Solidariteit:
De sociale zekerheid zorgt ervoor dat de sociale risico’s die een individu loopt zoveel mogelijk worden
verdeeld over alle werknemers en werkgevers of zelfs alle inwoners van Nederland. Een
belangrijkuitgangspunt van de sociale zekerheid is dan ook collectiviteit en solidariteit: het door
middel van wetgeving gezamenlijk dragen van individuele risico’s.
Verzorgingsstaat:
Uitgangspunt van de Nederlandse sociale zekerheid is dat de overheid een belangrijke rol speelt bij
het opvangen van de verschillende sociale risico’s. we noemen dit de verzorgingsstaat. In de
verzorgingsstaat rust op de overheid de verplichting om de burger te vrijwaren tegen een gebrek aan
gezondheid, inkomen enz.
In het begin van de twintigste eeuw ontstond de ongevallenwet, die met name bedoeld was voor het
opvangen van de gevolgen van bedrijfsongevallen in de industrie -> 1901. Dit was de eerste sociale
verzekering waarbij aan de werkgevers de verplichting werd opgelegd een premie te betalen.
Voor de ‘behoeftigen’ bestond al de armenwet uit 1854.
In 1929 trad de ziektewet in werking. Deze wet keerde bij ziekte gedurende een aantal maanden een
uitkering van 80% van het loon uit aan arbeiders in vaste dienst. Daarnaast trad in 1939 de
kinderbijslagwet in werking.
Na de tweede wereld oorlog kwam de sociale zekerheid in een stroomversnelling, mede door de
internationale verdragen zoals het EVRM en ESH.
Inkomenszekerheid:
Het fundament van de sociale zekerheid is in de eerste plaats inkomenszekerheid bij
inkomensderving. De waarborg functie is een belangrijke pijler van sociale zekerheid. Het sociaal
minimum, de ondergrens van de sociale zekerheid, vormt een kernbegrip. Dit betekend dat de sociale
zekerheid een inkomen op minimumniveau garandeert in de situatie dat het inkomen lager is dan het
geldende sociale minimum. Uitgangspunt is dat de hoogte van dit sociale minimum voldoende zou
moeten zijn voor een menswaardig bestaan. De netto uitkering is gekoppeld aan het netto loon. Stijgt
het minimumloon, dan stijgen de uitkering ook. Dit noemen we de koppeling. De koppeling is in de
jaren 80 van de vorige eeuw in de wet gekomen.
Het wettelijk minimumloon bedrag € 1551 bruto per maand voor werknemers van 23 jaar of ouder.
Het sociaal minimum is van het wettelijk minimumloon afgeleid en bedraagt:
- 100% voor een gezin
- 90% voor een alleenstaande ouder
- 70% voor een alleenstaande
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marliekedebeun. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.