100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges 1 tm 10 verdiepend privaatrecht 2017/2018 (alle hoorcolleges! incl. het responsiecollege met de bespreking van het oefententamen. $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoorcolleges 1 tm 10 verdiepend privaatrecht 2017/2018 (alle hoorcolleges! incl. het responsiecollege met de bespreking van het oefententamen.

4 reviews
 260 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Hoorcolleges 1 tm 9 verdiepend privaatrecht 2017/2018 (alle hoorcolleges!) (incl de voorgeschreven arresten) het responsiecollege waarin nogmaals de hoofdlijnen en de kernthema's worden besproken en het oefententamen met antwoorden uit het college.

Last document update: 6 year ago

Preview 10 out of 90  pages

  • September 27, 2017
  • January 7, 2018
  • 90
  • 2017/2018
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: AZ1992 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: UvTstudent123 • 7 year ago

review-writer-avatar

By: hannekebezemer • 6 year ago

review-writer-avatar

By: bmslemmens • 7 year ago

avatar-seller
Verdiepend privaatrecht

HC 1 Het perspectief: contextualisme

Inleiding
Het privaatrecht wordt doorgaans toegepast en bestudeerd als een systeem van regels,
beginselen en arresten. Zo is dat ook in veel vakken eerder in de opleiding gebeurd. In dit
college komen de beperkingen van deze benadering aan de orde en de mogelijkheden tot
verruiming van het perspectief. Het privaatrecht kan ook in zijn context worden bestudeerd;
zijn maatschappelijke, historische, retorische of kritische context. Vanuit deze en andere
perspectieven kunnen heel uiteenlopende vragen worden gesteld die verschillende antwoorden
opleveren. In dit college wordt aan de hand van voorbeelden toegelicht dat en waarom in dit
vak het privaatrecht vanuit dit contextualistische perspectief wordt benaderd.

Verplichte literatuur
- Van Klink e.a, ‘Recht in context; naar een brede academische vorming van juristen’,
NJB 2017, p. 916 – 922. (Online te raadplegen via de TiU databases)
- W. Twining, Law in context, enlarging a discipline, Oxford 1997, chapter 2 (The
camel in the zoo), p. 26 – 35. (Opgenomen in de reader)

Het hoorcollege:

Srebrenica arresten 2013  schuldvraag.
Er was oorlog in Joegoslavië, Srebrenica. Er waren daar ‘peace keepers’, waaronder
Nederlandse soldaten. Srebrenica was een ‘safe haven’. De staat Nederland moest Srebrenica
beschermen. Op enig moment raakte Srebrenica overlopen. Er werden 8000 moslimmannen
vermoord. Nabestaanden van de soldaten die daar overleden zijn gaan procederen tegen de
partijen die verantwoordelijk waren voor de vrede en veiligheid in dat gebied. De
Nederlandse staat was daar verantwoordelijk voor: de Nederlandse staat werd dus
aangeklaagd. Het was dus ook civielrechtelijk belangrijk: ze willen schadevergoeding. Twee
nabestaanden gingen procederen tegen de staat:

HR Mustafa en Nuhanovic: dierbaren zijn weggezonden van de compound, buiten deze
compound zouden ze niet overleven. Later zijn de stoffelijke resten gevonden van deze
mannen.
Twee vragen:
Heeft de staat onrechtmatig gehandeld? (Onrechtmatige daad gepleegd?)
 Internationaal privaatrecht. Moest worden behandeld naar recht van Bosnië. Het was
onrechtmatig.

Als dat zo is, ook toerekenbaar?
 Lastiger. Dan zitten we in het internationaal publiekrecht. De troepen waren er om de vrede
te bewaren, maar betekent dat dan dat ze civielrechtelijk aansprakelijk zijn en toerekenbaar


1

,hebben gehandeld? Verweer van de staat: Niet aansprakelijk van blauwhelmen  we werken
voor de Verenigde Naties dus wij hebben immuniteit (zie jurisprudentie: VN  immuniteit),
daardoor moeilijk om soldaten aan te pakken die zich misdragen, door deze immuniteit. Het is
echter niet bevredigend indien Nederland aansprakelijkheid zou ontkomen.

De Hoge Raad ging kijken in publiekrecht: dubbele toerekening = het is mogelijk om één en
dezelfde onrechtmatige gedraging om die toe te rekenen aan zowel de VN (ondanks zijn
immuniteit) als aan de Nederlandse staat.

Op grond daarvan had Nederland dus een toerekenbare onrechtmatige daad gepleegd, maar
een voorwaarde was dan wel dat Nederland effectieve controle hadden gehad over dat gebied.
Dat was problematisch. Ze hadden controle op wat er zich binnen de compound plaatsvond,
maar daar buiten niet. Dat was overlopen door Serviërs. Dus het was een lastige vraag.

Uiteindelijk heeft de HR overwogen dat de Nederlandse staat toerekenbaar onrechtmatig heeft
gehandeld en is de gevraagde verklaring voor recht gegeven. Later is er nog geprocedeerd
voor schadevergoeding en is er een symbolisch bedrag is betaald aan slachtoffers.

Dit was een indrukwekkende uitspraak. Het waren incidentele gevallen. Hiermee was het
echter niet gedaan. Er waren namelijk nog meer mensen op die compound. Zij hebben een
actiegroep opgericht. Mothers of Srebreniqa. Dit was moeilijker, want er was niemand die hen
wegstuurden. Nederland had het niet in de hand. Hoeverre leidt dit tot aansprakelijkheid?

Hof Mothers of Srebrenica:
Dit is opgelost. Er werd door het hof een onderscheid gemaakt tussen de vluchtelingen die in
loods zaten, op compound, en vluchtelingen die daarbuiten zaten. Voor die laatste groep geldt
wat anders dan voor de eerste groep.

Compound groep: Hof: de staat had men de keuze moeten laten om achter te blijven in de
compound. In plaats daarvan werden zij afgevoerd. Nederland had hen de keus moeten geven
om in de loods te blijven. Dan hadden ze misschien een kans op overleving gehad. De
overlevingskans werd in dat geval geschat op 30%. De aansprakelijkheid werd in dit geval tot
30% beperkt gelet op de medeschuld.

Buiten compound: dat is onrechtmatig, want staat wist dat die mannen het niet zouden
overleven. Het causaal verband ontbreekt, want de mannen zouden het sowieso niet
overleven. Ze waren niet veilig buiten de compound. De Nederlandse soldaten waren niet
verantwoordelijk voor de slechte afloop. Het optreden van de soldaten was niet nodig voor de
uiteindelijke slechte afloop. Het gerechtshof is hier eigenlijk gaan differentieren tussen
verschillende groepen vluchtelingen die gedupeerd zijn.

Het gaat niet alleen om geld, maar ook om erkenning voor wat er is gebeurd. Het vaststellen
van de verantwoordelijkheid.



2

,De conclusie uit bovenstaande is dat aansprakelijkheid vaak afhangt van de omstandigheden
van het geval in het privaatrecht:

Pros ton kairon’ = naar omstandigheden eisen. Het gaat om handelingen en belangen, iemand
moet krijgen wat bij die situatie past. Wat we beslissen is afhankelijk van omstandigheden van
het geval. Privaatrecht kun je alleen bestuderen in concrete gevallen en in context waar het in
functioneert. Het gaat dus om ‘Law in context’. Het privaatrecht kan alleen worden
bestudeerd in de context waarin het functioneert, waarin het zich afspeelt, waarin het wordt
toegepast.

Vb. William Twining: Een Engelse man vertelt dat hij toen hij jong docent was, hij case law
uit zijn hoofd heeft geleerd. Hij kreeg een baan in Sudan. Hij mocht common law gaan geven.
Hij begon de leerstukken van privaatrecht te behandelen, zoals de aansprakelijkheid voor
dieren. Hij behandelde een casus over een kameel die opgesloten was in dierentuin en een
bezoeker beet. Rechtspraak: was de dierentuin daarvoor aansprakelijk? Een student maakte
een opmerking: waarom was een kameel überhaupt opgesloten in een dierentuin in Sudan?
Daar lopen ze toch los, overal over straat? Het geeft aan dat William alleen het privaatrecht
kan studeren in context. De feiten van de casus waren al niet te begrijpen, dus laat staan dat
men met een oplossing kon komen in dit geval. Men moet zich al met al gaan afvragen bij het
toepassen van juridische principes in een geval waarin ze niet zijn ontwikkeld, of zij wel
geschikt zijn voor bepaalde context. Soms wel en soms niet, je moet dit onderscheiden.

Welke context kun je je dan voorstellen? Er zijn er veel, maar we beperken ons tot 4:
Maatschappelijke en culturele context
Bijvoorbeeld de common law in Engeland of in Sudan. Die verschillen.

Historische context
Aansprakelijkheid van de staat in 2013 en nu 2016 of in 1955 of in 1903, dat maakt nogal wel
wat uit.

Retorische context:
Perspectief van de taalgebruiker In Nederland heel weinig. Beslissingen van de rechter, maar
veel minder opdrachten: verplaats je in de positie van de benadeelde partij. Veel minder
verdedig de positie van de eisende partij. Dan krijg je andere argumentatie. Dit doen wij niet.

Kritische context:
Onderscheid tussen analyse en beschrijving. Maatstaven die je zelf interessant vindt zelf een
beoordeling maakt. Analyse en beoordeling in elkaar overlopen, maar dat is niet de bedoeling:
doet geen recht aan de arresten.

Terug naar Srebrenica. Zoiets was nog nooit besloten in de civielrechtelijke aansprakelijkheid.
Het was een beschrijvend perspectief (juridisch dogmatisch); nieuwe leerstukken
geïntroduceerd. Daarom veel in het nieuws. Oordeel van de HR is net zo belangrijk als
Duitse rechter, dus dit was nieuw.


3

,Historische context was ook aanwezig. Men moet deze uitspraak plaatsen in de trend. De
trend waarin de Nederlandse rechtspraak zich bezig begint te houden met historisch onrecht.

De staat heeft zelf ook contextuele, niet juridische argumenten aangevoerd ter verweer: het
chilling effect. Het argument was dat indien aansprakelijkheid werd aangenomen, de
bereidheid van landen om mee te doen aan vredesmissies zou afnemen. De HR ging hier niet
in mee.

Verdieping – maar hoe? De onderwerpen van de cursus:
- ‘Niets is zo praktisch als een goede theorie’  je moet kunnen omgaan met
vernieuwing van het recht. Dus je hebt tools nodig die verdieping geven en zo omgaan
met veranderingen in het positieve recht. Wat je nu weet is namelijk over 5 jaar weer
veranderd. Dat is de verdieping van dit vak.
- Wat u van theorie moet weten voordat u de praktijk ingaat
- Drieslag: recht, rechtswetenschap (kennis van het recht) en juristerij (wat je later gaat
doen in de juristenpraktijk)
- Recht in context, interdisciplinariteit en vakmanschap
- Niet alleen voor civilisten
- Het grote verhaal en de teksten  beter begrijpen wat we al weten.
- Niet meer weten zonder eerst te begrepen wat u weet
- Tentamen, en ultieme test.

Niet zomaar een perspectief: alles lijkt wel afhankelijk van de omstandigheden van het
geval
Die eeuwige omstandigheden van het geval: enkele highlights:
HR HBU/Saladin: beleggingsadvies van de bank. Er werd ongevraagd advies gegeven.
Saladin volgde dit advies op. In de exoneratieclausule stond dat bank niet aansprakelijk was
indien het fout zou gaan. Echter, het ging fout. De vraag was of de bank zich mocht beroepen
op de exoneratieclausule. HR: Hangt af van omstandigheden van het geval: contextueel. Vb.
ongevraagd, heeft bank zich verdiept? Het hing af van allemaal omstandigheden. Taal verwijst
niet naar vaste betekenis, maar woorden krijgen betekenis in de context waarin ze gebruikt
worden.

HR Haviltex: in de koopovereenkomst van de machine stond dat die mocht worden
teruggebracht en dat de prijs terugbetaald zou worden. De bepaling was bedoeld voor als de
machine niet zou functioneert of iets dergelijks. Terugbrengen zonder reden was dus eigenlijk
niet de bedoeling. Zijn de bewoordingen dan toch doorslaggevend? HR: nee, de betekenissen
van de woorden (taalkundige uitleg), maar ook de partijverwachtingen die partijen aan de
tekst mochten ontlenen zijn van belang. Hier dus weer een verwijzing naar de context.

Rb. Alkmaar 17 januari 1984, NJ 1984, 428: ‘I making love…..but not with you turkey’ stond
op het shirt van een jongeman. ‘Turkey’ betekent in het Engels kalkoen, maar een
buitenlander die het shirt droeg werd vervolgd voor discriminatie omdat turkey in Nederland
kan worden opgevat als ‘Turk’. De verdachte werd vrijgesproken. Het hangt dus af van de


4

,omstandigheden van het geval. Als je weet dat het een verwijzing is naar ‘turken’ dan kan het
strafbaar zijn, maar als je het niet weet of niet kon weten dan niet. Strafbaarheid hangt dus
ook weer af van de omstandigheden van het geval.

EHRM 22 november 1995, NJ 1997, 1:
De casus ging over een verkrachting binnen het huwelijk. Verkrachting binnen een huwelijk
was in Nederland niet strafbaar, ook niet in de UK waar het feit plaatsvond. Er was echter op
dat moment wel een wetsontwerp in gang die het feit strafbaar beoogde te maken. De rechter
heeft daar op geanticipeerd en heeft hem veroordeeld. Dat is eigenlijk gek, want wat gebeurt
er in dat geval met het legaliteitsbeginsel dan? Er moet toch vooraf een strafbepaling zijn die
verbied wat je gedaan hebt? Het zou dus een schending van het legaliteitsbeginsel zijn.
EHRM: nee, het was nog niet strafbaar, maar dat zou het wel worden. De man wist dat het
strafwaardig was. Onder die omstandigheden is dat dan toch strafbaar. Contextuele
interpretatie van het Engelse strafrecht gaat voor een letterlijke interpretatie. Strafbepaling
interpreteren in de context/in het licht van het geval. Context van bepaling verkrachting is
veranderd en functie van rechter is om recht bij de tijd te houden. Interpretaties geven die bij
de tijd passen. Het EVRM is een living document en moet dus geïnterpreteerd worden in het
licht van de hedendaagse behoeften. Geen historische interpretatie.

Echter: er zijn bepaalde onderwerpen waar de rechtszekerheid belangrijker is, dan gaan de
woorden (letterlijke betekenis) vaak voor. Bepaalde omstandigheden (Vb. HR DSM/Fox)
bewoordingen hebben speciale betekenis voor contextuele omstandigheden. Zie ook: BVerfG
10 januari 1995, EuGRZ 1995, p. 177 – 184.

Casuïstische rechtsvinding
Casuïstische rechtsvinding v ‘hard & fast rules’
Is het altijd afhankelijk van billijkheid? Of hebben we ook nog rechtsvinding door ‘hard en
fast rules’? We doen het allebei.
Bij casuïstisch rechtsvinding staat de rechtvaardigheid van het individuele geval voorop, maar
bij ‘hard en fast rules’ staat de rechtszekerheid juist voorop. Denk hierbij aan de volgende
arresten:

HR Ontvanger/Hamm
Bij faillissementen wordt altijd een curator benoemd die verantwoordelijk is voor de
afwikkeling van de boedel. Alles wat er na het faillissement wordt betaald aan de failliet,
behoort in beginsel tot de boedel. Maar wat als iemand iets overmaakt naar de verkeerde? Dus
naar degene die failliet is gegaan? Maakt deze dan deel uit van de failliete boedel en wordt die
dan verdeeld onder de schuldeisers? Of gaat het geld terug naar degene die het verkeerd heeft
overgemaakt (onverschuldigde betaling)?

HR: in zo een geval moet de curator meewerken aan de ongedaan making van de vergissing.

Sinds deze tijd hebben partijen geprobeerd om dit op te rekken. Maar HR blijft nee zeggen en
het laat het bij dit. Het heeft geen navolging. Er is geen grond die in andere gevallen


5

,toepasselijk is geoordeeld. Het staat op zichzelf.
Dit geval is dus casuïstische rechtsvinding.

HR IZA/Vrerink
De rechter is soms de plaatsvervanger van de wetgever. Het ging in casu over eigen schuld en
de billijkheidscorrectie bij automobilisten en fietsers/voetgangers. Een auto rijdt een 67-jarige
vrouw aan die op de stoep liep. Causale verdeling van de schuld: HR: als we te maken hebben
met een ongeluk tussen een auto en een niet-gemotoriseerd voertuig, dan is die automobilist
voor minimaal 50% aansprakelijk voor de schade. Dat staat echter nergens in het BW: de HR
heeft hier een ‘hard en fast rule’ bedacht, die voor alle gevallen bij aanrijding van toepassing
zijn.

HR Van Wijngaarden/Staat  lezen.

Billijkheid of (schijn)zekerheid?
Dus het is altijd casuïstische rechtsvinding? Nee, soms worden er ook algemene regels geven.
Dat geeft een soort zekerheid, maar hoe zeker is die zekerheid eigenlijk? Is het een
schijnzekerheid?

De stelling van het contextualisme
Het recht heeft een ‘open texture’. Dit is bedacht door een rechtsfilosoof. Het recht heeft een
open textuur: welk instrument we ook bedienen in het recht (beginsel), er komt altijd een
geval waar het ons in de steek laat, waarin een regel niet van toepassing is.
Vb. Een park waar geen voertuigen zijn toegelaten, maar wat zijn dan steps etc.? Zijn die dan
ook niet toegelaten? Is dat een voertuig? Dit leidt tot interpretatieproblemen. Een bepaling
heeft dus ‘open texture’:
- Bepaling in het recht is altijd in taal geformuleerd en woorden passen zichzelf niet toe
dus iemand moet dat doen.
- Regels worden in recht toegepast op feiten/casus en die casussen zijn onvoorspelbaar.
Wetgever heeft niet alles doordacht, er zijn altijd nieuwe situaties.

HR Mesothelioom:
Een werknemer had jarenlang met asbest gewerkt en kreeg 40 jaar later buikvlieskanker. Deze
vorm van kanker had zich in 30/40 jaar ontwikkeld en heeft zich uiteindelijk op enig moment
geopenbaard. De werkgever in casu zei: ‘Dat is jammer, want wij kennen in het privaatrecht
een verjaringstermijn van 30 jaar.’ Je bent pas na die 30 jaar ziek dus die termijn is verstreken,
het feit is verjaard. Echter, de werknemer kon de vordering echter niet eerder indienen, omdat
hij pas na 30/40 jaar ziek is geworden.

HR: in dit geval is een beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
onaanvaardbaar. Men ziet hier dus weer de omstandigheden van het geval terugkomen.

Maar waar is dan de rechtszekerheid gebleven? Verjaring biedt ook al geen zekerheid meer,
ook hier moet men kijken naar de omstandigheden van het geval. Ook de regel van verjaring


6

,in het privaatrecht heeft een open texture.
Open texture: er komt een geval dat je zegt: zo is de regel niet bedoeld. Ratio van de
rechtszekerheid achter dit leerstuk is dat je mensen niet blootstelt aan lange procedures die
plotseling komen. De rechtszekerheid ging hier echter in rook op.

Locus of certitude
De feiten, niet het recht: we denken nu wel altijd het staat in de wet, maar als de regels een
open texture hebben dan is er toch minder rechtszekerheid dan wij denken. Het recht ligt niet
voor altijd vast. De feiten echter wel. Deze geven veel meer zekerheid over wat de beslissing
moet zijn dan het recht zelf. Over de feiten zijn we het heel snel eens, maar over de principes
kunnen we heel lang discussiëren. ‘Meer kennis van de feiten, minder twijfel over het
rechtsoordeel.’

De contextualisering van de rechtsorde
Recht: de smalle poort tussen recht, moraal en politiek (Schuyt)
Privaatrecht en moraal: moralisering van het recht (billijkheid), en juridisering van de moraal
(claimcultuur)
Publiekrecht en politiek: politisering van het recht (‘van codificatie naar modificatie’), en
juridisering van de politiek (ABBB)
Recht in context: HR Jeffrey. Ook hier zie je dat terug.
Jeffrey was in therapie, hij moest zwemmen van het academisch ziekenhuis. Jeffrey werd uit
het oog verloren en is verdronken. De ouders vorderde een verklaring voor recht dat de
verdrinking de verantwoordelijkheid was van therapeuten en het ziekenhuis. Dat hadden ze
nodig voor de rouwverwerking. Echter, de moeder van Jeffrey was ook in de buurt en verloor
Jeffrey zelf ook uit het oog. Ze stelt zich op het standpunt dat als ze een verklaring voor recht
krijgt, dat ze dan rust heeft. Ze weet dan dat het niet haar schuld was.

HR: rouwverwerking is geen belang in het privaatrecht, dat belang dienen wij niet. En geen
belang betekent geen actie/vordering. Een rechter kan het gevoel van schuld niet wegnemen.

Er zijn dus grenzen aan acties voor de rechters. De vraag is echter: gaat het in het privaatrecht
dan alleen nog maar om geld? Of zijn er ook andere belangen die wij dienen? Daar is veel
discussie over geweest, maar stel dat de rechter had gezegd: Het is niet de fout van de
therapeut, maar van de moeder, dan is de moeder van Jeffrey nog verder van huis. Dit kan ook
een rol hebben gespeeld bij de formulering van de uitspraak door de rechter.

Conclusie: vervaging van grenzen tussen privaatrecht en moraal binnen het privaatrecht. Bij
publiekrecht vervaging tussen recht en praktijk.

Wat weten we eigenlijk (over het recht)?
Er zijn twee paradigma’s van de rechtswetenschap:
1. Het doctrinaire paradigma:
Centraal staat: het geldende recht beschrijven, wat houdt het in, hoe pas je het toe in
concrete casussen etc.


7

, 2. Het sociaalwetenschappelijke paradigma:
Hoe het recht functioneert: empirisch. Niet alleen de bestudering van teksten, maar
empirische benaderingen.

‘Ja, geleerd zijn jullie wel’ – wetenschap of geleerdheid?

Wetenschap voor rechtsgeleerden
Twee modellen van kennis: een methodenstrijd
i. Het positivisme: feiten zijn feiten, objectieve kennis (natuurwetenschappen)
ii. De hermeneutiek: feiten hebben betekenis, intersubjectieve kennis
(geesteswetenschappen)

Twee domeinen van kennis: een terreinverkaveling
i. Theoretische kennis – gericht op het weten: uniformiteit, zekerheid, en
rationaliteit (empirische wetenschappen)
ii. Praktische kennis – gericht op het handelen: contextualiteit, voorlopigheid en
redelijkheid (praktische disciplines)

Een talige discipline
- De vroege en de late Wittgenstein: Tractatus Logico-Philosophicus (1922),
Philosophische Untersuchungen (1953). Wending naar het gewone taalgebruik
- Descriptieve taal en emotionele taal (“picture theory of meaning”): harde basis
objectieve kennis, maar....
- Eindeloos veel taalspelen (“the meaning of a word is its use”): is er dan nog een harde
basis objectieve kennis, of.....
- Nogmaals Haviltex: niet bewoordingen, maar betekenis in de context. Van “context-
of-utterance” (wie zegt wat wanneer?) naar “context-of- culture” (welke partijen,
welke achtergrond?)

Wat betekent dit voor de civilist/jurist?
“Recht in context; naar een brede academische vorming van juristen” – Bart van Klink, Bald
de Vries & Tim Bleeker
- Brede vorming: recht in een sociale, morele en theoretische context
- “T-shaped lawyer”: vanuit eigen discipline (de staander) samenwerken met andere
disciplines (de ligger)
- “Tomorrow’s lawyers” (Susskind): werken in digitale omgeving, in een globale
wereld. Vraagt bredere kennis
- Niet alleen casus en doctrine, maar ook reflectie en kritiek
- Kritiek: kijken naar hetzelfde vanuit ander perspectief

Conclusies
- Het perspectief: contextualisme. Geen willekeurige keuze, maar zelf het resultaat van
een ontwikkeling in het denken over recht, wetenschap, en juristerij




8

,- Nieuwe perspectieven op recht, -wetenschap, en juristerij: “law in context”,
“interdisciplinaire rechtswetenschap”, en “T-shaped lawyers”
- Vanuit dit perspectief naar privaatrecht: het begrip (college 2), de geschiedenis en
toekomst (college 3), de taal (college 4), het ambacht (college 5), de waarden (college
6), de methode (college 7), de discipline (college 8), de professie (college 9), herhaling
en tentamen (college 10)




9

, HC 2 Het begrip: Wat is privaatrecht?

Inleiding
‘Wat is privaatrecht?’ Op het eerste gezicht is dit een eenvoudige vraag, maar bij nader inzien
lijkt het nog niet zo gemakkelijk om het domein en de grenzen van het privaatrecht te bepalen.
Zo gebruikt de Hoge Raad regelmatig argumenten die wij eerder als morele of pragmatische
dan juridische argumenten zouden kwalificeren. Begeeft hij zich daarmee buiten het domein
van het privaatrecht? Of moeten we veeleer onze opvattingen omtrent de grenzen van dat
domein heroverwegen? Om overzicht te krijgen wordt een driehoekmodel van privaatrecht
geïntroduceerd, dat het domein afbakent. In dat licht lijken de bestaande theorieën over het
privaatrecht eenzijdig; in werkelijkheid is ons beeld afhankelijk van het ingenomen
perspectief, dat wil zeggen, van de context waarin wij het privaatrecht toepassen of
bestuderen.

Verplichte literatuur
- Ernest J. Weinrib, Corrective Justice, Oxford 2012, chapter 9 (Can law survive legal
education?), p. 297 – 333. (Opgenomen in de reader)
Kort samengevat:
Juridisch onderwijs is de samenloop van drie activiteiten die elkaar wederzijds
beïnvloeden:
1. De juridische praktijk
2. The enterprise of understanding legal practice
3. De studie van de mogelijke inzichten van de wet binnen de context van een
universiteit
De relatie tussen de juridische praktijk en de universitaire studie is problematisch. Zij
groeien steeds verder uit elkaar.
- M.G. Faure, ‘Law and economics: belang voor het Privaatrecht’, WPNR 2011 (6912),
p. 1 – 11. (Online te raadplegen via de TiU databases)

Het hoorcollege:

 Inhoud en overzicht van vandaag
- Wat is privaatrecht
- Een onrechtmatig leven: HR Baby Kelly
- Een model van privaatrecht
- Drie rechtstheorieën
- Drie tussenposities
- De transnationale dimensie
- De prejudiciële procedure (art. 267 VWEU)
- Het domein en de grenzen

Wat is privaatrecht?
Het privaatrecht heeft/kent:
Vele associaties:
Namelijk: het alledaagse privaatrecht, het BW, het Europese privaatrecht (doorwerking), het


10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sjroon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  9x  sold
  • (4)
  Add to cart