Wikipedia: datgene wat een individu tot bepaald gedrag drijft
Dikke van Dale: beweegreden, drijfveer
Newworldencyclopedia: refers to the initiation, direction, intensity, and persistence of behavior
o Persistence: als het moeilijker wordt, blijven we ons dan inzetten?
Psychologie:
o is an internal state or condition (sometimes described as a need, desire, or want) that serves
to activate or energize behavior and give it direction (see Kleinginna and Kleinginna, 1981a)
o Encyclopedia of Educational Psychology: Hypothetical construct (gerelateerd aan
observeerbaar gedrag), causal agent: motieven leiden tot activiteit (of inactiviteit)
Mentaal construct voor observeerbaar gedrag
Leermotivatie (achievement motivation): definitie
the learner’s striving to be competent in effortful activities (Elliot 1999)*
o intensiteit en persistentie van leer/studiegedrag
o Succesvol te zijn met huiswerk en toetsen
Achievement is een beetje misleidend, omdat het verwijst naar het te behalen gedrag, wel term die
vaak gebruikt wordt.
1.2 INTRODUCTIE IN THEORIEËN
1. Expectancy x Value Theory (EVT: waarde-verwachtingstheorie) (Eccles e.a.)
2. Attribution theory (AT) (Weiner)
3. Implicit Theories of Intelligence (ITI) (Dweck)
4. Social-Cognitive Theory (SCT) (Bandura e.a.)
5. Goal Orientation Theory (GOT) of Achievement Goal Theory (Ames, Elliot, e.a.)
6. Self-Determination Theory (SDT) (Deci, Ryan)
Overlap tussen theorieën, maar leggen hun eigen nadruk.
Waarom 6 theorieën?
Geen theorie die leermotivatieprocessen volledig kan verklaren
Theorieën overlappen deels, maar leggen andere accenten en bieden daarmee unieke kaders voor het
begrijpen van leermotivatie
Conceptuele overlap vraagt om een kritische houding van de lezer
1.2.1 EXPECTANCY X VALUE THEORY (EVT)
E x V = motivatie
Mate waarin jij verwacht dat je iets gaat kunnen uitvoeren, wat je ook belangrijk vindt.
Expectancy (E): “Kan ik dit?”
Expectancy for success
1
, o Verwacht ik dat ik het ga kunnen, rekening houden met bv omgevingsvoorwaarden
Toekomstgerichte overtuiging
Zowel op algemeen als specifiek niveau
o Algemeen is bv kan ik een universitaire opleiding volbrengen specifiek is dan bv kan ik een
mondeling examen afleggen.
E = kans dat R tot O leidt
o E= subjectieve verwachting, denk je het te kunnen?
o R = gedrag of de inspanning
o O = uitkomst
o soorten E:
R-O expectancy = verwachting dat R tot O leidt
- Als ik goed ga studeren, zal ik slagen op het examen
S-O expectancy = verwachting dat S tot O leidt zonder R = P(O/not R)
- Ik ga slagen, zelfs al studeer ik hier niet voor
O-G expectancy = verwachting dat de O tot de gevolgen (G) leidt (diploma – job)
- Verwacht dat slagen gaat leiden tot verdere gevolgen bv nu slagen vergoot kans op
diploma.
Inspanning: R-O is hoog, S-O is laag, O-G is hoog
- Dan zijn we het meest gemotiveerd
Predictoren van E:
o Schools zelfbeeld (academic self-concept)
Denk je dat je het kan
o Self-efficacy (zie SCT)
Denk je dat je vaardig bent om taak uit te voeren
o Causale attributies voor succes en falen in het verleden voor vergelijkbare taken (zie AT)
Attributies van eerder ervaringen
o Prettige of onprettige herinneringen aan vergelijkbare taken (emotional valence)
o Taakmoeilijkheid (externe factor)
Value (V): “Wil ik dit?”
Intrinsiek (genotsdoel: interesse, plezier, …)
o Waarde van wil ik dit doen, is dit belangrijk voor mij.
Utiliteitwaarde
o Is het nuttig, wil ik dit.
Attainment value (identiteitswaarde)
o Zelf belangrijk vinden omdat het bij jou past.
Kosten
o Tijd, inspanning, energie, angst (voor falen), …
o Andere doelen (doelhiërarchie)
- Hebben niet alleen studiedoelen, ook familie/vrienden zien.
- Hiërarchie onderling kan veranderen bv als familielid op sterven ligt.
Bv. Studiedoelen vs. sociale doelen
Tijdsperspectief: een doel in de nabije toekomst wordt grotere waarde aan toegekend en eerder
geprioriteerd
o Wat snelst gaat gebeuren, ga je het belangrijkste vinden
o Bv nu nog afspreken met vriendinnen omdat examens nog ver weg zijn.
2
, Sociale beïnvloeding (ouders, peers, docenten, …) Omgeving speelt een rol
1.2.2 ATTRIBUTION THEORY (AT)
Causale attributie theorie
(Onbewuste) zoeken naar causale oorzaken (attributies) voor succes en falen
o Oorzaak toeschrijven aan bepaalde gebeurtenis
o Kan onbewust zijn
Retrospectief
o Terugblik, gericht op het verleden
Vooral wanneer een uitkomst onverwacht, belangrijk of negatief is
Attributies beïnvloeden E
Gebeurtenis kan positief of
negatief zijn, vooral als het
negatief onverwacht is gaan we
verklaringen zoeken. We gaan als
“wetenschapper” daar oorzaken
aan koppelen
locus: intere of externe attributie
Stabiel/onstabiel
o onstabiel: hoofdpijn dus
examen ging niet goed
o Stabiel: ik ben goed in
statistiek du ben geslaagd
Controleerbaar: beter moeten
studeren
Niet controleerbaar: hoofdpijn
Gaan impact hebben op hoe je je
voelt/ op je verwachtingen.
Stabiliteit heeft
meeste invloed,
want bij onstabiel
heb je een kans dat
het volgende keer
wel goed gaat gaan
(bv volgende keer
is hoofdpijn over
en kan je wel
slagen) Dit is zowel
voor interne als
extern factoren.
Hoge E
o Eerder succes toeschrijft aan stabiele factoren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gittecruysberghs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.83. You're not tied to anything after your purchase.