Een duidelijke en overzichtelijke samenvatting voor het 2e deeltentamen van het vak Inleiding Recht blok 1 jaar 1 HRM. De literatuur uit de studiehandleiding volledig samengevat en overzichtelijk gecombineerd met de informatie uit de hoorcolleges.
MET oefenvragen!
1. Geef van de volgende voorbeelden aan of het gaat om menselijk handelen, een bloot rechtsfeit of een ander feit.
2. Geef als het gaat om een menselijke handeling aan of het gaat om een feitelijke handeling of een rechtshandeling.
3. Geef als het gaat om een rechtshandeling aan of dit een eenzijdige rechtshandeling (gericht of ongericht) is of een meerzijdige rechtshandeling (eenzijdig of wederkerige overeenkomst).
a. Lisa fiets naar haar werk
B. Yari gooit een steen door de ruit van een winkel
c. Farah neemt ontslag als Caissiére
d. Nick sluit met Deen supermarkten een arbeidsovereenkomst
e. Erin geeft haar armband weg aan een vriendin
Answer: a. Lisa fiets naar haar werk
- Ander feit, geen rechtsfeit
b. Yari gooit een steen door de ruit van een winkel
- Menselijk handelen
- Feitelijke handeling
- Onrechtmatige daad
c. Farah neemt ontslag als caissière
- Menselijk handelen
- Rechtshandeling
- Eenzijdige rechtshandeling
- Gericht
d. Nick sluit met Deen Supermarkten een arbeidsovereenkomst
- Menselijk handelen
- Rechtshandeling
- Meerzijdige rechtshandeling (je hebt de wil en de verklaring van meerdere personen nodig)
- Wederkerige overeenkomst (2 moeten het accepteren)
e. Erin geeft haar armband weg aan een vriendin
- Menselijk handelen
- Rechtshandeling (schenking)
- Meerzijdige rechtshandeling
- Maar het is een eenzijdige overeenkomst (1 iemand moet het accepteren)
2.
Geef aan of in de casus sprake zou kunnen zijn van een rechtmatige daad (en zo ja, welke) of van een onrechtmatige daad en leg uit waarom:
Emre fietst in Amsterdam over de Herengracht. Op een kruising wordt hij met een flinke vaart aangereden door een auto. Jij ziet het ongeluk gebeuren en belt een ambulance, aangezien Emre niet in beweging komt. Na jouw belletje komt Emre toch omhoog tot zit en lijkt het allemaal mee te vallen. De ambulance komt voor niks, maar de kosten hiervoor dienen wel te worden betaald. Leg uit wie hiervoor aansprakelijk is en waarom.
Answer: - Er is sprake van een rechtmatige daad.
- Er is sprake zaakwaarneming (willens en wetens, redelijk gegrond, behartigen van iemands zijn belang).
- Omdat: Emre leek er slecht aan toe te zijn, omdat er geen beweging om kwam. Ik bel de ambulance omdat het nodig is voor het geval ze niet meer in beweging komt en er daardoor iets ernstigs aan de hand blijkt te zijn. Ze heeft niet aan Emre kunnen vragen of dit nodig was maar het moest wel gebeuren. Het is je burgerplicht dat je iemand zijn leven probeert te redden.
- Aansprakelijk is de dader die Emre heeft aangereden.
- Art. 6:198 BW
3.
Joris is op een dansfeest en heeft het niet naar zijn zin. Tegelijkertijd, enkele meters verder, is Sjoerd helemaal los aan het gaan met de vriendin van Joris. Sjoerd, die tot dusverre de avond van zijn leven heeft, kan niet voorkomen dat hij Joris een ogenblik lachend aankijkt. Dat kan Joris natuurlijk niet accepteren. Joris begint vervolgens flink op Sjoerd in te rammen. Sjoerd loopt ernstig lichamelijk letsel op, maakt verder € 30.000,- aan dokterskosten en heeft voor € 500,- schade aan zijn kleding en horloge.
Leg uit of Sjoerd hiervoor Joris aansprakelijk kan stellen op grond van een onrechtmatige daad? Pas het gehele artikel toe. De relativiteitseis mag buiten beschouwing worden gelaten.
Answer: Sjoerd kan Joris aansprakelijk stellen voor een onrechtmatige daad.
- Er is sprake van inbreuk op recht --> lichamelijk letsel en eigendomsrecht (horloge en kleren).
- In strijd met wettelijke plicht --> het is gevaarzetting want je brengt iemand in gevaar (mishandeling) --> staat in het wetboek van strafrecht.
Onrechtmatige gedraging: (Art. 6:162 lid 2 BW)
- Het is in strijdt met een wettelijke plicht, omdat er in de wet is vastgelegd dat je niet zomaar op iemand in mag gaan staan rammen.
Toerekenbaar:
- Er is sprake van schuldaansprakelijkheid, want Joris heeft er voor gezorgd dat Sjoerd lichamelijk letsel heeft opgelopen.
Schade:
- Sjoerd kan schade aantonen door middel van zijn opgelopen lichamelijke letsel.
Causaal verband:
- Er is sprake van een causaal verband want Sjoerd zou geen lichamelijk letsel hebben omgelopen als Joris niet jaloers werd en op Sjoerd was gaan staan inrammen.
4.
Leg uit waarom het relevant is te bepalen met welke overeenkomst je te maken hebt.
Answer: - Het is relevant om te bepalen met welke overeenkomst je te maken hebt omdat je het type overeenkomst tot het verrichten van werk heeft rechtspositionele en fiscale gevolgen. Ze hebben een andere rechtspositie.
Een werknemer heeft bij een arbeidsovereenkomst heeft bescherming van de wet. Iemand die een overeenkomst tot werk of opdracht heeft krijgt geen bescherming van een werkgever omdat hij zelfstandige is.
Een werknemer heeft bescherming gekregen omdat een zelfstandige dat allemaal zelf kan bepalen en het zo in verhouding is.
Week 5
Literatuur;
M. Treep Hoofdstuk 1 paragraaf 1.3
Verbintenis: een vermogensrechtelijke betrekking tussen 2 of meer personen waarbij de ene
persoon tot een bepaalde prestatie verplicht is tegenover de ander, die vervolgens recht
heeft op die prestatie.
Kunnen natuurlijke personen zijn of rechtspersonen.
- Een verbintenis ontstaat omdat de wet dat zegt in een bepaald geval.
Bijvoorbeeld: schadevergoeding.
De overeenkomst: een afspraak tussen partijen waar juridische consequenties uit
voortvloeien. Meestal ontstaan daarbij wederzijds rechten en plichten.
- Bijvoorbeeld: koopovereenkomst, huurovereenkomst en de arbeidsovereenkomst.
Een bloot rechtsfeit is geen feitelijke handeling maar levert wel een rechtsgevolg op.
Bijvoorbeeld een overlijden, het bereiken van de 18-jarige leeftijd of het vallen van een appel
van de boom op het ene erf op het erf van de buurman.
Een rechtshandeling beoogt een rechtsgevolg. Een rechtshandeling is dus gericht op het tot
stand brengen van een rechtsgevolg. Het moet daarbij wel gaan om een rechtsgevolg dat het
objectieve recht toestaat.
Feitelijke handeling wordt in de rechtsdoctrine gebruikt als een technische benaming voor
menselijke handelingen waar het recht een rechtsgevolg aan koppelt, ongeacht of dit
,rechtsgevolg beoogd is of niet. Een voorbeeld van een feitelijke handeling met een
rechtsgevolg is een onrechtmatige daad.
Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring
heeft geopenbaard.
Twee belangrijke elementen:
- Er moet sprake zijn van een wil van iemand
- Er moet sprake zijn van een verklaring
Om een verandering in het recht te weeg te brengen.
Deze 2 moeten overeenkomen.
Een rechtshandeling kan dus plaatsvinden met meerdere personen.
Eenzijdig voorbeelden staan onder het soort rechtshandeling. (1 persoon)
Meerzijdig voorbeelden staan onder het soort rechtshandeling. (Meerdere personen of
partijen)
- Eenzijdige overeenkomst: de wil van de nader is niet van belang, iemand moet het
wel aannemen (telefoon)
- Wederkerige overeenkomst: bijv. tussen werkgever en werknemer, de wil van de
ander is wel van belang.
, Rechtsgeldige overeenkomst (en dus ook een geldige arbeidsovereenkomst):
- Wilsovereenstemming tussen partijen;
- Handelingsbekwame partijen;
- Bepaald/bepaalpaar onderwerp;
- Geoorloofde oorzaak;
Wilsovereenstemming tussen partijen:
Wil en verklaring MOETEN met elkaar overeenkomen.
Er mag geen verschil zijn tussen verklaring en wil discrepantie.
Voorbeeld: Kim Kardashian wordt overvallen. Haar verklaring is dat ze de sieraden doos
geeft, maar ze wilde het eigenlijk niet. De verklaring en de wil komen niet overeen dus dan is
er geen sprake van rechtsgevolg.
Als wil en verklaring niet overeenkomen is er geen sprake van een overeenkomst nietig.
Bijvoorbeeld:
- Verspreking;
- Vergissing;
- Schrijffout; (1 euro taart bij de HEMA i.p.v. 10 euro)
- Typefout;
- Grap;
- Onder invloed van emoties;
- Drugs;
- Alcohol;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber688. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.