Deze samenvatting bevat een uittreksel van de hoofdpunten uit de hoorcolleges. Een uitgebreide samenvatting met daarin veel voorbeelden van tentamenvragen. Door deze 90 pagina's de bestuderen zal je gegarandeerd je tentamen halen! Klik, koop en download nu dit document. Succes!
Hi! Thank you for judging the document so positively. I sincerely hope that you will get your exam! Go for it! Greetings.
By: raihanpopal12 • 7 year ago
By: dm95 • 7 year ago
Translated by Google
Hi Rahanpopal12, thanks for downloading the document. From your review, can I deduce that you are dissatisfied with the document? I would love to hear from you what you think is missing
Seller
Follow
dm95
Reviews received
Content preview
Burgerlijk Procesrecht
(BPR)
Collegejaar 2017 - 2018
Doel van het vak is een eerste kennismaking met de regels die gelden bij het procederen in
civiele zaken. Beoogd wordt een inleiding op de gehele stof bij te brengen. Door deze
samenvatting van de hoorcolleges te bestuderen zal men na afloop een indruk hebben hoe
het in de praktijk toegaat, op de hoogte zijn van de belangrijkste regelingen en
rechtsbronnen, vertrouwd zijn met het wettelijk systeem en op de hoogte zijn met de
belangrijkste termen en begrippen van het burgerlijk procesrecht. Daarna zal de student in
staat zijn het tentamen met een voldoende af te sluiten. Klik, koop en download deze
samenvatting van maar liefst 90 pagina’s en haal je tentamen glansrijk!
,Hier gaat het om de vraag: nou heb je heel veel woorden gehad en wilt als
wederpartij toch niet meewerken aan die materieel rechtelijke positie – dan moet
je daden gaan stellen/ je moet gaan procederen.
2. BPR als ‘sluitstuk’ van burgerlijk recht
Eerder allemaal materieel rechtelijke vragen gehad (wie is rechthebbend, wie is
eigenaar en wie recht op schadevergoeding). Bij procesrecht gaat het er om als
ik nou weer dat A recht heeft op schadevergoeding jegens B, maar hij betaalt
niet. Hoe kan ik dan mijn recht effectueren? Als ik weet wat iemand zijn
rechtspositie is, hoe kan ik dit dan afdwingen? Daarom is het procesrecht het
sluitstuk.
Voor het burgerlijk recht wordt er een onderscheid gemaakt tussen het
vermogensrecht en het personen- en familierecht – in beide rechtsgebieden is de
taak van de rechter heel anders.
Personen- en familierecht (Verzoekprocedure. Procesvorm =
verzoek)
Kern: de rechtspositie natuurlijke persoon.
Rechter: ordende taak (hoe het recht in elkaar zit). Gaat over het
onderdeel van het recht waar men niet zelf over kan beslissen (juridisch).
Je hebt de rechter nodig om ergens een einde aan te maken (beëindiging
huwelijk, adoptie kind of naamsverandering)
Oneigenlijke rechtspraak.
Vermogensrecht (Verzoekprocedure. Procesvorm = verzoek)
Kern: recht hebben vs. recht krijgen
Rechter: geschilbeslechter. De rechter gaat onderscheid maken tussen wie
heeft het recht en wie krijgt het recht.
eigenlijke rechtspraak.
Onderscheid tussen beide rechtsgebieden
Dagvaardingsprocedure enerzijds en verzoekprocedure anderzijds.
3. Functies van het burgerlijk procesrecht
Verwezenlijken aanspraken o.b.v. het materiële recht (art. 111 Rv). Je wilt
je materiële recht veiligstellen.
Voorkomen van eigenrichting. Het is ordeningsrecht.
4. Systematiek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) valt uiteen in 4 boeken:
3
,Boek 1: alle regels over het procederen. Dus hoe ga ik het proces beginnen,
hoe verloopt het, welke regels gelden er en welke processtadia zijn
er?
Boek 2: waarom we procederen. We procederen omdat we uiteindelijk een
beslissing van de rechter willen om te weten hoe het zit. Boek 2
geeft regels hoe je de beslissing(Excecutoriale titel) geldend kunt maken.
Het gaat over de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke uitspraak
(onderscheid vonnis en beschikking van belang).
Boek 3: vergaarbak van rommel en rotzooi. 1 regeling uit dit boek is van
wezenlijk belang voor de rechtspraktijk: art. 700 e.v. =
conservatoire beslagrecht.
Voorafgaande of tijdens procedure beslag leggen waarbij je het
vermogensbestanddeel bewaard. Conservatoire beslag = “bewarende
beslag”.
Boek 4: arbitragerecht. Arbitrage rechtspraak = particuliere rechtspraak.
Voorbeeld arbitrage rechter: KNVB heeft een arbitrage-commissie. Dit is
een particuliere vorm van geschilbeslechting. Waarbij de arbiter niet door de
Kroon benoemde rechter is, maar een particuliere rechter is. Er worden
particuliere rechters aangewezen, zijn geen overheidsrechters maar hun
uitspraak/vonnis heeft bijna dezelfde rechtskracht als een
overheidsrechter.
Voordelen arbitrage:
1. Het is niet openbaar
2. Het is finaal. Is vaak geen hoger beroep mogelijk.
6. Bindend advies (commissie)
Bij voornamelijk overeenkomsten. Gaat om laagdrempelige geschilbeslechting.
7. Tweedeling dagvaarding en verzoekschrift
Vanaf januari 2017 komt waarschijnlijk dit onderscheid te vervallen op grond van
het nieuwe art. 30a Rv.
4
,7.1. Verschillen dagvaardings- en verzoekprocedure
Verzoek
Verzoekschrift gaat naar de rechtbank
De wet geeft aan of je bij de kantonrechter of bij de civiele rechter moet
zijn
Resultaat is een beschikking
Dagvaarding
In het Wetboek van Rv is geregeld of je bij de kantonrechter moet zijn of
niet.
o Uitgangspunt van wetgever is dat alle zaken in beginsel naar de rb
gaan.
Art. 93 t/m 97 Rv zijn van belang: in deze artikelen staat bij welke rechter
je moet zijn.
Resultaat is een vonnis
8. Dagvaarding of verzoekschrift?
Je mag titel 2 Rv nooit toepassen op titel 3 Rv-zaken, tenzij de wet dat
uitdrukkelijk zegt. Als je een verkeerde keuze maakt is deze niet fataal, maar kan
onhandig zijn voor vermeerdering kosten voor cliënt (art. 69 Rv).
9. Internationaal
Als ik een internationaal geschil heb, bij welke rechter moet ik dan zijn? Waar
moet ik zijn om mijn schadevergoeding geldig te maken?
- Wet Rv
Art. 99 Rv e.v.
- Wet RO
Art. 2 RO
- EEX-Verordening (EEX-Vo)
- Betekenings-Verordening (Bet-Vo)
,De dagvaarding richt je primair tot je wederpartij en vervolgens komt het bij de
rechter. Het verzoekschrift richt je primair tot de rechter en via de rechter komt
dit bij je wederpartij.
- wanprestatie (6:74 BW)
- onrechtmatige daad (6:162 BW)
Vuistregel: bij vermogensrechtelijke geschillen = 3, 5, 6, 7 – zaken. Zijn vaak
dagvaardingszaken. Dit zie je aan de woorden in de wet.
Verzoekschrift (titel 1.3 Rv)
Dit zijn voornamelijk de personen- en familiezaken.
- benoeming voogd
- echtscheiding
- adoptie
Vaak zie je aan de wettelijke bepaling wat de wetgever voor ogen had. Door het
gebruik van “op verzoek van”, daar heeft de wetgever het oog op het gebruik
maken van de verzoekschriftprocedure. Wat er allemaal in het verzoekschrift
moet staan vindt je in art. 1.3 Rv.
11. Uniforme rechtsingang – KEI (zie het artikel van Van Mierlo op
Nestor)
De tweedeling die we nu nog hebben – de dagvaarding enerzijds en de
verzoekschriftprocedure anderzijds – komt vanaf januari 2017 voor bepaalde
soort zaken te vervallen. We krijgen dan 1 rechtsingang via 1 procesrechtelijk
stuk via het nieuwe art. 30a Rv.
12. Verschillen dagvaardings- en verzoekschriftprocedure
Rechtsingang
Dagvaarding: eerst naar de wederpartij en een kopie versturen naar de
rechtbank.
Verzoekschrift: gaat naar de rechtbank en als er een wederpartij gaat deze
vervolgens naar de wederpartij
Bevoegde rechter
Deze is altijd hetzelfde, is namelijk bij zowel verzoekschrift als dagvaarding
de rechtbank. Maar zijn uitzonderingen: bijv. het rechtspersonenrecht > je
moet naar het Gerechtshof.
Bij verzoekschriften geeft de wet aan bij welke rechter bij de rechtbank ik
moet zijn; kantonrechter of civiele rechter. Staat in de materieel rechtelijke
regelgeving
Bij de dagvaardingszaken wordt in het Wetboek van Burgerlijke
rechtsvordering geregeld of ik bij de kantonrechter moet zijn of niet.
- Art. 2 RO
- Art 42 RO = uitgangspunt van de wetgever. Je brengt de zaken aan bij de
rechtbank. Maar de rechtbank heeft twee soorten rechters in huis:
6
, kantonrechter en civiele rechter. Bij wie je moet zijn vind je niet in de Wet
RO, maar hangt er vanaf of je een dagvaardingszaak of
verzoekschriftprocedure hebt. Als het is:
- Dagvaardingszaak : art. 93 t/m 97 Rv. Dit zijn alle
dagvaardingszaken die naar de kantonrechter moeten. Moet de
zaak niet naar de kantonrechter dan gaat hij naar de civiele kamer.
- Verzoekschriftzaak: het onderscheid vind je niet in Rv, maar in
het materiële recht. Bijv. boek 7 BW (arbeidsrecht).
Uitspraak
Het resultaat van de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg is een vonnis.
Het resultaat van een verzoekschriftprocedure in eerste aanleg is een
beschikking.
13. Dagvaarding of verzoekschrift?
Artikel 261 lid 2 Rv: ‘uit de wet voortvloeit’. Dus als je de wettelijke bepaling
leest, lees je dat de wetgever bedoelt bijvoorbeeld bij echtscheiding de wetgever
de verzoekschriftprocedure bedoeld. Gaat dus om een titel 3 procedure en moet
dus bij beantwoording van de vragen gaan zoeken in titel 3.
Nooit regels uit titel 3 toepassen op titel 2 procedures en andersom,
tenzij de wet dat uitdrukkelijk zegt. (zie hieronder een tenzij-voorbeeld)
Artikel 284 Rv: dit is een artikel uit titel 3, dus uit verzoekschriftprocedure.
Dit artikel zegt dat je regels uit titel 3 mag toepassen.
Artikel 69 RV: verkeerde rechtsingang gekozen. Tegenwoordig straft de wet dit
niet meer af vgl. Art. 70 Rv. Niet fataal, maar brengt wel meer kosten mee voor
cliënt.
14. Kwaliteit en Innovatie (KEI)
Nieuwe regelgeving digitaal procederen
Inhoud KEI:
o Kern:
- Art. 30a e.v. KEI-Rv
- Oproepingsbericht (vorderingen; art. 111 KEI-Rv)
o Stand van zaken:
- 1 maart 2017: vorderingszaken cassatie
- 1 september 2017: advocaat-vorderingszaken bij b. Midden
Nederland en Gelderland.
o Belangrijkste wijzigingen:
- verval onderscheid dagvaarding/verzoekschrift
- 1 stuk ter inleiding: procesinleiding
- versterkte regiefunctie van de rechter
- digitalisering bij de rechtspraak
Hoorcollege 1b - Beginselen
15. Arceren in Kluwer en extra stof bestuderen
KEI (V.1.a)
7
,EEX (V.6)
Dossier Houthuyzen/De Wit (week 2-4)
16. Functies van het burgerlijk proces / het civiele proces
1. Recht- en titelverschaffing
De dienende functie van het procesrecht / procesrecht staat in dienst
van het materiële privaatrecht. Met de titel kun je de veroordeling executeren
(executoriale titel).
2. Geschilbeslechting/conflictoplossing
3. Rechtspraak als dienstverlening
Behartigen van publieke belangen. Vorm van
rechtsontwikkeling/rechtseenheid, omdat mediation etc. niet openbaar is
leert men er ook niets van. Iedere uitspraak dient de rechtsontwikkeling
en rechtsvorming & rechtseenheid. De overheid heeft bijvoorbeeld het
dwangmonopolie: eigenrichting is niet toegestaan. De rechter draagt ook
bij aan meningsvormingen binnen de staat (Urgenda-arrest).
17. Beginselen eerlijk proces
1. Onpartijdige rechter en toegang tot rechter
Hierop worden geen uitzonderingen gemaakt
2. Hoorplicht
Hier kan wel afstand van worden gedaan, bijvoorbeeld wanneer een snelle
beslissing noodzakelijk is. Bijvoorbeeld bij het verlenen van beslagverlof.
3. Redelijke termijnen
18. Rechten die voortvloeien uit art. 6 EVRM
Voor vaststelling burgerlijke rechten/plichten heb je als burger van de Staat
onder de rechtsmacht je r4echt en de staat is verplicht te zorgen voor:
Effectieve toegang tot de rechter
Rechter moet onpartijdig, onafhankelijk en establised by law zijn.
Eerlijke behandeling door gerecht
Toepassing van hoor- en wederhoor + gelijke behandeling + motivering.
Openbare behandeling door gerecht
Resultaat binnen redelijk termijn
19. Verloop ontwikkeling burgerlijk procesrecht / Rechtsontwikkeling
Van ongeschreven naar codificatie
1871: Boneval Faure formuleert als eerste de beginselen van burgerlijk
procesrecht.
8
,1971: mr. Haardt keek of deze beginselen nog toepasbaar in de tijd waren. Dit
was het geval.
Internationaal
1950: EVRM met daarin art. 6 en 13.
1954: Nederland heeft de Grondwet aangepast en gesteld dat het EVRM niet zo
veel nieuws brengt. Hierdoor kon het EVRM rechtstreeks doorstromen in het
Nederlandse recht (ex. art. 93 jo 94 Gw).
Jaren ’70: Door de Marckx-arresten kreeg art. 6 EVRM een belangrijke rol,
want er ging wel degelijk een dwingend karakter uit van het EVRM.
2009: Het Verdrag van Lissabon is gesloten en het EU-Handvest is bindend
geworden. In dit Handvest is een verbeterde versie van art. 6 EVRM te vinden =
art. 47 Handvest.
Nederlands recht
1983: Alle grondrechten werden gecodificeerd als reactie op de internationale
ontwikkelingen. Echter werd ‘het recht op proces’ niet gecodificeerd.
1993: veroordeling Nederland (Dombo-arrest).
2002: herziening WvBRv en Wet RO. Art. 19-30 Algemene ‘voorschriften
procedures’
2004/2006: Fundamentele herbezinning BPR.
2016: vereenvoudiging/digitalisering KEI
- mondelinge behandeling (oral hearing)
- redelijke termijn (voortvarend procederen)
- toegang tot de rechter vereenvoudigd
20. Toegang civiele rechter
EHRM in Golder-arrest (1975)
Recht op toegang tot de rechter ligt besloten in artikel 6 EVRM.
Uitwerking hiervan in het Nederlandse recht
- partij stelt vordering in 3:296 BW
o Recht te mogen procederen verlengstuk van het materiële privaatrecht
(BW).
o Open systeem: zodra je maar stelt dat je van een ander iets te vorderen
hebt/ actierecht/recht op prestatie van de ander op grond van het BW
(dat er grondslag is in het materiële privaatrecht) heb je toegang tot de
rechter.
Het enkele stellen is al genoeg om een actie tot de rechter te hebben.
- partij dient verzoek in (art. 261 Rv)
o Waar wet indiening verzoek toelaat.
- rechter móét beslissen (art. 26 Rv)
o En wel op alle onderdelen van de eis/het verzoek (art. 23 Rv).
o En op de door partijen gestelde grondslag (art. 24 Rv).
o Op feiten die in het dossier vaststaan (art. 149 Rv).
21. Verschillende vormen van eerlijkheid in een proces (eerlijke
behandeling)
Hoor en wederhoor
9
, Processuele gelijkheid
Motivering van de beslissing
22. Beginsel van hoor en wederhoor (art. 19 Rv)
Dit is juridisch gezien het oudste en belangrijkste beginsel en betreft het naar
voren brengen van je standpunten. Dit beginsel ligt besloten in audi et alteram
partem en is in 2002 gecodificeerd in art. 19 Rv.
Het recht om gehoord te worden
- Je moet op gelijke voet met je wederpartij de gelegenheid hebben om je
standpunt naar voren te brengen en toe te lichten.
- Je moet de gelegenheid krijgen om je uit te laten over het standpunt van
de wederpartij en over alle bescheiden en andere in de procedure
gebrachte gegevens.
- De rechter beslist niet op bescheiden of gegevens waarover partijen zich
onvoldoende hebben kunnen uitlaten (Samenwerking/Geerlings-
arrest).
23. Uitspraak openbaar (art. 5 RO)
o Dezelfde dag afschrift aan partijen (art. 231 lid 1 jo 290 lid 3)
o Belang: werking en beroepstermijn
o Bij derden kan griffier anonimiseren
o Ook aan uitspraak gehechte stukken
o Niet bij wet of rechterlijk bevel geheim
24. Behandeling openbaar (art. 4 RO)
o Geen afschrift niet-aangehechte documenten
- Geheim: dagvaarding, conclusies, akten
- overlegde bewijsstukken (producties)
- Belang: bedrijfsgeheimen en privacy
o Behandeling met gesloten deuren
- Alleen ter bescherming bepaalde belangen
- soms rechterlijk bevel soms wet
- art. Rv: Personen en Familiezaken besloten, tenzij..
Hoorcollege 2a - Bevoegdheid rechter
25. Fundamentele beginselen van het burgerlijk procesrecht in relatie
tot art. 2 RO
Hoor en wederhoor
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dm95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.