Exam (elaborations)
Samenvatting taalverandering en taalcontact
Samenvatting van de colleges taalverandering en taalcontact.
[Show more]
Preview 2 out of 11 pages
Uploaded on
September 26, 2017
Number of pages
11
Written in
2016/2017
Type
Exam (elaborations)
Contains
Other
taalverandering
taalcontact
samenvatting
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Education
Taalwetenschappen
Course
Taalverandering en taalcontact
All documents for this subject (2)
$9.13
100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached
Samenvatting Taalverandering
Veranderingen in een taal kun je zien aan klankveranderingen, de vormen en betekenissen van
woorden en de zinsbouw. De effecten van taalverandering kun je zien in taalverwantschap,
taalvariatie, taalcontact en taaldood.
Klankveranderingen kunnen leiden tot klankwetten, waarbij de veranderingen gebeuren in een
bepaalde conditie en in een bepaalde tijd op deze manier.
College 2: Klanken en klankwetten
Onze taal stamt af van het Indo-Europees. Er is geen overleving van deze taal, dus is er een poging
gedaan om deze te reconstrueren. De verschillen in talen ontstaan door klankveranderingen. Een
apart klankverandering leidt tot een apart dialect/taal. De klankverandering gaat door na de
afsplitsing (broeder - broer). De spelling is een slechte informant.
De verandering in articulatie van klanken kan door:
- Relatie tot de omgeving: assimilatie/dissimilatie
- In termen van articulatieactiviteit: lenitie/fortitie
- Op niveau van syllabe/woord: epenthesis/aphesis
Deze veranderingen vergemakkelijken de uitspraak en neigen naar een CV-structuur.
De klankveranderingen leiden tot variatie. Dus de talen worden onderling meer verschillend. Als we
regelmatigheden kunnen ontdekken in de processen, is er sprake van een wetmatige
taalverandering. Als dat zo is, zijn de veranderingen op alle woorden van toepassing.
College 3: Klanksysteem
De Great English Vowel shift: Het begint met de diftongisering. Hierna komt er ruimte vrij. De andere
klinkers schuiven in deze ruimte (raising). De nieuwe ruimtes worden ook weer opgevuld. Het
klanksysteem verandert als geheel. Dit komt door de volgende eigenschappen:
- Er zijn geen gaten in het systeem
- Er wordt maximaal gebruik gemaakt van de klankinventaris
- Er is symmetrie
Wet van Grimm: De eerste Germaanse klankverschuiving. Er wordt hier onderscheid gemaakt tussen
de Germaanse talen en het Proto-Indo-Europees (PIE). De wet gaat over de overeenkomsten tussen
plosieven en wrijfklanken. Het wordt nu gezien als de lenitie van plosieven vanuit het PIE naar het
Proto-Germaans. De verschuivingen waren:
1. De stemloze PIE plofklanken worden stemloze wrijfklanken
2. De stemhebbende PIE plofklanken worden stemloos
3. De stemhebbende PIE geaspireerde plofklanken verliezen de aspiratie.
Wet van Verner: Een beschrijving en verklaring van de Oergermaanse taalontwikkeling. Allereerst
was er de wet van Grimm, maar kort daarna was er een verandering zichtbaar, die niet verklaart kon
worden door deze wet. Verner zei dat de wet van Grimm wel correct was, maar dat de ontstane
fricatieven stemhebbend waren geworden als de klemtoon binnen het woord op de direct volgende
, lettergreep lag. In het Duits kunnen we dit terugzien op Vater en Bruder. In het Nederlands is dit
terug te zien op was-waren, vriezen-vroren en verliezen-verloren.
De wetten gaan niet over klanken, maar om kenmerken. Een taal zoekt naar symmetrie, waardoor
de inpassing van leenwoorden makkelijker wordt.
College 4: Woorden en hun betekenis
Bestaande woorden krijgen vaak een nieuwe betekenis. De algemene processen hiervoor zijn:
- Verandering in gemarkeerdheid
- Taboewoorden
- Betekenisverbreding: een bestaand woord krijgt er een betekenis bij.
- Betekenisvernauwing: het woord beschrijft een nauwer begrip dan eerst (deer was dier, nu
hert)
College 5: Woordvorming
Er zijn verschillende soorten veranderingen:
- Morfologisering: het ontstaan van een nieuw morfeem. In het Engels was w ise eerst een
woord, maar nu wordt het ook gebruikt als affix, als in healthwise.
- Analogie: aanpassing van een morfeem. Dit is bijvoorbeeld het analogisch levellen, waarbij 2
verschillende allomorfen gelijk worden gesteld. Dit is een krachtig middel om veranderingen
te verklaren die niet door klankverandering verklaard kunnen worden, maar dit vereist wel
goede onderbouwing.
- Heranalyse: aanpassing van de woordstructuur. Een voorbeeld hiervan is bikini en monokini.
Dit gebeurt vaak in kindertaal en leenwoorden.
- Verandering van morfologisch type: synthetisch, isolerend en inflecterend.
College 6: Zinsbouw
Van het Middelnederlands naar het heden Nederlands zijn subtiele veranderingen te zien in
preposities. De zinsbouw kan ook veranderd worden en dus op het niveau van de syntaxis. De
syntactische verandering gaat langzamer dan de morfologische- en fonologische veranderingen. Het
is ook minder opvallend dan wanneer er nieuwe woorden ontstaan.
In het Nederlands staat het finiete werkwoord op de 2e plaats in de Nederlandse hoofdzin (V2). Dit
geldt voor alle werkwoorden en de regel is dus productief en systematisch. In vergelijking met
morfologische- en fonologische regels hebben syntactische regels vaak uitzonderingen en zijn er dus
onregelmatigheden te zien (Sturtevant’s paradox).
Er zijn verschillende soorten syntactische veranderingen:
- Grammaticalisatie: nieuwe syntactische elementen.
Je gaat dan bijvoorbeeld van een lexicaal element naar een
grammaticaal element, dus van een gewoon werkwoord naar
een hulpwerkwoord. Het kan ook andersom, bijvoorbeeld in
niks te maren -> maar, waarin we van een grammaticaal
element naar een lexicaal element gaan.
- Heranalyse: nieuwe structuur. Vaak gaat het hier om een nieuwe constituentsstructuur.
Waar eerst 2 elementen niet in dezelfde constituent zaten, zitten ze dat nu wel.