100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting van heel het boek Schulden en inkomen H1 t/m H16 vierde druk $4.24
Add to cart

Summary

Samenvatting van heel het boek Schulden en inkomen H1 t/m H16 vierde druk

4 reviews
 249 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van heel het boek schulden en inkomen vierde druk H1 t/m H16. Heb er zelf een 8 voor gehaald.

Preview 3 out of 27  pages

  • Yes
  • September 24, 2017
  • 27
  • 2014/2015
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: jabosman97 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: robertkorte • 6 year ago

review-writer-avatar

By: tsdzwaag • 6 year ago

review-writer-avatar

By: amalel1 • 6 year ago

Translated by Google

the same text as the book itself

avatar-seller
Samenvatting H1 t/m 16

H1

1.2

De wortels van de schuldhulpverlening zijn terug te vinden in de 19e eeuw en hangt samen met
maatschappelijk werk. In de 19e eeuw werden verschillende ideeën ontwikkeld om de armoede te
bestrijden. Zo werd er in 1818 een maatschappij voor weldadigheid opgericht. Bij deze maatschappij
konden armen leren hoe ze van de landbouw kunnen leven. Deze mensen werden ook voorzien van
onderwijs en onderdak. In die periode ontstonden ook initiatieven zoals de reclassering. De kerk had
ook een belangrijke rol, zij kozen in die tijd voor een charitatieve en filantropische invalshoek. Zij
zorgde dus voor armere mensen.

In twee de helft van de 19e eeuw werd er strijd gevoerd voor sociale verbetering, dit leidde tot
nieuwe wetgeving zoals o.a. de kinderwetten, armenwetten enzovoort. Maatschappelijk werkers
voerden deze wetten uit.

In het begin van de 20e eeuw werden er woonscholen opgericht waar probleemgezinnen heen
gingen om heropgevoed te worden. Na de tweede wereldoorlog waren er ideeën uit Amerika
overgenomen en kwam de nadruk te liggen op de zelfredzaamheid van de cliënten. In 1949 ging de
eerste sociale raadsman aan het werk, het sociaalraadslieden werk richt zich op materiële
hulpverlening dit wil zeggen, hulp op het gebied van uitkeringen en wetgeving. In 1956 werd de
AOW ingesteld, in 1963 de ABW en 1967 de WAO.

1.3

Aan het eind van de 20 eeuw is kwamen steeds meer mensen met een verzoek om hulp daarom zijn
er speciale loketten gestart. Veel mensen werden persoonlijk failliet verklaard daarom is WSNP in het
leven geroepen. De gemeenten kregen de opdracht om de schuldhulpverlening te regelen. De NVVK
ging zich meer richten op schuldhulpverlening.

1.4

Nederland was vroeger een nachtwakerstaat waarin alleen de bezittingen van de burgers werden
beschermt. Nu zorgt de overheid voor voorzieningen van de wieg tot het graf. Aan eind van de
twintigste eeuw begon de verzorgingsstaat af te slanken, burgers moesten weer meer zelf regelen en
verantwoordelijkheden nemen voor het eigen welzijn en geluk.

 Uitkeringsgerechtigden moesten verplicht gaan solliciteren en passende arbeid aanvaarden.
 Voor veel zorgbehoevenden werd een eigen bijdrage ingevoerd.
 De eigen bijdrage voor studiekosten steeg.
 Mensen met een beperking moesten zo veel mogelijk meedoen met de maatschappij.

Doordat mensen nu zelf meer moeten gaan regelen kijken mensen anders naar geld, ook omdat er
allerlei ontwikkelingen gaande zijn op het gebied van digitalisering en automatisering. Het is heel
makkelijk om leningen af te sluiten. Pinnen was ook makkelijk maar daardoor kregen mensen minder
inzicht in hun in en uitgaven. Mensen gingen steeds meer en langere kredieten nemen waardoor het
moeilijker werd om financiële tegenslagen op te vangen.




1

, 1.5

De armoedegrens is dat iemand onder het minimum van het noodzakelijke komt om van te leven. Je
bent dus pas arm als je langdurige onder het minimum van noodzakelijke levensbehoeften komt.

Er zijn 3 soorten armoede te omschrijven:

 Tijdelijke armoede (dan hebben mensen tijdelijk niet voldoende inkomen, ze zijn wel in staat
om de situatie te verbeteren)
 Structurele armoede (dan hebben langdurige niet voldoende inkomen, ze zijn kansarm)
 Relatieve armoede (dat wil zeggen dat ze het wel beter hebben dan mensen India dus er zijn
sociale vangnetten waardoor de armoede niet te vergelijken is)

Door langdurige armoede kun je in de schulden komen, als je lang schulden hebt kun je arm
worden, dit hoeft niet.

1.6
Het hebben van een huishoudboekje kan handig zijn als je in en uitgaven wilt bijhouden.

H2

2.2

Definitie van schuld is De verplichting van de ene partij om te voldoen waartoe ze krachtens een
verbintenis jegens de andere partij verplicht is inzake een geldsom die men moet betalen.

2.3
Ontstaan schulden:

1. een eenmalig probleem: dit kan zijn een onverwachte inkomensachteruitgang, bijvoorbeeld
door verlies van een baan of door ziekte;
2. een structureel gedragsprobleem: het kan zijn dat mensen structureel meer uitgeven dan ze
verdienen of dat ze aan een verslaving of psychische aandoening lijden;
3. een structurele onbalans in de uitgaven: dit betekent dat er voortdurend meer kosten zijn dan
dat er aan inkomen binnenkomt. Dit kan gebeuren als iemand op te grote voet leeft of als hij
meer financiële verplichtingen is aangegaan dan zijn inkomen toelaat.

De schulden kunnen op de volgende manieren ontstaan:

 aanpassing: door plotselinge veranderingen in inkomen en/of uitgaven, moet iemand zich aanpassen
aan de nieuwe situatie. Dit kan (tijdelijk) tot schulden leiden;
 overleving: als mensen geen spaargeld hebben en langdurig van een laag inkomen moeten leven,
kan het zijn dat ze schulden moeten maken om te kunnen overleven;
 compensatie: sommige mensen gaan als ze stress hebben of als ze zich onprettig voelen extra geld
uitgeven, in de hoop dat ze zich daardoor beter gaan voelen;
 overbesteding: mensen geven voortdurend meer uit dan ze aan inkomen binnenkrijgen. Dit patroon
levert uiteindelijk schulden op.




2

, Soorten schulden

 Kortlopende schulden hebben een looptijd die gelijk is aan de maandelijkse betalingstermijn, zoals
de huur of de hypotheektermijn, de premie van de ziektekostenverzekering en betalingen voor
nutsvoorzieningen, zoals gas, licht en water.
 Langlopende schulden zijn financiële verplichtingen die – zoals de naam al zegt – over een lange
periode moeten worden voldaan in maandelijkse termijnen. Enkele voorbeelden hiervan zijn de
afbetaling van een persoonlijke lening met een looptijd van vijf jaar, het voldoen van de
maandelijkse hypotheektermijn met een looptijd van dertig jaar en de periodieke premiebetaling
voor een kapitaalsverzekering met een looptijd van vijftien jaar.
 Huishoudelijke schulden zijn die schulden die direct met het voeren van de huishouding te maken
hebben, zoals het vervangen van een wasmachine of een koelkast. Een dure televisie valt
nadrukkelijk niet onder schulden die gemaakt worden voor het voeren van een huishouding, want
een dure televisie is een luxe product en niet noodzakelijk om de dagelijkse voortgang van het
huishouden te waarborgen.

Kortlopende schulden hebben prioriteit bij het aflossen van schulden omdat het hier gaat om
gas/water/licht en huur en kan een uithuiszetting voorkomen worden. Ook de zorgverzekering is
belangrijk. Als de klant binnenkomt is het belangrijk om eerst hier na te kijken.

2.5

Definitie schuldeiser: iemand die geld te vorderen heeft

Er zijn twee soorten schuldeisers:

 Preferente schuldeisers (preferente schuldeisers gaan altijd voor als het geld verdeelt wordt,
dit zijn bijvoorbeeld de belastingdienst en andere overheidsinstanties.
 Concurrente schuldeisers (zij worden pas betaald als de preferente schuldeisers alles hebben,
hieronder vallen bijvoorbeeld nutsvoorzieningen, persoonlijke leningen van banken.


H3

Als je een groot of klein bedrag leent.

Deze voorbeelden geven aan dat het afhankelijk van de situatie is of de schulden problematisch
worden.
Dit is afhankelijk van de volgende factoren:

 inkomen of een terugval hierin;
 geleend bedrag;
 tijdsduur van terugbetalen.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noortjevanlith. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

47561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.24  15x  sold
  • (4)
Add to cart
Added