Hoofdstuk 2: waarom kinderen vermijdend worden?
Sommige kinderen die traumatische ervaringen hebben meegemaakt zijn vermijdend, ze
zeggen dat zij de gebeurtenis niet meer kunnen herinneren of ontkennen dat zij iets naars
hebben meegemaakt. Vaak worden deze kinderen bestempeld als ‘niet gemotiveerd’ of als
kinderen die ‘weerstand tonen’. Dit zou veronderstellen dat het kind hierin een bewuste keuze
maakt. Echter worden de barrières veroorzaakt door de huidige leefomstandigheden en de
ervaringen in het verleden, omdat kinderen zich aanpassen om traumatisering te overleven.
2.1: chronische traumatisering en de ontwikkeling van de persoonlijkheid
Schore (2001) en Van Der Kolk (2009) beschrijven ontwikkelingstrauma en het effect dat
traumatisering op jonge leeftijd heeft op de ontwikkeling van de vaardigeden om met stress
om te gaan, emoties te reguleren en om relaties te onderhouden.
Pasgeboren baby’s kunnen nog niet zelfstandig stress reguleren. Hun hersenen zijn chaotisch
opgebouwd en de amygdala kan situaties nog niet goed beoordelen. Baby’s kunnen snel
huilen of in paniek raken. Ouders helpen een baby om stress te reguleren. Als dit goed verloopt,
zal het kind een gestructureerd brein ontwikkelen en leren kinderen strategieën om zichzelf te
reguleren. Als een ouders in een toestand van hypo- of hyperarousal raakt, dan raken zowel
de ouder als het kind in paniek. Ondanks dat ouders soms goede strategieën inzetten, om de
paniek te verbergen, wordt dit onbewust toch overgedragen. Het kind zal een chaotisch brein
blijven houden en leert niet om zelfstandig stress te reguleren.
Ieder kind wordt geboren met het verlangen om zich aan volwassenen te hechten. Het
actiesysteem voor hechting zorgt ervoor dat mensen erop gericht zijn om steun te zoeken en
zich verbonden te voelen met anderen, omdat dit de kans vergroot om te overleven. Als een
kind negatieve ervaringen opdoet met een hechtingsfiguur (ouder) , dan zal het
hechtingssysteem minder actief worden en bestaat de kans dat er tegelijkertijd ook
verdedigingssystemen worden geactiveerd. Deze kinderen willen nabijheid voelen, maar zijn
ook bang om contact aan te gaan. Er zijn verschillende vormen van hechting:
➢ Veilige hechting: een kind hecht zich aan ouderfiguren. Het kind kan contacten met
anderen aangaan, zonder dat er verdedigingssystemen worden geactiveerd.
➢ Aanklampend gehecht: een kind kan zich vastklampen aan een volwassene, zodat de
volwassene hem of haar kan helpen met het reguleren van stress.
➢ Vermijdend gehecht: een kind kan zich terugtrekken van volwassenen, zodra hij of zij
stress ervaart. Het kind verbreekt het contact en er worden verdedigingssystemen, zoals
boosheid of verzet geactiveerd.
➢ Gedesorganiseerde hechting: een kind kan verschillende technieken door elkaar
gebruiken, waarbij het afwisselt tussen verschillende subactisystemen. Een kind kan zich
het ene moment vastklampen aan een volwassene en op een ander moment
terugtrekken van volwassenen. Een kind kan ook in één situatie abrupt wisselen tussen
systemen. Als er sprake is van structurele dissociatie in de persoonlijkheid, dan wisselt het
kind in alle gevallen snel tussen verschillende actiesystemen. Deze kinderen kunnen het
wisselen tussen systemen vaak niet goed herinneren en kunnen hier ook niet over praten.
2.2: hechting is de basis van ontwikkeling
Een kind moet zich veilig voelen bij zijn ouders om nieuwe dingen te kunnen leren. Hechting
vormt hiermee de basis voor de ontwikkeling van kinderen. Een (on)veilige hechting heeft
invloed op:
➢ Ontwikkeling van emotieregulatie: een baby kan nog niet differentiëren tussen emoties.
Een baby leert wat hij voelt, doordat ouders dit benoemen, zoals ‘je hebt honger’ of
‘je schrok’. Dit wordt spiegelen genoemd. Door te spiegelen leert een kind gevoelens
herkennen. Later in de ontwikkeling kan een kind emoties herkennen en helpt de ouder
met het reguleren hiervan. Het herkennen, begrijpen en kunnen reguleren van emoties
is belangrijk, omdat emoties richting, motivatie en kracht geven.
➢ Leren mentaliseren: het mentaliserend vermogen is het vermogen om te kunnen
nadenken over de eigen intenties en de intenties van anderen. Kinderen die kunnen
mentaliseren weten waarom zij iets willen of doen en kunnen dit verwoorden. Kinderen
leren mentaliseren, doordat volwassenen dit spiegelen. Naast veilige hechting is het
Pagina 1 van 6
, DragonDaan
belangrijk dat ouders voorspelbaar zijn en dat ouders zelf inzicht hebben in oorzaak-
gevolgrelaties en ervaringen kunnen interpreteren.
➢ Zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld: kinderen vormen in hun eerste levensjaren al
kernovertuigingen en kerncognities, waarna een intern werkmodel wordt ontwikkelt. Dit
model vormt de basis van waaruit kinderen zichzelf en anderen vertrouwen. Het
zelfbeeld van een kind is een weerspiegeling van het beeld en het gedrag van de
ouders naar het kind toe.
Een veilige hechting, stress- en emotieregulatie en het zelfbeeld zijn sterk met elkaar
verbonden. Verstoringen in de ouder-kind interactie hebben ingrijpende gevolgen.
Vroegkinderlijke chronische trauma kan de ontwikkeling van persoonlijkheid negatief
beïnvloeden en moeilijkheden in het aangaan van relaties met anderen tot gevolg hebben.
Doordat het kinderbrein nog in ontwikkeling is, kan bij verandering van de ouder-kind interactie
mogelijkheid zijn tot herstel van de persoonlijkheidsontwikkeling.
2.3: achterstand in de ontwikkeling
Een kind moet binnen zijn window of tolerance blijven om zich te kunnen ontwikkelen. Als
ouders de bron van de traumatisering zijn, dan spiegelen zij het kind niet goed genoeg, omdat
ze vaak zelf overspoeld zijn met hun eigen binnenwereld. Ze kunnen dan niet naar het kind toe
benoemen dat het bijvoorbeeld angstig is. Het kind leert zijn eigen binnenwereld niet goed
kennen. Het kind kan ook een bron van herinneringen aan de traumatisering van de ouder zijn.
Een ouder kan hierdoor buiten zijn eigen window of tolerance schieten en zijn eigen negatieve
binnenwereld projecteren op het kind. De mate waarin de ouder in staat is om te mentaliseren,
kan een beschermende factor zijn, omdat het de mogelijkheid biedt om een veilige
gehechtheidsrelatie aan te gaan. Als een kind niet goed leert mentaliseren, zal het zichzelf (en
anderen) niet in de perspectief van hun omgeving kunnen zien. Ze zien zichzelf als het centrum
van de wereld. Ze concluderen vaak dat zij de oorzaak zijn van negatieve gebeurtenissen. Zo
kan het kind verkeerde ideeën krijgen over zichzelf en zijn intenties. Kinderen geven soms
zichzelf de schuld dat zij mishandeld worden. Door het gebrek aan mentaliseren, kan het kind
ook geen andere intenties bedenken. Het getraumatiseerde kind zal gemakkelijker negatieve
ervaringen onthouden, omdat deze verbonden zijn aan een groot netwerk van negatieve
ervaringen en herinneringen. Doordat er weinig positieve ervaringen zijn, kunnen deze niet
makkelijk aan elkaar gekoppeld worden. Deze kinderen zullen dus sneller een negatief
zelfbeeld opbouwen.
2.4: psychologische overlevingsmechanismen.
Een kind dat te maken krijgt met vroegkinderlijke, chronische traumatisering lopen een
ontwikkeling in de achterstand op. Kinderen hanteren naast vluchten, vechten, verstoppen,
submissie en bevriezen (zie hst 1) ook psychologische overlevingsmechanismen. Op de korte
termijn beschermen deze mechanismen het kind, maar op de lange termijn veroorzaken zijn
meer stress en moeilijkheden om in verbinding te komen met anderen. Kinderen proberen vaak
kosten wat kost in verbinding te blijven met de ouder. Dit is een biologisch mechanisme, omdat
zonder ouder de overlevingskansen van een kind gering zijn.
1. Verbinding door behoeften van de ouder te vervullen: Een kind past zijn ‘behoeften’
aan op de ouder. Een kind zal bijvoorbeeld niet boos worden als een ouder daarvan
streek van raakt of een kind stelt zich hulpeloos op, omdat moeder de behoefte heeft
om veel te zorgen voor het kind.
Pagina 2 van 6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DragonDaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.