100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege 1 t/m 14 - Methodologie 1 (P_BMETHOD_1) $3.21   Add to cart

Class notes

Hoorcollege 1 t/m 14 - Methodologie 1 (P_BMETHOD_1)

 58 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle aantekeningen van het vak Methodologie 1. In de aantekeningen wordt alle verplichte literatuur van Research Methods in Psychologie behandeld. Daarnaast worden alle verplichte onderwerpen behandeld.

Preview 3 out of 22  pages

  • October 1, 2023
  • 22
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Sander los
  • All classes
avatar-seller
Methodologie 1
Hoorcollege 1 (05-09-2022)

Wat is wetenschap?
Division of scientific disciplines:
- Arts (BA): study facets of culture
- Sciences (BSc) (alfa beta en gamma)
o Natuurwetenschappen (beta); material universe
o Sociale wetenschappen (alfa); over mensen en groepen (psychologie)
o Formele wetenschappen (gamma); logica (wiskunde)
Note: formal sciences do not depend on empirical observations

Empirische versus formele wetenschap:
- Empirisch: kennis op basis van observatie (bijv. biologie, geneeskunde, psychologie)
- Formeel: kennis op basis van redeneren

Bronnen van kennis
Wetenschappelijk onacceptabel:
- Volharding (tenacity): op basis van foute aannames
- Intuïtie (intuition): op basis van onderbuikgevoel
- Autoriteit (authority): op basis van een gerespecteerde bron
Wetenschappelijk kritisch:
- Empirisme: systematische observatie
- Rationalisme: formeel correct

Waar komt de huidige wetenschap vandaan?
Plato’s (sterk rationalistische) ideeën (427 – 347 BC):
- Ideeënleer (innate knowledge)
- Observaties moeten worden gewantrouwd
- Nieuwe kennis door te redeneren van andere ideeën
Aristoteles’ (sterk rationalistische, maar beetje empiristische) ideeën:
- Kennis moet komen van ideeën, maar ook van observatie
- Deductie: oude waarheden combineren tot nieuwe kennis
- Inductie: generalisatie van observaties (bijv. alle zwanen zijn wit)

Hellenisme: verspreiden van het Griekse denken over een groot deel van de wereld
Gouden eeuw van Alexandria; wetenschappelijk centrum gesticht in Alexandria met sterk
empirisme en maar weinig rationalisme
Islamitische nieuwe ontdekkingen (700-1000): nummersysteem met het getal 0
Vroege (Europese) middeleeuwen: kennis gebaseerd op de Bijbel
Late (Europese) middeleeuwen: herontdekking van Aristoteles

Wetenschappelijke revolutie: verbeterde observatie door tele- en microscoop en
boekdrukkunst werd uitgevonden
- Nicolaus Copernicus: heliocentrisch zonnestelsel
- Galileo Galilei: experimenteren (systematische manipulatie), juiste observaties
- Johannes Kepler: baan van de planeten rond de zon is ellipsvormig
- Principia door Newton: beschrijft een theorie waarin alle observaties in passen

,Samenvatting
Athene: theoretisch, niet observatief (welke theorie is het beste?)
Alexandria: observatief, niet theoretisch (wat leren we van observaties?)
Moderne wetenschap: theorieën worden getest door observaties
- Zelfcorrectie: zwakke theorieën gaan weg, sterke blijven
Wetenschappelijke publicaties zijn de enige officiële wetenschappelijke bronnen;
- Boeken (niet heel gebruikelijk)
- Recensie-artikel (overzicht van de literatuur)
- Onderzoeksrapport (meest gebruikelijk)
Wetenschappelijke artikelen verschijnen in peer-reviewed tijdschriften
- Verbetert de bijdrage
- Waarborgt een minimumstandaard

Hoorcollege 2 (07-09-2022)
Wetenschapsfilosofie: bestudeert de fundamenten, methoden en implicaties van de wetenschap.
Een aanname is een uitspraak geaccepteerd zonder bewijs

Realiteit en construct
- Observeerbare: data (feiten, fenomenen) die vooral in de ‘Resultaten’ staan
- Niet-observeerbare: constructen; gebaseerd op observaties kunnen we conclusies
trekken over een onzichtbare wereld (bijv. zwaartekracht), deze vind je vaak in de
‘Introductie’ en ‘Discussie’
o Reïficatie: een construct aanschouwen als observatie (alsof ze van de realiteit zijn)
Inductie: van observaties naar iets algemeens gaan (er is geen bewijs, maar de conclusie is aannemelijk

Hypothese: toetsbare verklaring van een verschijnsel
- Om een hypothese te testen moet er een voorspelling gedaan worden
Hypothese en voorspelling verschillen en zijn niet identiek, want:
- Een hypothese is een toetsbaar idee, maar niet direct observeerbaar
- Een voorspelling is een observeerbaar gevolg van de hypothese
Deductie: conclusie trekken uit oude waarheden

Theorie: een systeem van logisch coherente constructen en uitspraken over een bepaald
gebied van de realiteit, regels:
- Geen tegenstrijdigheden tussen de uitspraken
- Van een theorie moet een (deel)hypothese afgeleid worden
- Moet falsifieerbaar en zuinig/efficiënt zijn
Falsifieerbaar: als de theorie onjuist is moet je dat kunnen bewijzen
Zuinig/efficiënt: de theorie met de minste constructen is het beste (de simpelste)
Logische asymmetrie: de uitspraak kan je altijd falsifiëren, maar nooit verifiëren

Argument: redenering die bestaat uit uitspraken die juist of onjuist kunnen zijn
Logisch argument:
1. Voorstel  premissen
2. Voorstel  premissen
3. N+ … voorstel  gededuceerde voorstellen
4. N+m voorstel  conclusie
Voorstel: standpunt die juist of onjuist kan zijn

, Voorwaardelijke argument:
- Als Q (antecedent) dan is R (consequent). Als dit klopt dan is dit een valide argument
o Modus ponens (MP) of
o Bevestiging van het antecedent
- Als R dan niet per se Q, dit is een invalide argument: Bevestiging van het consequent
- Als ~Q dan niet per se ~R; invalide argument: Ontkenning van het antecedent
- Als ~R dan ook ~Q; valide argument, bekend als:
o Modus tollens (MT)
o Ontkenning van de consequent

Wetenschappelijk argument:
Wat ideaal is, is een valide argument met een conclusie van H of ~H
Bij falsificatie: Als H dan is P, ~P > ~H, dus MT
H = hypothesis
P = voorspelling
Bij verificatie: Als H dan is P, P > H, dus bevestiging van het consequent (invalide)
- Als ~H dan ~P, als dan blijkt ~~H dan is H (dubbele ontkenning)

Falsificatie
1. Als H dan is P
2. ~P  Deductief argument: conclusie ~H is zeker, als de
3. ~H premissen kloppen

Verificatie
1. Als ~H dan is waarschijnlijk ~P
2. P  Inductief argument: conclusie H is in het beste geval
3. Waarschijnlijk H waarschijnlijk waar, als de premissen kloppen
Conclusie: falsifiëren kan altijd (deductief), maar verifiëren niet (inductief)

Een goede theorie:
- Biedt veel kansen voor falsificatie
- Brengt unieke en “riskerende” voorspellingen (bold predictions)
o Een voorspelling die uitkomt, biedt een sterke ondersteuning voor een
theorie, omdat die voorspelling van tevoren minder waarschijnlijk was
De ideale situatie:
- Twee sterke theorieën leiden tot verschillende voorspellingen
- Deze voorspellingen worden getest in een ‘kritisch experiment’

Samenvatting
- Een wetenschappelijke hypothese (of theorie) moet falsifieerbaar zijn
- Een hypothese is vooral waardevol als hun voorspellingen:
o Verassend of bold predictions zijn
o Conflicteren met voorspellingen van een andere hypothese
- Een hypothese kan gefalsifieerd worden wanneer een afgeleide voorspelling niet uitkomt
- Maar een hypothese kan niet worden geverifieerd wanneer een voorspelling klopt

Controversie over de wetenschappelijke methode:
Karl Popper: normatieve aanpak; hoe de wetenschap gedaan zou moeten worden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sem10. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.21
  • (0)
  Add to cart