100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische biologie, schakeljaar, periode 1 $6.39
Add to cart

Summary

Samenvatting Medische biologie, schakeljaar, periode 1

2 reviews
 174 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Medische biologie, schakeljaar, periode 1. Week 1: Algemene ziekteleer, diagnostiek en therapie Week 2: Oncologie Week 3: Infectieziekten, allergie en stoornissen in de afweer Week 4: Bloed- en vaatwand pathologie Week 5: Hartziekten Week 6: Ziekten van de luchtwegen Week 7: De benauwde patiënt ...

[Show more]

Preview 4 out of 49  pages

  • No
  • H1, h4, h5, h6, h7, h8, h9,
  • September 25, 2017
  • 49
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: ilonavanegmond • 7 year ago

review-writer-avatar

By: torrencehenderson99 • 7 year ago

avatar-seller
Inhoudsopgave
Week 1: Algemene ziekteleer, diagnostiek en therapie......................................................................3
Uitleggen wat endogene en exogene ziekteoorzaken zijn en voorbeelden benoemen.......................3
De bekendste mono genetische overervingspatronen uitleggen en toepassen op uitleg aan ouders
met kinderwens..................................................................................................................................3
Benoemen wat anamnese en de vier onderdelen van het lichamelijk onderzoek inhouden...............4
Het begrip differentiaaldiagnose herkennen, beschrijven hoe deze tot stand komt en het daaraan
gekoppelde aanvullend onderzoek benoemen....................................................................................5
Uitleggen wat de meest voorkomende laboratoriumbepalingen inhouden en waartoe ze dienen.....5
De begrippen preventieve, curatieve, palliatieve, causale en symptomatische behandeling
toelichten...........................................................................................................................................5
De farmacologische basisbegrippen omschrijven en interpreteren....................................................6
De twee meest voorkomende algemene bijwerkingen van medicatie uitleggen................................6
De verschillende lokale en algehele toedieningswegen van medicatie en hun voor- en nadelen
uitleggen............................................................................................................................................6
De diverse stappen van medicatie in het lichaam en de relatie ertussen uitleggen............................6
De belangrijkste begrippen van de farmacokinetiek uitleggen en aan elkaar relateren.....................7
De belangrijkste begrippen van de farmacodynamiek uitleggen en aan elkaar relateren..................8
Beschrijven hoe een correct recept voor medicatie eruit dient te zien, hoe medicatie behoort te
worden opgeslagen, en in welke opzichten opiaten wat betreft bovenstaande procedures afwijken.
...........................................................................................................................................................8
Week 2: Oncologie.............................................................................................................................9
De verschijnselen benoemen en verklaren die op tumorgroei kunnen wijzen.....................................9
De naamgevingen TNM-stagering van tumoren herkennen...............................................................9
Beredeneren waar lymfogene en waar hematogene metastasen te verwachten zijn........................9
De vier hoofd vormen van behandeling bij kanker toelichten, zowel hun indicatie/werking als
bijwerkingen.....................................................................................................................................10
Van onderstaande tumoren de volgende karakteristieken benoemen en uitleggen: risicofactoren,
symptomen, metastaseringspatroon, onderzoek, behandeling........................................................10
De belangrijkste medicamenten op de 'pijnladder' benoemen en hun werkingen............................11
Bijwerking verklaren (paracetamol, NSAIDs, opiaten)......................................................................11
Week 3: Infectieziekten, allergie en stoornissen in de afweer..........................................................13
Bij vijf hoofdgroep en pathogene micro-organismen antimicrobiële middelen benoemen en globaal
hun werking beschrijven...................................................................................................................13
Beschrijven wat een infiltraat, catharre, abces, empyeem is............................................................13
De vier complicaties van ontstekingen noemen en verklaren...........................................................13
De virale bouw, besmettingswegen, preventie, diagnostiek en behandeling van hiv en AIDs
beschrijven.......................................................................................................................................14
De belangrijkste anti-allergische medicatie benoemen en hun werkingen bijwerking verklaren
(antihistaminica, adrenaline, corticosteroïden, overige (immunosuppressiva).................................15
Het verschil tussen allergie en auto-immuniteit uitleggen en van beide meerdere voorbeelden
noemen............................................................................................................................................16
De symptomen van lokale en systemische allergische reacties en hun behandeling verklaren.........16
De belangrijkste karakteristieken en behandeling van influenza verklaren......................................16
Week 4: Bloed- en vaatwandpathologie..........................................................................................18
De definitie, oorzaken, symptomen, onderzoeken en behandeling van anemie uitleggen................18
Uitleggen wat trombose en embolie zijn..........................................................................................20



1

, De definitie, oorzaken, symptomen, onderzoeken en behandeling van verhoogde bloedingsneiging
beschrijven vooral in relatie tot antistolling.....................................................................................20
De drie belangrijkste vormen van antistolling benoemen en hun werkingen bijwerking verklaren
(heparine, coumarinen, salicylaten).................................................................................................22
De definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, preventie en behandeling van atherosclerose
en ischemische beenklachten uitleggen...........................................................................................22
Week 5 Hartziekten.........................................................................................................................25
De definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, preventie en behandeling van coronair
sclerose (stabiele angina pectoris en acuut coronair syndroom) uitleggen......................................25
De definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling van
decompensatio cordis/hartfalen uitleggen.......................................................................................27
Cardiovasculaire klinische parameters CentraalVeneuzeDruk (CVD), arteriële bloeddruk (RR), Mean
Arterial Pressure (MAP) interpreteren en relateren aan de fysiologie van hart en vaten.................29
De definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling van
hypertensie uitleggen.......................................................................................................................30
De oorzaken, verschijnselen, complicaties en behandeling van de vier hemodynamische vormen van
shock inclusief SIRS, sepsis en septische shock uitleggen..................................................................32
De belangrijkste cardiovasculaire medicatie benoemen en hun werkingen bijwerking verklaren
(nitraten, bètablokkers, diuretica, alfablokkers, calciumantagonisten, ACE-remmers en angiotensine
II-antagonisten, digoxine).................................................................................................................35
Week 6 Ziekten van de luchtwegen.................................................................................................38
De klinische aandachtspunten van de respiratie, en hun bewaking in de kliniek, beschrijven..........38
Uitleggen hoe roken tot luchtwegproblemen kan leiden en daarbij de definitie, risicofactoren,
symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling van astma en COPD uitleggen. 40
De definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling van
bovenste en onderste (bronchitis en pneumonie) luchtweginfecties uitleggen................................43
De definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling van
pneumothorax herkennen................................................................................................................43
De belangrijkste pulmonale medicatie benoemen en hun werking en bijwerking verklaren
(inhalatie: sympathicomimetica, corticosteroïden, acetylcysteïne, O2)............................................44
Week 7 De benauwde patiënt..........................................................................................................47
Uitleggen welke orgaansystemen het symptoom benauwdheid kunnen veroorzaken......................47
Verklaren hoe de invloed van de psyche is op het symptoom benauwdheid.....................................47
Uitleggen welke andere, anamnestische gegevens een verpleegkundige het beste kan verzamelen
bij een patiënt die klaagt over benauwdheid...................................................................................47
Uitleggen welke andere, lichamelijke gegevens een verpleegkundige het beste kan verzamelen bij
een patiënt die klaagt over benauwdheid........................................................................................48
Herkennen hoe een arts tot een waarschijnlijkheidsdiagnose komt bij benauwdheid en begrijpen
wat de aanvullende diagnostiek en (proef)behandeling zullen zijn..................................................48




2

,Week 1: Algemene ziekteleer, diagnostiek en therapie
Uitleggen wat endogene en exogene ziekteoorzaken zijn en voorbeelden benoemen.
Endogene factoren: genetisch bepaald Endogene factoren komen voort vanuit het individu
zelf en zijn meestal genetisch bepaald. = van binnenuit.
Exogene factoren: De meeste oorzaken van ziekten komen van buitenaf, de exogene
factoren. = van buitenaf. Er zijn vele soorten exogene factoren. Zij kunnen in groepen
worden onderverdeeld:
 Micro-organisme
 Fysisch (natuurkundig); b.v. straling, ongelukken
 Chemisch (scheikundig); b.v. giftige stoffen
 Biologisch; vb huisstofmijt, allergie – oorzaken gelegen in de voeding.: te veel, te
éénzijdig (bloedarmoede), vit B te kort.
Verschil tussen endo en exo is: op endo geen invloed exo wel.
Multifactorieel: combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren. DM2, Longemfyzeem, reuma,
MS

De bekendste mono genetische overervingspatronen uitleggen en toepassen op uitleg
aan ouders met kinderwens.
Een monogene aandoening wordt veroorzaakt door één verandering (mutatie) in één gen.
Genen zitten in alle lichaamscellen op de chromosomen.
Monogene aandoeningen zijn te verdelen in de volgende soorten:
 Autosomaal-dominant vb ziekte van Huntington of te hoog bloedcholesterol. Bij deze
vorm van erfelijkheid veroorzaakt 1 afwijkende gen al de ziekte. Want dominante genen
komen tot uiting ongeacht de partner. Het kind heeft 50% kans op een normaal gen, en
50% kans op het verkeerde gen. Dominante erfelijke aandoening slaan geen generaties
over.
 Autosomaal recessief vb cystic fibrosis. Bij deze vorm van erfelijkheid wordt alleen het
kind ziek, dat van beide ouders het afwijkende gen krijgt. Een recessief gen komt alleen
tot uiting met een gelijk gen op het andere chromosoom. Als beide ouders drager zijn
heeft het kind 25% kans op een ziekte, 50% kans op drager en niet drager 25%.
 X-gebonden (geslachtsgebonden) dominant of recessief Voorbeelden van X-gebonden
dominante aandoeningen zijn het syndroom van Alport en Rett syndroom.
Het afwijkende gen zit op het x-chromosoom. Alleen vrouwen kunnen dragen zijn van dit
gen.
In sommige families krijgen alleen jongens een bepaalde aandoening. Bijvoorbeeld
hemofilie. Hoe komt dat? Dat komt door X-gebonden (= geslachtsgebonden) recessieve
overerving. Mannen hebben één X-chromosoom en één Y-chromosoom, (XY) vrouwen
hebben twee X-chromosomen (XX). Bij X-gebonden ziektes zit er een foutje (mutatie) op het
X-chromosoom.
Bij de meeste X-gebonden recessieve ziektes krijgen mannen de ziekte wel en vrouwen
niet. Mannen (XY) hebben namelijk geen tweede, gezond X-chromosoom zonder mutatie,
vrouwen (XX) wel.

Pathogene ziekteverwekkers:
 Bacteriën
 Virussen. Heeft gastcelheer nodig.
 Schimmels. Antimyotica.
 Parasieten.




3

, Benoemen wat anamnese en de vier onderdelen van het lichamelijk onderzoek
inhouden.
Een anamnese is wat een patiënt met betrekking tot de voorgeschiedenis en
relevante omstandigheden van zijn ziekte of aandoening aan een zorgverlener kan
vertellen.
Algemene anamnese:
 Administratieve anamnese;
 Sociale anamnese.

Speciële anamnese:
 De voorgeschiedenis: De aard of het karakter van de klacht
 De lokalisatie en eventuele uitstraling,
 Het ontstaan van de klacht
 Het beloop in de tijd (chronologie
 De ernst van de klacht
 Begeleidende verschijnselen

Aanvullende anamnese:
 Algemeen conditie verminderende factoren?
 Voorgaande aandoeningen/ operaties?
 Huidig medicatiegebruik?
 Voorgaande behandelingen?
 Erfelijke aandoeningen?

Het uitvragen van de hoofdklacht volgens een vaste structuur. Ezelbrug VALTIS:
V Voorgeschiedenis. Welke aandoeningen, operaties heeft de patiënt de afgelopen jaren
mis doorgemaakt?
A Aard van de klacht, wat voor soort vermoeidheid, wat voor soort pijn (stekend, drukkend,
zeurend, bonkend, enz.).
L Lokalisatie Waar zit het precies? Mogelijk kan de patiënt het aanwijzen of omschrijven.
Zijn er op andere plekken ook klachten?
Is er sprake van uitstraling, en zo ja waarheen dan?
T Tijd Hoe lang bestaat de klacht al (uren tot maanden)?
Wanneer is het begonnen en is het geleidelijk of acuut begonnen?
Is er sprake van aanvallen of is het meer continu?
Neemt het toe, af of blijft het min of meer gelijk?
Heeft de patiënt een dergelijke klacht als eens eerder gehad?
I Intensiteit Hoe hevig is de klacht? Heeft de klacht invloed op het dagelijks leven (prive ,
werk, slapen en dergelijke)? Opvatting en beleving van de klacht.
S Samenhang Begeleidende verschijnselen (koorts, pijn, misselijkheid, jeuk, enz.).
Wat verergert of vermindert de klacht? Is er een verband tussen de klacht en werk, thuis,
medicijngebruik, voedsel of reizen (een vakantie in de tropen bijvoorbeeld)? Heeft de patiënt
de klacht al eens eerder gehad? Komt de klacht in de familie voor?

Lichamelijk onderzoek bestaat uit 4 onderdelen:
 Inspectie (het kijken naar de patiënt);
 Auscultatie (het beluisteren van door organen voortgebrachte geluiden);
 Percussie (het ‘uitkloppen’ van organen);
 Palpatie (het bevoelen van organen, lichaamsdelen, enz.).




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller andyvpk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.39  3x  sold
  • (2)
Add to cart
Added