1. HOOFDSTUK 1 – NADENKEN OVER BESTRAFFING
De overheid legt straffen op wanneer zij menen dat bepaalde fundamentele waarden in de
samenleving geschonden zijn.
Bestraffing is binnen ons rechtssysteem een wettelijk toegestaan voor criminaliteitscontrole dat leidt
tot pijn, lijden en schade.
Het Belgisch strafrecht heeft geen definitie van ‘straf’. Er w. verwezen naar de interpretatie door Hof
van Cassatie:
Straf is Is een leed door de wet en door de rechtelijke macht opgelegd als een sanctie wegens een
gepleegd misdrijf -> MAAR Het leed geldt ook voor de omgeving van de dader terwijl zij juridisch niet
gestraft zijn.
Recidiveonderzoek v. Robert -> 57,6% recidiveert van alle personen onderworpen aan een
maatregel/straf met minstens één nieuwe veroordeling.
o De recidivesnelheid = 742 dagen.
o 80% heeft max. 7 nieuwe veroordelingen.
o 20% MEER dan 7 veroordelingen.
o Wat betreft wederopsluiting: 44,1% komt weer in de gevangenis in 548 dagen.
1.1. Kleine historiek van het strafrecht
Het oudste recht = het Oud-Germaans recht.
o Gewoontes en tradities bepaalden de regels aangezien.
o Geschreven recht bestond niet.
o Zo gold het principe dat wraak nemen ook een middel was om te straffen.
o Conflicten werden onderling “opgelost” tussen slachtoffer en dader en/of hun families.
o Straf had een privékarakter: geen tussenkomst van de overheid.
o Bij lichtere vergrijpen kon men de wraak afkopen door een schadevergoeding.
o Link met het strafrecht: overtredingen en bijhorende straffen stonden al vast.
Het Archaïsch stelsel en de Talio-wet (“oog om oog, tand om tand”)
o Werd ook begrenst: het SO/familie mocht hetzelfde aandoen, maar niets anders.
o Het was moeilijk om deze wraak te begrenzen wat leidde tot wederwraak.
o Dit mondde uit in burgeroorlogen.
1
,Middeleeuwen (1200)
o De feodale vorsten hanteerden het verbod op eigenrichting.
o Vergelding werd genomen door de overheid namens de slachtoffers -> als je een KLACHT
indiende!
o Ze stuurden rondtrekkende rechters (feodale vorsten) die aan de bevolking vroegen om de
verdachten aan te wijzen.
o Verbod op eigenrichting -> mensen mochten de hef niet meer in eigen handen nemen
o De bewijsvoering had een irrationeel karakter en steunde op godsoordelen.
o De straffen waren:
Wreed (brandstapel, kruisiging, afhakken van handen…)
Hadden een vernederd karakter
Publiekelijk of werden de mensen in het openbaar ter dood veroordeeld.
13de eeuw
o Kleine stap naar het modern strafrecht.
o Ernstige misdaden moesten worden vervolgd, ook zonder klacht.
o De rechterlijke macht krijgt een meer actieve rol ging actief opzoek naar de waarheid.
Ze zal namens het SO wraak nemen EN zelf criminelen opsporen/vervolgen.
o De vervolgende partij moest bewijs leveren.
o Het proces verliep geheim en de strafuitvoering openbaar.
o Tijdens de strafprocedure was het hoofdbewijsmiddel de bekentenis.
o Inquisiteurs brachten beklaagden tot een bekentenis door foltering
Een misdaad wordt gezien als een zonde
De straf diende als boetedoening.
Het was verantwoord om met wrede marteltechnieken een bekentenis af te
dwingen.
Het was in het belang van de delinquent dat hij berouw toont over zijn zonde.
o Daarbij kwam wel, dat men pas tot straffen mocht overgaan als de bekentenis werd afgelegd.
-> Velen deden een valse bekentenis.
Om potentiële daders af te schrikken moest de straf wreed zijn.
o De gestrafte werd als voorbeeld aan de gemeenschap gepresenteerd.
o De doodstraf was dus openbaar.
o Als moraal-les voor kinderen en opfrissing van de wet voor volwassenen.
o De gevangenisstraf was dus geen geschikt middel: niet openbaar en kostte te veel geld.
o Delinquenten werden soms ook naar de mijnen gestuurd -> jonge mannen konden hun
afschuwelijke lot dan beschouwen.
Andere straffen tot aan de 19e eeuw:
o Lijfstraffen link 21ste eeuw: de pedagogische tik. Moet deze in het SWB?
o Ontering
o Brandmerken Parallel met trial by media (Bart De Pauw)
o Verbanning
2
, o Vermogensstraffen
1.1.1. Filosofen en de verlichting
Hobbes, Locke, Rousseau en Rawls stelde de legitimatie van de staat in vraag -> De leer van het
maatschappelijk verdrag:
Zij stelden dat
o Als alle bestaande structuren en instellingen afwezig zijn -> de natuurtoestand.
= een toestand met individuen zonder toezicht, zonder staat zou leiden tot een chaotische en
gevaarlijke situatie.
o Mensen streven ten koste van elkaar het eigenbelang na.
o Deze toestand moet men inruilen voor een door regels beheerste samenleving
o Door onderlinge afspraken kan zo’n samenleving tot stand komen.
Door onderlinge afspraken kan zo een samenleven dan tot stand worden gebracht waarvan de
collectieve beslissing om zich aan regels te onderwerpen de meest fundamentele is. Deze beslissing is
‘het maatschappelijk verdrag’ en levert de (gezochte) legitimiteit van de staat op.
o De staat = legitiem omdat hij gebaseerd is op de collectieve wil van de individuen om d.m.v.
samenwerking de private belangen veilig te stellen.
Tijdens de verlichting:
o Een reactie van de filosofen op de wrede onderzoeksmethode en de ongelijke straffen.
o Ze ergerden zich aan de rechtspraktijk van hun tijd en kwamen met nieuwe ideeën en
opvattingen:
De gerechtelijke wraak overtrof het lijden dat het misdrijf teweeggebrachte.
De rechtspraak was versnipperd, geen wetboek en de rechter pleegde naar eigen
inzichten allerlei rechtsbronnen aan.
Men maakte toen ook gebruik van het gewoonterecht en legde willekeurig straffen
op.
Oplossingen:
o De straf moet in verhouding staan tot de ernst v/h misdrijf (proportionaliteitsbeginsel).
o Beccaria en de ‘Dei Delitti e delle penne’ pleitte voor de rechten van verdediging + legde de
grondslag v/h legaliteitsbeginsel.
o Beccaria: de meest optimale straf = de minimale straf die toch effect heeft
(subsidiariteitsbeginsel).
1.2. De doodstraf
Van de doodstraf is sprake wanneer iemand van het leven wordt beroofd op grond van een vonnis
dat is uitgesproken door een bevoegde rechter na een strafrechtelijk proces.
o retentionische landen: landen die de doodstraf behouden
3
, o Gedeeltelijk abolitionische landen: landen die de toepassing van de doodstraf enkel
voorbehouden in oorlogstijd
o Abolitionistisch landen: in deze landen bestaat de doodstraf noch in de wet, noch in de
praktijk.
Beccaria = een tegenstanders van de doodstraf.
o Vond deze ondoeltreffend.
o Het doel was de beveiliging van de samenleving, niet de vergelding.
o De doodstraf was volgens hem contraproductief en disproportioneel (te licht of te zwaar)
-> De dader heeft toch niets meer te verliezen, leidt tot extreme daden.
o Er moet dus een andere vorm van straffen worden ingevoerd die wel proportioneel is.
o Met een levenslange gevangenisstraf zou men veel voorzichtiger zijn.
Volgens Beccaria heeft de staat NIET de bevoegdheid om de doodstraf op te leggen.
o De staat ontleent bevoegdheden aan de overdracht ervan die individuen beschikken in de
natuurtoestand.
o MAAR individuen hebben niet de bevoegdheid te beschikken over hun leven.
o Ze kunnen deze dus niet overdragen aan de staat.
o Het recht op leven was dus onoverdraagbaar, omdat de rechthebbende er geen
beschikkingsmacht over hebben.
Rousseau & Hobbis:
o Zij waren het niet eens met Beccaria
o Burgers hebben een maatschappelijk verdrag met de staat.
o De staat mag dus straffen opleggen.
o Iemand die moordt verbreekt dit verdrag en voert oorlog met de maatschappij.
o Deze persoon heeft zijn recht om wraak afgegeven aan de staat en heeft dit nu zelf gedaan.
o Daarom verdient hij deze straf.
Kant:
o Beschouwde de strafwet als categorisch imperatief (de leidraad v/h zedelijk bewustzijn).
o Dit was het universeel gebod de waardigheid van ieder mens te respecteren.
o Het recht op leven = geen onvoorwaardelijk recht.
o Degene die moordt maakt een uitzondering op de algemene regel die respect voorschrijft.
o Mensen moeten elkaar als gelijken beschouwen, doen ze dat niet dan worden ze ongelijk
behandeld.
De magna carta: Het recht op bestraffing werd gebonden aan 3 beangrijke principes.
o Proportionaliteitsbeginsel = straf moet in verhouding staan met de ernst van de feiten.
o Legaliteitsbeginsel = geen straf zonder wet, straffen moeten op voorhand in de wet zijn
vastgelegd.
o Subsidiariteitsbeginsel = de optimale straf is de minimale straf, gedragingen kunnen enkel
strafbaar w. gesteld wanneer bestraffing echt noodzakelijk is.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinevandingenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.