100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting deel neurologie $6.55   Add to cart

Summary

samenvatting deel neurologie

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

volledige samenvatting van het deel neurologie van het vak orgaanfysiologie en pathofysiologie I (nieuwe naam: fysiologie en pathofysiologie van het centraal zenuwstelsel en de zintuigen)

Preview 4 out of 44  pages

  • October 2, 2023
  • 44
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Neurologie
Hoofdstuk 2: cerebrovasculaire aandoeningen
Herseninfarct
Definitie en epidemiologie
WHO: herseninfarct is een stoornis van het zenuwstelsel die tot focale (= beperkt tot 1 gebied) (soms
globale) langer dan 24u aanhoudende disfunctie leidt en die van vasculaire en geen andere origine is.
 Zeer brede definitie
 24 uur is geen goede termijn, want zo lang wachten is zeer schadelijk.

Incidentie:
- Onder 55 jaar: 0,5 per 1000
- Boven de 75 jaar: 20 per 1000

Subtypes
- Ischemische herseninfarcten (71%)
o Onbekende etiomologie: herseninfarcten waarvan men de oorzaak niet weet
 Vaak is dit het gevolg van ritmestoornissen in het hart (doordat deze maar
tijdelijk aanwezig zijn komen deze vaak niet meer naar voor tijdens het
testen)
o Gevolg van cardioembool (= embool van een trombus die zich in het hart bevindt)
 Het hart stuurt +/- 20% van zijn output naar de hersenen, daarom zal de
trombus snel naar de hersenen gaan.
o Gevolg van tromboembool (= embool van een trombus die zich in de halsbloedvaten
bevindt)
 Hoge bloeddruk, diabetes, … vormen risco’s
 Er ontstaat een plakke die een trombus begint te vormen waardoor het
bloedvat zal beginnen dichtslibben. Wat ook kan gebeuren is dat er een stuk
van de trombus afbreekt en naar de hersenen gaat. Dit zorgt dan voor een
herseninfarct.
- Hemorrhagische herseninfarcten (26%): er zijn bloedingen
o ICB (= intra cerebrale bloedingen): bloedingen die optreden in het hersenweefsel zelf
o SAB (= sub arachnoïdale bloedingen): bloedingen die optreden als gevolg van het
barsten van een aneurysma (= een uitvochten van het bloedvat). Het bloed komt
terecht tussen het hersenvlies en de hersenen.
- Lacunaire infarcten (19%): kleine infarcten die vaak maar enkele mm tot 1 cm groot zijn.
Geven naargelang de plaats waar ze voorkomen aanleiding tot symptomen.

Oorzaken
- Atherosclerose (70%): aderverkalking
o Intracranieel
 Corticaal infarct (15%): infarct dat oppervlakkige in het hersenparenchym
gelegen is. Meestal afkomstig van infarcten in 1 of meerdere aftakkingen van
grote arteriën in de hersenen
 Lacunair infarct (25%): klein infarct
o Extracranieel
 Corticale embolie (30%)
 Arteria carotis (= grootste bloedvat vooraan in de hals)

,  Arteria vertebralis (= bloedvat in de wervelkolom achteraan in de
hals)
 Hartziekten (15%)
 Atriumfibrillatie (= voorkamerfibrillatie): ritmestoornis in het hart
 Aandoeningen van de hartkleppen (aangeboren of door ouderdom)
 Recent myocardinfarct
 Aneurysma cordis (= uitbochting van de hartspier door een verzwakte wand)
 Open foramen ovale (= verbinding tussen linker en rechter hartkamer): als dit
venster opengaat kan dit ervoor zorgen dat klonters in de venen doorheen de
rechterkant van het hart naar de linkerkant van het hart en zo in de hersenen
terechtkomen
- Overige (15%)
o Arteriële dissectie (= beschadiging van de bloedvatwand door trauma)
o Hematologische aandoening
 Trombocytose (= het bloed stolt gemakkelijker door een verhoogd aantal
bloedplaatjes)
 Stollingsafwijking (= zorgt ervoor dat er gemakkelijker trombi optreden)
o Vasculitis (= ontsteking in de bloedvaten die kan zorgen voor vernauwingen of
blokkeringen in het bloedvat)
o Hemodynamische stoornissen (= verminderde doorbloeding (vb. Door hartstilstand))

Anatomie van de halsbloedvaten
2 grote bloedvaten:
- Arteria carotis: bevindt zich vooraan in de hals en splitst ongeveer halverwege in een arteria
carotis interna (gaat naar de schedel) en een arteria carotis externa (gaat naar het gelaat)
- Arteria vertebralis: bevindt zich achteraan in de wervelkolom en gaat voornamelijk naar de
hersenstam en de kleine hersenen
 Op alle plaatsen waar er aftakkingen zijn zou er een turbulentie kunnen optreden en is er dus
een toegenomen frequentie van atherosclerose.

Pathogenese
De circulus van Willis
Vooraan aan de schedel vind je de arteria carotis interna die hier de schedel binnenkomt. Deze splitst
zich in een voorste hersenarterie en een middenste hersenarterie.

De arteria vertebralis zal wanneer hij de schedel binnenkomt aan beiden kanten naar de middellijn
lopen en zal dan de arteria basilaris worden. Deze vertakt naar de hersenstam en de hoofzenuwen en
geeft aanleiding voor de achterste hersenarterie (arteria cerebri posterior).

De meeste herseninfarcten zullen optreden in de zone van de arteria cerebri media (middenste
hersenarterie).

De arteria cerebri media, anterior en posterior zijn met elkaar verbonden.
- Anterior zal de binnenste delen van de hersenen bevloeien (VB. Corpus callosum)
o Bevloeid het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de motoriek van het
been
 Als er een infarct is in media zal het aangezicht en de arm meer aangedaan
zijn dan het been (want dit deel van de hersenen wordt wel nog bevloeid
door anterior)
- Posterior zal de visuele cortex bevloeien

,Een goede circulus van Willis is belangrijk voor het goed herstel van een herseninfarct.

Pathofysiologie van beroerte
Pathogenese
Cerebrale bloedflow autoregulatie
= zorgt voor de bescherming van onze hersenen. Wanneer de bloeddruk fluctueert, zal de perfusie (=
bloeddoorstroom) van de hersenen min of meer stabiel blijven op ongeveer 50 ml bloed/ 100g
hersenweefsel.

- Bloeddruk < 60 mm hg
o Bewustzijnsverlies (= globale cerebrale ischemie)
- Bloeddruk > 160 mm hg
o Hypertensieve encefelopathie (= hersenoedeem  zwelling van de hersenen)

Achter de plaats van een herseninfarct zal de druk veel lager zijn dan voor het infarct. In het gebied
van het herseninfarct zal de autoregulatie ook verstoord zijn, want er zal veel minder bloed door de
vernauwing kunnen gestuurd worden.

Verminderde cerebrale bloedflow
- Normale flow: 50 – 55 ml/100g/min
- Ischemie: vanaf 25ml/100g/min
- Penumbra
o Schade is irreversibel
o 25 – 20 ml/100g/min: oedeemvorming, lactaatopstapeling
o 20 – 15 ml/100g/min: geen elektrische activiteit
o 15 – 8 ml/100g/min: vermindering ATP, NA/K pomp faalt
- Celdood: vanaf 8 ml/100g/min
 Hoe langer dit duurt, hoe meer kans op een infarct (hangt af van de plaats en de ernst van de
vernauwing)

Penumbra zone
Er is een zone waarvan de functie mogelijk onherroepelijk verloren is gegaan (= centrum van het
infarct), maar daarrond is er ook nog een zone waarvan de functie vermindert of verandert is (=
penumbra zone  functie kan nog gered worden)

Hersenoedeem
Een herseninfarct gaat gepaard met zwelling (= oedeem):
- Cytotoxisch oedeem
o 20 – 30% van normale bloedflow
o Intracellulaire opstapeling van lactaat en natrium en andere ionen of stoffen
 Daardoor opstapeling van vocht en dus zwelling (want neuron trekt extra
vocht aan)
o Kan aangetoond worden met behulp van MRI beelden
- Vasogeen oedeem
o 4 – 6 uur na ischemische necrose van de bloedvaten
o Lekkage van vocht, proteïnen, … door de hersenbarrière
 Zorgt voor vochtopstapeling
o Om dit te voorkomen zal men mensen die opgenomen worden met een beroerte
water geven waarin geen osmotisch actieve stoffen zitten en men zal het hoofd van

, de patiënt ongeveer 30° omhoog leggen om ervoor te zorgen dat de druk in de
schedel niet te groot wordt.
o ‘maligne beroerte’ (maligne = kwaadaardig) = extreme zwelling als gevolg van een
vasogeen oedeem. Hierdoor zal er een grote zwelling zijn in één hersenhelft. Omdat
er maar 1 uitweg is in de schedel (= foramen magnum) zal het oedeem de hersenen
door deze opening persen. Hierdoor ontstaat er inklemming van 1 hersenhelft.
 De hersenchirurg zal dan een stuk van de schedel moeten wegnemen (heel
uitzonderlijk)

Atherosclerose en trombusvorming
- Atherosclerose
o Voornaamste oorzaak van een beroerte
o Vaak symptoomloos
 Tot een coronairarterie of een halsbloedvat (of ander groot bloedvat)
verstopt geraakt
o Opstapeling van vetten met als gevolg een verdikking van de bloedvatwand (vormt
plaques)
 Plaques kunnen openscheuren (want zorgen voor verminderde elasticiteit
van het bloedvat) of zorgen voor een verstopping van het bloedvat (=
trombose)
 Kan zorgen voor een TIA (= beroerte), acuut myocardinfarct en zelfs
plotse dood

Hemmorhagisch infarct
= het optreden van kleine bloedingen in het ischemisch herseninfarct. Heeft te maken met
beschadiging van het bloedvat of de bloed – hersenbarrière. Komt bij de meeste infarcten voor.

Dit zorgt voor een probleem bij de behandeling. Er kunnen geen stoffen toegediend worden die de
bloeding in de hand zouden kunnen werken.

Risicofactoren
- Niet beïnvloedbare risicofactoren
o Leeftijd
 Voornaamste oorzaak van herseninfarcten
o Geslacht
 Mannen hebben een iets groter risico
o Ras
 Zwarte mensen hebben een iets groter risico
o Familiale geschiedenis
 Kan direct of indirect een invloed hebben (vb. Diabetes of hoge bloeddruk
verhogen het risico)
o Eerder een herseninfarct
- Majeure, beïnvloedbare risicofactoren
o Voorkamerfibbrilatie (ritmestoornis die vanaf 65 jaar meer voorkomt)
o Hypertensie
 Belangrijkste behandelbare risicofactor
o Carotis stenose (= vernauwing van een halsbloedvat)
 Een belangrijke vernauwing zal behandeld worden
o Geïsoleerde systolische hypertensie (= hoge bloeddruk)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laureduchene58. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$6.55
  • (0)
  Add to cart