100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie H1 t/m 4 $4.30   Add to cart

Summary

Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie H1 t/m 4

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie 12e druk H1 t/m 4

Preview 6 out of 22  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4
  • October 2, 2023
  • 22
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Basisboek bedrijfseconomie
H1 t/m 4
12 e druk




Anna Groenenboom
Studiejaar 2023/2024

,Inhoudsopgave
1 Ondernemingen en hun functie in de economie.................................................................................3
1.1 Economie en bedrijfseconomie....................................................................................................3
1.2 Kenmerken van ondernemingen..................................................................................................3
1.3 Kenmerken van ondernemingen..................................................................................................5
1.4 Ondernemingsactiviteiten............................................................................................................5
1.5 Bedrijfskolom en bedrijfstak.........................................................................................................6
1.6 Samenwerkingsvormen tussen ondernemingen..........................................................................7
2 Ondernemingen...................................................................................................................................8
2.1 Rechtsvormen van ondernemingen..............................................................................................8
2.2 Eenmanszaak................................................................................................................................8
2.3 Partnerschappen..........................................................................................................................9
2.3.1 VOF (vennoten of firmanten) en CV (commanditaire vennootschap)....................................9
2.3.2 Maatschap.............................................................................................................................9
2.4 Kapitaalvennootschappen..........................................................................................................10
2.4.1 Besloten vennootschap (bv)................................................................................................10
2.4.2 Naamloze vennootschap (nv)..............................................................................................10
2.5 Coöperatie..................................................................................................................................11
2.6 Vereniging en stichting...............................................................................................................12
2.6.1 Verenging.............................................................................................................................12
2.6.2 Stichting...............................................................................................................................12
2.7 Inkomstenbelasting voor de ondernemer..................................................................................13
2.8 Winstbelasting bij ondernemingen met rechtspersoonlijkheid..................................................14
2.9 Omzetbelasting...........................................................................................................................15
3 Bedrijfseconomische vakgebieden en functies..................................................................................18
3.1 Bedrijfseconomische vakgebieden.............................................................................................18
3.2 Relaties met andere vakgebieden...............................................................................................18
3.3 Bedrijfseconomische functies.....................................................................................................19
4 Financiële overzichten.......................................................................................................................20
4.1 Investeringen en financiering.....................................................................................................20
4.2 Financiële overzichten................................................................................................................20
4.3 Winst versus kasmutatie.............................................................................................................21
4.3.1 Afschrijvingen......................................................................................................................21
4.3.2 Voorzieningen......................................................................................................................22
4.3.3 Rechtstreekse vermogensmutaties......................................................................................22

, 4.4 Afschrijvingsmethoden...............................................................................................................22

1 Ondernemingen en hun functie in de economie
1.1 Economie en bedrijfseconomie
Productiehuishoudingen (bedrijven): vervaardigen goederen en diensten en verkopen deze aan de
consument voor een bepaalde prijs.

Economische wetenschap: houdt zich bezig met de vraagstukken die samenhangen met het streven
naar welvaart van de mens.

De algemene economie: bestudeert de relaties tussen consumenten en producenten en tussen de
producenten onderling. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen micro- en macro-
economie.
Micro-economie: behoort onder andere de theorie van de marktvormen en de prijsvorming.
Bepalend daarvoor is onder andere het aantal aanbieders en het aantal vragers.
Macro-economie: houdt zich bezig met economische problemen van de maatschappij als
geheel, zoals inflatie en werkloosheid.

Bedrijfseconomie: richt zich op het economisch handelen binnen de productieorganisatie, gewoonlijk
bedrijven genoemd.

Winst: het verschil tussen opbrengsten en kosten.




1.2 Kenmerken van ondernemingen
In een productieorganisatie worden productiemiddelen bij elkaar gebracht en vervolgens in een
productieproces omgezet in producten. Op de inkoopmarkt worden de productiemiddelen verkregen

,en op de verkoopmarkt worden de geproduceerde goederen en/of diensten verkocht. Een
productieorganisatie opereert op deze twee markt.




Kapitaal: de productiefactor die bestaat uit de grondstoffen en de duurzame productiemiddelen van
de onderneming.

De productieorganisatie is een samenwerkingsverband van de productiefactoren arbeid en kapitaal.
Het samenwerkingsverband kan een formeel karakter hebben, waarbij de rechten en plichten
schriftelijk zijn vastgelegd.

Een onderneming streeft naar winst en dat onderscheidt ondernemingen van bedrijven.

De grootte van de winst is afhankelijk van enerzijds de efficiëntie en anderzijds de effectiviteit van
het productieproces.
Efficiëntie: de doelmatigheid van het productieproces, met zo gering mogelijke kosten een
gegeven hoeveelheid produceren.
Effectiviteit): de doelgerichtheid van het productieproces, het produceren van goederen en
diensten die door de klant op prijs worden gesteld.




Kenmerkend voor een onderneming is dat het winstcijfer een maatstaaf is voor zowel de efficiëntie
als de effectiviteit.

Continuïteit: het streven van een organisatie naar voortbestaan op lange termijn.

,1.3 Kenmerken van ondernemingen
Non-profitorganisaties: organisaties die niet streeft naar winst, maar meestal een sociale en/of
maatschappelijke doelstelling heeft.
- Hieronder valt ook de overheidssector.
Overheidssector: bestaat uit nationale, staat/provincie en lokale overheden en levert
vooral collectieve goederen en diensten.
- Overheidssector: opereert volgens het budgetmechanisme
Budgetmechanisme: bepaling van de productie van (collectieve) goederen via een
(door de overheid) vastgesteld budget.
- Particulier: afhankelijk van donaties
- Moeilijk vergelijken tussen efficiency en effectiviteit
o Effectiviteit slechts te benaderen door niet-financiële maatstaven

Ondernemingen: naar winst strevende productieorganisatie
- Opereren volgens het marktmechanisme
o Marktmechanisme: het vrije spel van vraag en aanbod waardoor prijzen voor
goederen en diensten tot stand komen.
- Activiteiten zijn middel
- Efficiëntie en effectiviteit zijn af te lezen uit winst


1.4 Ondernemingsactiviteiten
Indeling van bedrijven naar de aard van het omzettingsproces:
1. Primaire sector: land- en bosbouw, visserij en mijnbouw
2. Secundaire sector: industrie
3. Tertiaire sector: handel
4. Quartaire sector: dienstverlening

Duurzame Voorraden Arbeid
productiemiddelen
Land- en bosbouw, Grond
visserij en mijnbouw Concessies Niet belangrijk Arbeidsextensief
Machines
Industrie Gebouwen Massaproductie; Afhankelijk van mate
Machines gereed product automatisering
Handel Opslagruimte Zeer belangrijk Arbeidsintensief
Winkelpand
Dienstverlening Afhankelijk van type Niet belangrijk Meestal
dienstverlening arbeidsintensief


Stukproductie: maatwerk, productiewijze waarbij elk product is afgestemd op de specifieke wensen
van de klant
Serie-stukproductie: componenten in grotere aantallen
Serie-massaproductie: meerdere varianten van standaardproducten
Massaproductie: in grote hoeveelheden, productiewijze waarbij een bepaald soort product in grote
hoeveelheden gemaakt worden

, Detailhandel: levert rechtstreeks aan de eindgebruiker
Groothandel: koopt in bij fabrikanten en verdeelt de ingekochte partijen over de detailhandel

1.5 Bedrijfskolom en bedrijfstak
Bedrijfskolom: vormt de totale keten van bedrijven die betrokken zijn bij de voortbrenging van een
product of dienst, het geheel van stadia dat een product doorloopt op zijn weg van producent naar
consument.
Bedrijfstak: de gezamenlijke bedrijven
in een schakel van een bedrijfskolom.




Integratie: een bedrijf verzorgt verschillende
opeenvolgende schakels in een bedrijfskolom
- Binnen bedrijfskolom,
bedrijfskolom wordt korter




Parallellisatie: een bedrijf is actief in een vergelijkbare
schakel in verschillende bedrijfskolommen
- Met een andere bedrijfskolom,
bedrijfskolom wordt breder

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annagroenenboom. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59325 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.30
  • (0)
  Add to cart