blok 41 psychopathology in middle childhood adolescence
project 1 early childhood age 2
5 5
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Psychologie
Master Klinische kinder- en jeugdpsychologie
All documents for this subject (10)
4
reviews
By: tomba9214 • 5 year ago
By: levipost1995 • 5 year ago
By: phmgrootjes • 6 year ago
By: Anne246 • 6 year ago
Seller
Follow
Roos134
Reviews received
Content preview
PROJECT 1 – VROEGE KINDERTIJD (2,5-5 JAAR - kleuters)
Vignet 1 – normale ontwikkeling in de vroege kindertijd
Limitaties aan het denken van kleuters
1. Moeite met het integreren van meerdere stukken informatie
Centration: de neiging om maar een deel van de informatie mee te nemen terwijl er
meerdere delen belangrijk zijn
- Vb. 4 jarig kind kijkt naar twee auto’s en moet aangeven welke auto er sneller gaat.
Hij kijkt dan alleen naar welke auto er voorop ligt, ook al is de andere auto steeds
dichterbij aan het komen.
2. Moeite met het onderscheid maken tussen appearance en de realiteit
Appearance-reality problem: de neiging om de realiteit te definiëren aan de hand van hoe
de oppervlakte er uit ziet
- Vb. 3 jarig kind dat kijkt naar een wit object, er opnieuw naar kijkt dor een blauwe
filter, en dan wordt de filter weer weggehaald à het kind denkt dat het object echt
van kleur verandert, niet dat het enkel zo lijkt.
3. Moeite met het managen van aandacht- en geheugenprocessen
Redeneervermogen
Preoperationele periode: in de theorie van Piaget wordt de periode van 2-7 jaar gekarakteriseerd
door het onvermogen om logische bewerkingen te gebruiken
Redeneren over causatie
- De realiteit wordt gedefinieerd door het oppervlakkige uiterlijk van dingen à de zon lijkt bij te
blijven als ze lopen, dus de zon moet bewegen
- Kleuters hebben het vermogen om goede verklaringen te geven als ze een verklaring moeten
geven voor iets makkelijks of iets wat ze kennen
- Kleuters missen het inzicht in wat een plausibele oorzaak zou kunnen zijn
- Tussen 3-4 jaar gaan kinderen bijna onmogelijke gebeurtenissen verklaren door supernatuurlijke
krachten
Redeneren over levende en niet-levende dingen
Animisme: de neiging om leven toe te wijzen aan niet-levende dingen
- Kleuters zijn minder animistisch dan Piaget dacht, maar ze hebben soms nog wel moeite met
waar ze de lijn moeten trekken tussen levend en niet-levend.
- Kinderen van 3 jaar weten vaak dat dieren zelf bewegen en niet-levende dingen bewegen als het
resultaat van externe krachten
- Kinderen van 4 jaar beschikken over een basis, maar incomplete theorie over biologie. Zij
realiseren zich dat levende dingen groeien en niet-levende dingen niet
- Het begrip van kinderen van 6 jaar over de verschillen tussen levende en niet-levende dingen is
meer specifiek, conistent en coherent
1
, PROJECT 1 – VROEGE KINDERTIJD (2,5-5 JAAR - kleuters)
Redeneren over kwantiteit
Concept van conservatie
Conservatie: het idee dat een hoeveelheid van iets hetzelfde blijft, ondanks veranderingen in vorm of
uiterlijk
§ Conservatie van vloeistofvolume: het idee dat de hoeveelheid vloeistof hetzelfde blijft ondanks
veranderingen in vorm enz.
o Stage 1 (3-4 jaar): kinderen zijn nonconservers à blijven consistent de hoeveelheid
water beoordelen aan de hand van de hoogte (consistente ‘foute’ regel)
o Stage 2 (5-6 jaar): transtional period à wisselen meer van antwoord, lijken zich meer
bewust van foute antwoorden. Geen centration meer
o Stage 3: volwassen conservatie à goede antwoorden geven. Conservatie van
vloeistofvolume is normaal vanaf 7 jaar, dit is daardoor ook een cognitieve marker voor
de transitie naar midden kindertijd.
§ Conservatie van getallen: het idee dat het aantal items in een groep hetzelfde blijft ondanks het
herpositioneren van deze items
§ Conservatie van massa: het idee dat de massa hetzelfde blijft, ondanks verandering in vorm
§ Conservatie van lengte: het idee dat de lengte van iets hetzelfde blijft of het nou recht of niet is.
- Een volwassen begrip van het concept van conservatie komt meestal pas in de midden
kindertijd. Kinderen snappen ze niet allemaal tegelijk
- Een van de eerste concepten die wordt verkregen is de conservatie van vloeistofvolume
- Appearance-reality probleem1 en centration2 hebben invloed op de concepten van conservatie
à hoger glas lijkt meer water te bevatten1 en enkel de focus op de hoogte van het water in het
glas2
- Conservatie kan niet veel eerder worden aangeleerd dan de leeftijd waarbij het hoort
Concept van getallen
- Kleuters presteren beter on conservatie van getallen wanneer het aantal laag is (2-3 items)
- Kleuters hebben enig begrip van optellen en aftrekken
o 2-3 jarige gebruiken een primitieve regel à als er iets bij een groep bijkwam moet
deze meer hebben (stage 1: geen conservatie van getallen)
o 4-5 jarige gebruiken een kwalitatieve regel à groepen coderen in minder dan, gelijk
of meer dan (stage 2: transitie periode)
o 6-7 jarige gebruiken een kwantitatieve regel à keken echt naar de hoeveelheden
(stage 3: conservatie van getallen)
- 5 principes die kinderen leren bij het leren tellen
1. One-to-one principe: het idee dat elk lid van een set dat geteld moet worden
gekoppeld is met maar 1 getal naam (elk object moet, individueel, geteld worden)
o 2-3 jarige hebben moeite met dit principe wanneer ze meer dan 3 of 4 items
moeten tellen
2. Stable-order principe: het idee dat getal namen zich voordoen in een bepaalde
volgorde wanneer ze gekoppeld zijn met objecten (tellen 1, 2, 3, 4 in de goede
volgorde)
3. Cardinal principe: het laatste woord in de tel volgorde beschrijft het totale aantal
objecten in de set.
o Na ongeveer 3,5 jaar gebruiken kinderen deze regel
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Roos134. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.