotransmitter in de synaps
3. Autoreceptoren: de neurotransmitter bindt zich
met de receptoren van het presynaptische neuron

Agonisten: drugs en gifstoffen die de acties van
neurotransmitters uitbreiden, zij kunnen:
- De afgifte van neurotransmitters verhogen
- Het tegengaan van de opruimingsenzymen
- Blokkeren van de heropname
- De actie van de zender nabootsen; receptoren
activeren of de effecten van neurotransmitters
verhogen
Antagonisten: drugs en gifstoffen die de acties van
neurotransmitters tegengaan, zij kunnen:
- De afgifte van neurotransmitters verlagen
- Effectiviteit van het opruimingsenzym verhogen
- De heropname verbeteren
- De receptoren blokkeren

Wat zijn de basis hersenstructuren en hun functies?
Als een persoon een bepaalde mentale activiteit meer gebruikt dan een ander, groeit het
deel van het brein die bij die activiteit gebruikt wordt, m.a.g. een bobbel op de schedel
- Frenologie: door de schedel te voelen kan men de persoonlijkheid van
iemand achterhalen, omdat bobbels hersenactiviteit betekenen
Broca’s gebied: een klein deel van de linker frontale regio, cruciaal voor de
productie van taal
Hersenletsel methodologie: hersenletsel zou zorgen voor een tekort in een
specifiek psychologisch proces
Technieken om de hersenfunctie te bestuderen:
Elektro-encefalografie (EEG): een methode om elektriciteit in het brein te meten
- Verschillende gedragstoestanden produceren verschillende voorspelbare EEG-patronen
- De metingen zijn te ‘rommelig’ om specifieke reacties te meten
Event-related potentials (ERP): onderzoekers observeren patronen geassocieerd met
specifieke evenementen.
- Er wordt elektrische activiteit gemeten bij de scalp en het is dus moeilijk te zien waar
dit vandaan komt

Of via functionele hersenbeeldvorming; zie volgende pagina

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sem10. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.85
  • (0)
  Add to cart