100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 13 - Mens en Recht $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting hoofdstuk 13 - Mens en Recht

 104 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting hoofdstuk 13 vanuit het boek 'Mens en Recht' de 9e druk.

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • H13
  • September 28, 2017
  • 17
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting hoofdstuk 13 – Sociale zekerheid bij werkloosheid, werk en ouderdom

13.1 Werkloosheid

13.1.1 Werkloosheidswet

Uitgangspunt van de WW is dat werklozen zo snel mogelijk weer aan het werk gaan en dat
voorkomen wordt dat werknemers langdurig een WW-uitkering ontvangen. Allereerst is van belang
om te melden dat een werkgever een werknemer die twee jaar of langer heeft gewerkt een
transitievergoeding is verschuldigd. De transitievergoeding dient ertoe om de werkloosheid van een
werknemer daar waar mogelijk te voorkomen. De hoogte van de transitievergoeding is gebaseerd op
het aantal dienstjaren en is maximaal 75.000 euro.

Een werknemer kan een beroep doen op een WW-uitkering als er sprake is van werkloosheid door
beëindiging van de dienstbetrekking of door een drastische arbeidstijdverkorting. Neemt de
werknemer zelf ontslag of is het ontslag de werknemer ernstig te verwijten, dan is er meestal geen
recht op een WW-uitkering. Het UWV heeft geen re-integratiebudget meet voor mensen met een
WW-uitkering. Dit betekent dat de individuele werkloze werknemer zelfstandig werk dient te zoeken.

Voorwaarden WW-uitkering

Voor de vaststelling van het recht op een WW-uitkering gelden twee soorten voorwaarden:

1. Objectieve voorwaarden
2. Subjectieve voorwaarden

Ad 1 Objectieve voorwaarden
Eerst moet aan de hand van objectieve voorwaarden worden vastgesteld of de werkloze werknemer
recht heeft op een WW-uitkering. Er moet aan vier objectieve voorwaarden voldaan zijn, namelijk:

 De verzekerde moet werknemer zijn geweest in de zin van de Werkloosheidswet
 De werknemer moet werkloos zijn, hiervan is sprake in de volgende gevallen:
 De werknemer heeft geen recht meer op loon. De verplichting van de werkgever
heeft voorrang. De werknemer heeft recht op loondoorbetaling tijdens de
opzegtermijnen, die gelden in het arbeidsrecht
 De werknemer is beschikbaar voor passend werk. Aan de hand van feiten en
omstandigheden moet blijken dat iemand ‘ondubbelzinnig’ beschikbaar is, niet alleen
feiten maar ook houding en gedrag zijn belangrijk
 De werknemer heeft voldoende arbeidsuren- en loonverlies: de helft van het aantal
gewerkte uren of minimaal vijf arbeidsuren, waarvoor geen loon meer wordt
uitbetaald. De eerste dag van werkloosheid is de eerste dag dat er sprake is van
urenverlies. Er is geen sprake van urenverlies als de werknemer meer dan 87,5% van
het oorspronkelijke salaris blijft verdienen
 Er moet voldaan zijn aan de referte-eis, wat betekent dat voorafgaand aan de eerste dag van
werkloosheid in 26 kalenderweken van de 36 weken moet zijn gewerkt, maar dat mag bij
verschillende werkgevers zijn en de werkzaamheden hoeven elkaar niet op te volgen. De
periode van 36 kalenderweken wordt verlengd met het aantal ziektedagen. Dit geldt ook voor
een verlofregeling op grond van de Wet arbeid en zorg (WARZO) of als je onbetaald verlof
hebt ontvangen. Voor musici, filmmedewerkers en artiesten geldt een referte-eis van 16
weken werken in 39 weken.

,  Er mag geen uitsluitingsgrond aanwezig zijn, bijvoorbeeld het ontvangen van een andere
uitkering of het wonen buiten Nederland of vakantie hebben en in detentie zitten. Met
toestemming van het UWV mag een verzekerde maximaal vier weken met vakantie. Zonder
toestemming of langer met vakantie gaan, betekent dat er geen WW-uitkering wordt
verstrekt over deze periode.

Ad 2 Subjectieve voorwaarden
Het recht, volgens de objectieve voorwaarden, moet ook geldend worden gemaakt. Bij vaststelling
van het recht op een WW-uitkering spelen het inkomen van de partner ne het vermogen van de
verzekerde en partner geen rol. Er moet nog wel worden voldaan aan de subjectieve voorwaarden,
namelijk:

 Voldoende solliciteren naar passend werk en de vacaturebank bij het Werkplein raadplegen
 Passend werk aanvaarden en behouden
 Niet-verwijtbaar werkloos zijn en niet lichtvaardig ontslag hebben genomen of gekregen:
een werknemer wordt geacht zich in voldoende mate te verzetten tegen het ontslaginitiatief
van de werkgever
 Voldoen aan verplichtingen, zoals inschrijving bij het UWV en het overleggen van gegevens

Besluit passende arbeid WW en ZW
In het Besluit passende arbeid WW en ZV is in hoofdlijnen bepaald welke werkzaamheden iemand
moet accepteren tijdens het verloop van de periode van werkloosheid. Sinds 1 juli 2015 bepaalt het
besluit dat na een half jaar in beginsel alle arbeid passende arbeid is, ongeacht de hoogte van het
loon en de reisduur.

Een verzekerde dient op functies te solliciteren die een lager opleidings- en werkniveau hebben en
die een lager loon bieden. Er moet voldaan worden aan de sollicitatieplicht die inhoudt dat er vier
maal per vier weken moet worden gesolliciteerd. Het UWV zal scherper controleren of er op functies
is gesolliciteerd met een lager loon, lager niveau en grotere reisafstand.

Is een baan passend, dan moet een verzekerde deze accepteren, ook al is verhuizen noodzakelijk,
tenzij er sociale redenen zijn om dit niet acceptabel te vinden. De verzekerde zal hier zelf een beroep
op moeten doen.

In het eerste halfjaar kan er worden gesolliciteerd op functies die aansluiten bij het niveau van de
laatste functie. Met deze arbeid moet een betrokkene 70% van het laatstverdiende loon verdienen.
De reistijd mag maximaal twee uur zijn. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, is de functie
passend. Het eventueel lagere loon kan door het UWV worden aangevuld.

Besluit sollicitatieplicht WW en IOW 2012
Voor iedere werkloze werknemer wordt de kans op werk beoordeeld. In het Besluit sollicitatieplicht
WW en IOW is geregeld dat er door een werkcoach van het UWV met iedere werkloze individueel en
in een digitaal werkplan afspraken worden gemaakt over de activiteiten die worden verwacht voor
het verkrijgen van werk. Dit werkplan bevat een re-integratievisie voor de verzekerde

Of er in voldoende mate wordt gesolliciteerd, hangt af van de individuele omstandigheden. Dit wordt
beïnvloedt door de regionale arbeidsmarkt en het aantal beschikbare functies, eventuele
beperkingen bij de verzekerde en de bepalingen in het Besluit passende arbeid WW en ZW.

, Brug-WW-uitkering bij omscholing van werkzoekenden
Sinds 1 april 2016 kan een werkgever een werkzoekende met een WW-uitkering in dienst nemen en
laten omscholen. Deze regeling zorgt ervoor dat werkzoekenden makkelijker en sneller aan het werk
kunnen waar een tekort is. De werkgever betaalt alleen salaris over de uren dat de verzekerde werkt
en over de uren waarin wordt omgeschoold ontvangt de verzekerde een WW-uitkering. Het geldt ook
voor werknemers die met ontslag worden bedreigd.

De voorwaarden voor de werkgevers zijn dat zij de betrokkene voor minimaal acht uur per week een
contract aanbieden. Verder moet de werkgever na afronding van de opleiding een nieuw contract
aanbieden of het bestaande contract uitbreiden met het aantal uren dat de betrokkene voorheen
werkte en scholing had.

13.1.2 Hoogte en duur van de WW-uitkering

Er zijn twee soorten WW-uitkeringen: de loongerelateerde ne de kortdurende uitkering.

Loongerelateerde uitkering
Voor het in aanmerking komen voor een loongerelateerde uitkering moet er, behalve aan alle andere
voorwaarden, zijn voldaan aan de 4-uit-5-eis. Dit betekent dat in de periode voorafgaand aan de
werkloosheid vier van de vijf jaren moet zijn gewerkt. Hiervoor zijn 52 loondagen per kalenderjaar
voldoende. Na 1 januari 2013 gaat het om ten minste 208 loonuren in vier jaren.

 Loondagen = de dagen waarop loon is ontvangen

Een verzekerde die onmiddellijk voorafgaand aan de eerste dag van zijn werkloosheid een ZW-
uitkering, een Wet WIA-uitkering, uitdetentie komt, etc. krijgt ook een WW-uitkering en hoeft niet
aan de 4-uit-5-eis te voldoen. De loongerelateerde uitkering is de eerste twee maanden 75% van het
berekende laatstverdiende loon en daarna 70%, met een maximumdagloon. Dit geldt als de
verzekerde geen inkomsten heeft. Het maximumdagloon wordt jaarlijks gewijzigd.

Sinds 1 juli 2015 bestaat er een nieuw systeem van inkomstenverrekening, zodat de betrokkene wordt
gestimuleerd om werk te aanvaarden. Als er wel loon wordt verdiend, de uitkering 75% of 70% van
het verschil is tussen het maandloon en het met arbeid verdiende loon. De uitkering wordt lager,
maar het inkomen dat wordt verdiend behoudt de verzekerde volledig. Na afloop van iedere maand
moet de verzekerde zijn inkomsten opgeven, ook al heeft hij niet gewerkt. Na ontvangst van de
inkomstenopgave berekent het UWV de WW-uitkering en betaalt na drie tot tien werkdagen. Als het
inkomen dat wordt verdiend meer bedraag dan 87,5% van het maandloon wordt de uitkering
beëindigd.

De duur van de loongerelateerde werkloosheidsuitkering is sinds 1 januari 2005 meer afhankelijk
gesteld van het arbeidsverleden van de werknemer. Het arbeidsverleden is van belang om vast te
stellen hoelang een verzekerde recht heeft op een loongerelateerde uitkering. Het reële
arbeidsverleden bestaat uit het aantal jaren dat de verzekerde vanaf 1998 heeft gewerkt. Daarnaast
is er het fictieve arbeidsverleden, wat wordt vastgesteld op basis van het aantal jaren tussen iemands
18e verjaardag en 1998.

De som van het reële en het fictieve arbeidsverleden is het totale arbeidsverleden. Dit bepaalt de
duur van de uitkering. De maximale duur van de WW-uitkering was tot 1 januari 2016 38 maanden.
De duur van de uitkering is in maanden net zo lang als de duur van het arbeidsverleden in jaren. De
minimale uitkeringsduur is drie maanden. Vanaf 1 januari 2016 is de duur veranderd voor verzekerde
die na deze datum werkloos zijn geworden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AvansSociaal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49160 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added