Fed fiscale studieserie 032 - Hoofdzaken winst uit onderneming
Een bondige samenvatting waarin alle relevante informatie in verwerkt is. De relevante informatie omvat zowel handige voorbeelden en tips die tijdens hoorcolleges werkgroepen zijn behandeld, als relevante passages uit het boek 'Hoofdzaken winst uit onderneming'. De samenvatting is opgedeeld lesweke...
By: rechtsgeleerdheidenfiscaal • 6 year ago
By: juniora • 5 year ago
By: pckoelewijn • 5 year ago
By: maarten93 • 6 year ago
By: ALLA • 7 year ago
Seller
Follow
siegrid
Reviews received
Content preview
Samenvatting Inkomstenbelasting MKB
Week 1 - Begrippen bron, ondernemer en onderneming
Bron van inkomen
De eerste vraag (naast de vraag of je te maken hebt met een belastingsubject (binnenlands of
buitenlands bp) die jij jezelf altijd moet stellen op het tentamen is:
STAP 1: kan de activiteit worden aangemerkt als een BRON VAN INKOMEN?
(Zonder bron kan er geen sprake zijn van een heffing(sgrondslag)
Volgens de regels die daartoe in de fiscale jurisprudentie zijn ontwikkelend is er sprake van een bron
van inkomen indien:
De belastingplichtige deelneemt aan het economische verkeer (geen privésfeer)
Hij met die activiteit voordeel beoogt (subjectief)
Hieronder valt niet: het winnen van een prijs in de loterij, want de bp heeft er
helemaal geen voordeel mee beoogt. Natuurlijk hoopte hij het, maar dit is niet
voldoende om te kunnen spreken van voordeel beogen
Dit voordeel ook redelijkerwijs te verwachten is (objectief)
Dit wordt verschillend uitgelegd naar gaar lang er sprake is van een
vermogenstransactie of een diensttransactie. Diensttransactie: heeft dit criterium tot
doel om de ondernemingsmatige diensten te scheiden van de hobby activiteit en bij
vermogenstransacties heeft dit criterium de rol om een scheiding te maken tussen
speculatie en geen speculatie.
Diensttransactie: Deze toevoeging is noodzakelijk om te voorkomen dat
activiteiten waarvan niet te verwachten is dat ze ooit voordelen zullen opleveren,
als bron van inkomen beschouwd kunnen worden en dat is nodig om te
voorkomen dat men de kosten van zijn (dure) hobby kan aftrekken. Dus
werkzaamheden en diensten die structureel verliesgevend zijn, is voordeel
redelijkerwijs niet te verwachten. Gedacht kan worden aan activiteiten die in de
hobbysfeer plaatsvinden, veel geld kosten en waarmee de bp slecht af en toe een
bescheiden opbrengst behaald.
Dus heeft die meneer mevrouw ooit de objectieve verwachting dat dit ooit meer
geld gaat opleveren dan dat je nu kosten maakt.
Vermogenstransactie: Niet redelijkerwijs te verwachten zijn de
speculatiewinsten, oftewel: beleggingen van een beurshandelaar, naar Holland
Casino gaan. Dit is louter speculatief; uitzicht op het behalen van voordeel.
Verliezen kan men dus niet verrekenen.
Indien dit niet het geval is kunnen kosten die verband hangen met de activiteit ook niet worden
afgetrokken. Kosten/verlies is namelijk enkel aftrekbaar in box 1 en niet in box 3.
LET OP: Wil er sprake zijn van winst uit onderneming, dan moeten we nog een extra stap maken = 2
voorwaarden:
- Een organisatie van kapitaal en arbeid
- En het moet duurzaam zijn.
Winst uit onderneming
Bij samenwerkingsverbanden in de vorm van een maatschap of VOF dient eerst te worden nagegaan
of het desbetreffende samenwerkingsverband in objectieve zin een onderneming drijft, of sprake is
,van een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal die deelneemt aan het economische verkeer
met het oogmerk om winst te behalen.
STAP 2: welke inkomstencategorie wordt genoten?
Het ondernemerschap staat centraal, vandaar dat wij ons richten op belastbare winst uit
onderneming: Kan het inkomen uit een door de bp ondernomen activiteit worden aangemerkt als
winst uit onderneming in de zin van de Wet IB 2001?
Er is sprake van winst uit onderneming indien:
1. het een duurzame organisatie betreft van arbeid en kapitaal
- Tenminste een van die twee moet in enige mate aanwezig zijn; enige vorm van arbeid of
kapitaal
- Is het duurzaam? Dit is een feitenoordeel; om de duurzaamheid vast te stellen wordt
een afweging gemaakt van de aanwezige elementen:
a. omvang van de werkzaamheden
b. aard van de werkzaamheden
c. omvang vd investeringen (vrachtwagen kopen, windmolen – dit is soms zo
overheersend dat dit je ondernemer maakt)
d. debiteurenrisico
e. ondernemersrisico
f. beschikbare tijd
g. aantal opdrachtgevers (3 gelijkwaardige opdrachtgevers, dus niet van 1
opdrachtgever 70% = ondernemer)
h. bekendheid naar buiten toe
Je moet deze acht toepassen en wegen op het tentamen!
Onderzoek de feiten: website, opdrachtgevers, investering;
de organisatie heeft een relatief vast karakter voor de periode waarin zij aanwezig is
Het duurzame karakter is niet aanwezig aangezien het een incidentele activiteit
betreft, zelfs niet als deze over een langer tijdbestek uitgesmeerd wordt.
Desalniettemin kunnen resultaten uit incidentele activiteiten toch tot de belastbare
winst behoren. Deze activiteiten worden dan zelfstandig bezien niet als onderneming
beschouwd, maar vanwege een reeds bestaand ondernemerschap van
belastingplichtige wordt het resultaat van een activiteit wel als zodanig belast.
Uit het bekende notarisarrest (causaal verband tussen de belaste
vermogenstransactie en de ondernemingsactiviteiten) zijn hierbij twee categorieën te
onderscheiden:
1. De activiteit valt binnen de normale uitoefening van de
ondernemingsactiviteiten;
2. Het uitoefenen van de onderneming heeft een belastingplichtige in de
gelegenheid gesteld om een voordeel te behalen.
Tussen het behaalde resultaat en de bedrijfsuitoefening is een dermate verband
vereist, dat de gunstige afloop van een speculatie als gevolg van de
bedrijfsuitoefening kan worden voorzien, dan wel door de bedrijfsuitoefening kan
worden beïnvloed.
gegeven deze feiten .. de activiteiten wel/niet als duurzaam kan worden aangemerkt.
Het enige feit dat er geinvesteerd wordt in dure goederen/producten zoals een
vrachtwagen is zo overheersend aanwezig dat dit je alleen al een ondernemer maakt.
o Voorbeeld: activiteiten met een incidenteel karakter (bv. Het verkopen van
oranjegebak op Koninginnedag) vormen geen onderneming
, Windturbine arrest
In dit arrest was er een boer die een windmolen naast zijn huis plaatste voor
500.000. Die molen leverde stroom aan het net en die boer kreeg daar een
vergoeding voor die hij niet belast wilde hebben.
1. omvang van de werkzaamheden (geen arbeid)
2. aard van de werkzaamheden (produceren en verkopen – dit zijn
ondernemingswerkzaamheden want dit doet elke ondernemer)
3. omvang vd investeringen (windmolen – dit is soms zo overheersend dat
dit je ondernemer maakt)
4. debiteurenrisico (je levert maar aan 1 bedrijf, ondernemersrisicio is er
niet want het is staatseigendom)
5. ondernemersrisico (risico geen wind)
6. beschikbare tijd (geen onderhoud, contract met derdepartij)
7. aantal opdrachtgevers (1 opdrachtopgever; de netbeheerder die de
stroom afneemt)
8. bekendheid naar buiten toe (beperkt)
HR: de windmolen heeft een dusdanige omvang van investering (500.000) dat de
windmolen kwalificeert als onderneming. Daarnaast ook al is er geen sprake van
arbeid, de aard van de werkzaamheden; produceren en verkopen zijn naar hun aard
aan te merken als ondernemingswerkzaamheden aangezien elke ondernemer dit
doet. Dus van de 8 criteria waren er eigenlijk maar twee echt aanwezig. Deze twee is
al voldoende voor de HR om te zetten dat hier sprake van een duurzame organisatie
van arbeid en kapitaal. Dus ook al voldoe je maar aan twee criteria vd acht dan kan
dit nog steeds voldoende zijn voor de HR om te oordelen dat dit een duurzame
organisatie is!
NB. Hij neemt ook deel aan het eco verkeer, aangezien je stroom levert aan
netbeheerder.
Conclusie: Alle feiten en omstandigheden wegende en in hun onderlinge samenhang
kom ik tot het oordeel dat er geen sprake is van een onderneming”
2. dat deelneemt aan het economisch verkeer (geen privésfeer)
- Activiteiten die louter plaatsvinden in de gezinssfeer kunnen niet een bron van inkomen
vormen. Ook niet als ze toch een voordeel opleveren, bv. Groente uit eigen tuin, maar
ouders verzorgen tegen vergoeding kwalificeert niet meer als binnen de gezinssfeer,
want je gaat in concurrentie met andere organisaties of meedoen aan een wedstrijd
3. Daarmee voordeel beoogt en,
- Voordelen die wel in het economische verkeer zijn verkregen, maar louter in de
privésfeer liggen, blijven onbelast – roeiers die goud op de olympische spelen behalen of
het winnen van een prijs in de loterij. De bp heeft er helemaal geen voordeel mee
beoogt. Natuurlijk hoopte hij het, maar dit is niet voldoende om te kunnen spreken van
voordeel beogen.
- Het heeft als doel om voordelen die in de privesfeer liggen onbelast te laten (bami-arrest)
- Iemand die blogt omdat ze het leuk vindt, incidenteel doet ze doet, daarvan kan je net
zeggen dat je dit hebt beoogt, ook al heb je arbeid verricht, je hebt die arbeid niet
verricht met het oogmerk om daar geld voor te krijgen. Dat is gewoon een hobby. Maar
vanaf dat moment dat je het vaker doet en je bekwaam gaat worden en om een centje bij
te verdienen dan ga je voordeel beogen.
, - Investeren in een huis: heb je dit gedaan om snel winst te maken of heb je geinvesteerd
om prettiger te wonen en heb je met geluk nog wat voordeel behaald (pandjesbazen, zij
verrichten handelingen waardoor de prijs stijgt en die beogen die niet voor eigen
gebruik).
4. Dat voordeel ook redelijkerwijs te verwachten is.
- Dit wordt verschillend uitgelegd naar gaar lang er sprake is van een vermogenstransactie
of een diensttransactie. Diensttransactie: heeft dit criterium tot doel om de
ondernemingsmatige diensten te scheiden van de hobby activiteit en bij
vermogenstransacties heeft dit criterium de rol om een scheiding te maken tussen
speculatie en geen speculatie.
Diensttransactie: Deze toevoeging is noodzakelijk om te voorkomen dat
activiteiten waarvan niet te verwachten is dat ze ooit voordelen zullen opleveren,
als bron van inkomen beschouwd kunnen worden en dat is nodig om te
voorkomen dat men de kosten van zijn (dure) hobby kan aftrekken. Dus
werkzaamheden en diensten die structureel verliesgevend zijn, is voordeel
redelijkerwijs niet te verwachten. Gedacht kan worden aan activiteiten die in de
hobbysfeer plaatsvinden, veel geld kosten en waarmee de bp slecht af en toe een
bescheiden opbrengst behaald. Dus heeft die meneer mevrouw ooit de
objectieve verwachting dat dit ooit meer geld gaat opleveren dan dat je nu
kosten maakt.
Tijdstip bronkwalificatie – meetellen feiten latere jaren bij kwalificatie als
onderneming
De rechtsvraag die in dit arrest ter discussie stond was of je de resultaten van de
toekomst (jaar 2, 3) mag bekijken om te beoordelen of diegene in jaar 1 ondernemer
is. Daarvan heeft de HR gezegd dat met name of sprake is van een objectieve
voordeelsverwachting, in beginsel moet worden beantwoord op basis van feiten en
omstandigheden van dat jaar. Echter kunnen feiten en omstandigheden van andere
jaren licht werpen op het antwoord op de vraag of in het betreffende jaar sprake is
van een objectieve voordeelsverwachting en mogen daarom mede in aanmerking
worden genomen. Dus dat je geen geld gaat verdienen kan wel behulpzaam zijn om
te beargumenteren dat dit in jaar 1 al niet was.
Conclusie: Op basis van het arrest Tijdstip bronkwalificatie heeft de HR geoordeeld
dat ook feiten en omstandigheden uit latere jaren in ogenschouw mogen worden
genomen om te beoordelen of er sprake is van een bron/objectieve
voordeelsverwachting. Die latere feiten en omstandigheden tellen dus in het ter
beoordeling liggende jaar ook mee.
Vermogenstransactie: Niet redelijkerwijs te verwachten zijn de
speculatiewinsten, oftewel: beleggingen van een beurshandelaar, naar Holland
Casino gaan. Dit is louter speculatief (geen invloed op de prijs). Dit is zelfs het
geval indien de handelaar elke werkdag zich verdiept in de aandelenkoersen,
marktcommentaren, kranten, onderhouden van contacten etc.; het blijft een
guess, ook al is het educative. Hij kan geen invloed uitoefenen op de resultaten.
Hij is aan het speculeren. Dit zou wel anders zijn als diegene niet zijn geld belegd
maar andermans geld zou beleggen en als vermogensbeheer een vergoeding
ontvangt.; hij wordt er voor beloond dus er is niks speculatiefs aan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siegrid. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.