Plant assets zijn bronnen met 3 eigenschappen. Zo zijn ze fysiek tastbaar, niet bedoeld voor verkoop
aan klanten, en ze worden gebruikt bij de operaties van het bedrijf. Ze worden ook wel een aangeduid
met: property, plant, and equipment; plant and equipment; fixed assets.
Bij de aanschaf van land wordt het land gewaardeerd tegen de prijs die het gekocht heeft om
het land te gebruiken waarvoor het gekocht is. Dit is dus niet alleen de aanschafprijs. Land
heeft geen economische levensduur. Het gaat heel lang mee. Als een bedrijf verbeteringen
(zoals een parkeerplaats, hekken, verlichting) wil toepassen, wordt dit ook gezien als de
kosten die nodig zijn om het land te gebruiken waarvoor het bedoeld is. Deze land
inprovements hebben echter wel een economische levensduur.
Buildings worden ook gewaardeerd tegen het geld waarvoor het gekocht of gebouwd is. Zo
kunnen die kosten bijvoorbeeld de aanschafprijs, de loodgieterskosten inhouden. In de prijs
kan ook een bepaald interestpercentage inbegrepen zijn. Dit is het geval als een gebouw nog
gebouwd moet worden en de kosten daarvan een langere periode bevatten. Als de
constructie periode voorbij is, maakt het interestpercentage geen deel meer uit van het
bedrag waarvoor buildings vastgelegd staat.
Equipment zijn bezittingen die gebruikt worden bij de operaties van een bedrijf. Ook de
kosten voor het installeren of vervoeren van de equipment is bij dit bedrag inbegrepen. De
kosten voor het halen van een rijbewijs of de ongevallenverzekering horen hier echter niet bij.
Expenditures during useful life
Gedurende de economische levensduur van een bezit, kan het voorkomen dat een apparaat een
onderhoudsbeurt nodig heeft. Dit wordt gezien als een ordinairy repair: kosten die gemaakt zijn voor
het onderhouden van de operating efficiency en het productieve leven van het desbetreffende bezit.
Deze kosten worden direct gedebiteerd bij Maintenance and Repairs Expense en gecrediteerd bij
cash. Deze kosten worden ook wel revenue expenditures genoemd omdat het direct van de winst
afgehaald wordt en bij kosten wordt geboekt.
Additions and improvements zijn kosten die gemaakt worden om de efficiëntie, productcapaciteit of
economische levensduur van een bezit te verhogen. Dit worden ook wel capital expenditures
genoemd, aangezien het wordt gezien als een investering, waardoor het EV stijgt. Het bedrijf
debiteert over het algemeen het desbetreffende bezit.
Materiality is het idee dat niet elke bezitting gedebiteerd hoeft te worden om vervolgens steeds de
waardevermindering weer toe te passen. Als het bezit namelijk geen invloed heeft op de decision
making, dan mag het meteen als kost geregistreerd worden.
Depreciation
Depreciation is het proces van de kosten van een bezit verspreiden over de economische levensduur
op een rationele en systematische manier. Dit is dus een manier om de kosten vast te stellen, niet het
waarderen van een bezit. Dit betekent dus dat de boekwaarde kan variëren van de fair value.
Depreciation heeft betrekking tot 3 plant assets: land improvements, buildings en equipment. Dit zijn
depreciable assets. De bezittingen zorgen over tijd voor een dalende winst vanwege wear and tear.
Obsolescence kan er ook voor zorgen dat de winst afneemt. Dit betekent dat door omstandigheden
de bezittingen eerder moeten worden vervangen dan gepland, zelfs voordat de technische
levensduur voorbij is.
Factors in computing depreciation
1. Cost. All expenditures necessary to acquire the asset and make it ready for intended use.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brigitteoosterloo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.