Samenvatting De Bestuurlijke Kaart van Nederland alle hoofdstukken (inclusief 8)
17 views 2 purchases
Course
Bestuur en beleid
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
De bestuurlijke kaart van Nederland
Deze samenvatting is heel erg uitgebreid, je hoeft hierna het boek niet meer te lezen. Alle hoofdstukken zijn beschreven van de achtste druk in 2023. Ook het nieuwe hoofdstuk 8 zit erbij.
Bestuurlijke kaart van NL
Voor de tussentoets moet je alle stof uit De bestuurlijke kaart van Nederland kennen, met uitzondering van
hoofdstuk 4 (De organisatie van de rechtspraak), hoofdstuk 9 (Bestuur en maatschappelijke omgeving) en
hoofdstuk 12 (Nieuwe paden). De toets bestaat uit gesloten vragen: multiple choice en variaties hierop.
H.1
Kaartkennis: kennis over de loop van de straten en de locatie van de belangrijkste gebouwen. Bij te
weinig kaartkennis, kan gebruik worden gemaakt van een plattegrond.
Wat is openbaar bestuur?
Openbaar bestuur: niet gesloten of helder begrensd. Het is een combinatie van het rijk en de
gemeenten met relaties met maatschappelijke instellingen, het bedrijfsleven, belangengroepen en
andere vormen van burgergroepen.
Definitieproblemen openbaar bestuur:
- Juridisch: alle organisaties met een publiekrechtelijke grondslag (het bestaan van een
organisatie is wettelijk vastgelegd) tot het openbaar bestuur. Vb. Gemeente
- Soorten financiering:
Contributie: Verenigingen
Verkoop producten: bedrijven
Algemene middelen: (belastigen premies overheidssubsidies) publieke organisatie.
- Doel of taakstelling:
Private organisaties: behartigen van deelbelang van aandeelhouders of leden.
Publieke organisaties: richten zich op het algemeen belang, zorg, onderwijs, huisvesting.
(taak is meestal vastgelegd in de wet).
Omgeving van het openbaar bestuur: omgeving waarbinnen het openbaar bestuur funcitoneert.
- Verrichten publieke taken
- Soms financiering uit belansting en premies.
- Geen winstoogkenmerk
- Private sector (bevat ook commerciele actoren met veel invloed op openbaar besuur van nl)
Kenmerken van het nederlandse openbaar bestuur
Nederland Andere landen
Regeringsvorm Constitutionele monarchie: Republiek, absolute
koning als staatshoofd, hij monarchie
handelt aan de hand van de
grondwet of constitutie.
Soort staat Rechtsstaat: de overheid moet
zich houden aan de regels van
het recht. (legaliteitsbeginsel)
Ook beschikken burgers over
grondrechten.
Trias politica Scheiding der machten: de
, wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende macht zijn
onafhankelijk van elkaar en
controleren elkaar.
Kerk en staat Scheiding van kerk en staat: VK en scandinavische landen
geen staatskerk. hebben staatskerk.
Hoe stemmen Parlementair stelsel: VS: presidentieel stelsel.
Bevolking kiest tweede kamer Referenda=directe
rechtstreeks. Hieraan is de democratie. Zwitserland.
regering verantwoording
schuldig. Wij kiezen niet direct
voor uitkomsten van
stemmingen maar voor
volksvertegewoordigers.
Pijlers van parlementair stelsel:
- Ministeriële
verantwoordelijkheid:
de ministers zijn
verantwoordelijk ook als
het staatshoofd
optreedt.
- Vertrouwensregel:
ministers moeten af
treden als ze het
vertrouwen van de
volksvertegewoordiging
verloren hebben.
- Dualisme: de
volksvertegenwoordigin
g is onafhankelijk van de
regering en ministers
kunnen geen deel
uitmaken van de staten
generaal.
Kiezen van bestuurders De nederlandse bevolking kiest In de VS kiest de bevolking
geen bestuurders: de kroon ook alle bestuurders.
benoemt de ministers
burgemeesters en
commissarissen van de koning.
Kiesstelsel Evenredige vertegenwoordiging: In de vs heb je een aantal
het aantal zetels voor een partij kiesmannen voor een staat en
is in overeenstemming met de de meerderheid van die staat
stemmen van de bevolking, er is wordt als kiesmannen
ook geen kiesdrempel. Kleine ingezet. In belgie en duitsland
partijen kunnen dus ook is er een kiesdrempel.
gemakkelijk een stem krijgen.
Waar ligt de macht? Gedecentraliseerde In veel andere landen heeft
eenheidsstaat: de rijksoverheid de overheid niet zoveel te
kan zaken aan lagere overheden zeggen over de kleinere
opleggen. Er wordt veel overheden.
, samengewerkt op alle niveaus
alleen iedereen volgt dezelfde
regels (eenheid)
Constitutioneel hof Het constitutionele hof: is in Duitsland en de VS heeft dit
nederland niet aanwezig dus wel.
nieuwe wetten worden niet
onafhankelijk aan de grondwet
getoetst.
Rechtspraak Nederland kent geen Veel andere democratieën
juryrechtspraak. Onafhankelijk hebben dit wel.
en deskundige rechters hebben
het voor het zeggen in nl.
Functioneel bestuur Nederland heeft een functioneel
bestuur: dit zijn
bestuursorganen die geen
onderdeel zijn van de drie
territotiale bestuurslagen (rijk,
provincie, gemeente). Bvb
waterschappen
Europese uni Veel nationale wet en
regelgeving wordt direct of
indirect door de EU bepaald, de
eu wetgeving heeft ook voorrang
op onze eigen wetgeving.
Nederlands openbaar bestuur is in vergelijking met bestuur in andere landen inclusief. De nadruk
ligt op draagkracht in besluitvorming, dit komt omdat de formele en informele spelregels ervoor
zorgen dat politieke besluiten pas genomen worden bij bredere steun van politieke en
maatschappelijke groepen.
Ook: gebrek aan draagkracht en grote afstand tussen de kiezers en gekozenen.
De nederlandse staat h2
Nederlandse wapen symboliseert de staat der nederlanden.
Nederlandse wapenspreuk: Je maintiendrai (ik zal handhaven)
Vier kenmerken van een staat:
- Specifiek grondgebied (territorium)
- Er is een bevolking
- Er is een wettelijke ordening en een bestuurlijike organisatie met wet en regelgeving.
, - De staat is erkend door andere staten. (soevereine staat)
Staat der nederlanden: is een rechtspersoon, en is de juridische term voor de nederlandse
overheid. De staat is dus net als een individu bevoegd om rechtshandelingen te verrichten.
(koopovereenkomst, verdrag met een andere staat sluiten, belasting vragen)
Koninkrijk der nederlanden: aruba, curacao, sint maarten en nederland.
Gourverneur: vertegenwoordigen het staatshoofd (de koning) in aruba, curacao en sint
maarten.
Raad van ministers: zijn samen met de koning de regering van het koninkrijk. De raad van
ministers bestaat uit gevolmachtigde ministers.
De regering van het koninkrijk+ nederlandse staten generaal: voeren de wetgevende macht uit.
Één bewindspersoon (minister of staatssecretaris van ministerie van binnenlandse zaken en
koninkrijksrelaties) : is in het bijzonder belast met koninkrijksrelaties.
College financieel toezicht (cft): geeft advies over financien over financieel beheer van het
koninkrijk. (in 2019 een aanwijzing gegeven aan de regering van curacao over hun financien)
Constitutionele monarchie: staat waarin het koningschap is verankerd in de constitutie. Een
koning staat niet boven de wet maar is er aan ondergeschikt.
Uitgangspunten voor staatsorganisatie:
1. Partelmentair stelsel
Nederland is een democratie, iedereen van 18 jaar en ouder kan mee bepalen over de
tweede kamer.
- De koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk (ministeriële
verantwoordelijkheid)
- Vertrouwensregel: een kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de tweede
kamer hebben. De kamer kan een motie van wantrouwen aannemen bij verlies van
vertrouwen.
2. Rechtsstaat
- Wetten: al het overheidshandelen dients te zijn gebaseerd op bevoegdheden die zijn
vastgelegd in wetten.
- Er is een machtenscheiding in de staat. Trias politica: scheiding van wetgevende macht,
uitvoerende macht en rechtsprekende macht.
- Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen
- Grondrechten: zoals het recht op vrijheid van meningsuiting het recht op gelijke behandeling
het rech tvan vereniging en vergadering. Deze rechten garanderen de burger een staatsvrije
sfeer.
- Vrije en onafhankelijke media (persvrijheid)
3. Gedecentraliseerde eenheidsstaat
- Decentralisatie is de overdracht van taken en bevoegdheden aan lagere
rechtsgemeenschappen of bestuurslagen. Gemeenten hebben enige autonomie.
- Een eenheidsstaat wijst op samenhang en coördinatie die centraal vanaf bovenaf wordt
opgelegd. Gemeentelijke voorschriften mogen niet in strijd zijn met de nationale wet- en
regelgeving. Gemeenten zijn verplicht op bestemmingsplannen op te stellen door de wet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller em31. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.