100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Klinische Epidemiologie $5.35
Add to cart

Class notes

Klinische Epidemiologie

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van college(slides) van het vak Klinische Epidemiologie met voorbeelden als uitleg, quizvragen, bijbehorende leerdoelen en mini samenvattingen per college.

Preview 5 out of 40  pages

  • October 3, 2023
  • 40
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Cindy lammertink en carine doggen
  • All classes
avatar-seller
Klinische Epidemiologie
Introductie & Opfrissen ziektefrequentie
Leerdoelen
- De student:
- Kent de verschillende onderdelen van een wetenschappelijke vraagstelling (PICO)
- Herkent de opzet van een experimenteel onderzoek (randomized controlled trial)
- Kent de betekenis van de begrippen randomisatie, blindering en placebo
- Is bekend met een intention-to-treat analyse en een perprotocol analyse
- Kan een artikel over een klinisch interventie onderzoek kritisch beoordelen op kwaliteit,
validiteit en generaliseerbaarheid

Klinische epidemiologie
- ‘’Wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de frequentie van ziekte in een
menselijke populatie’’
- Hoe doen we dit? Welke methoden van onderzoek worden gebruikt?
- Vier domeinen:
o Interventie
o Diagnose
o Etiologie
o Prognose

Klinische epidemiologie
- Onderwerpen
o Interventie (CONSORT)
o Diagnostiek
o Klinimetrie
o Prognostiek
o Etiologie
o Validiteit en precisie (STROBE)

,Opfrissen ziektefrequentie
Quiz
1. Het centraal bureau voor de statistiek rapporteerde het volgende: ‘’Bijna 3 procent van de
kinderen van 4 tot 12 heeft volgens de ouders of verzorgers autisme of een aanverwante
stoornis, zoals het syndroom van Asperger of PDD-NOS. Dat komt overeen met zo’n 43
duizend kinderen.”
- Welke frequentiemaat wordt hier gebruikt?
o Cumulatieve incidentie
o Incidentiedichtheid
o Prevalentiecijfer

2. In een artikel over het risico op het optreden van coeliakie bij 944 kinderen die op zeer jonge
leeftijd gerandomiseerd werden tussen glutentoevoeging en placebo aan een normaal dieet,
staat de volgende zin: “The risk of celiac disease at 5 years of age was 12.1% (95% CI, 9.2 to
15.0).”
- Welke frequentiemaat wordt hier met risk aangeduid?
o Cumulatieve incidentie
o Incidentiedichtheid
o Prevalentiecijfer

3. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) rapporteerde op 9 oktober 2015: “Ruim 1 op de
10 Nederlanders van 12 jaar of ouder had in 2014 psychische klachten. Vrouwen kampten
vaker met psychische problemen dan mannen. Vooral meisjes tussen de 16 en de 20 jaar en
oudere vrouwen vanaf 65 jaar voelden zich vaker somber of zaten vaker in de put dan hun
mannelijke leeftijdsgenoten.
- Welke frequentiemaat voor psychische klachten wordt hier gebruikt?
o Cumulatieve incidentie
o Incidentiedichtheid
o Prevalentiecijfer

4. In een artikel over het risico op cardiovasculaire ziekte bij het gebruik van de
cholesterolverlager ezetimibe bovenop statine na acuut coronair syndroom staat de
volgende zin: “The Kaplan–Meier event rate for the primary end point at 7 years was 32.7%
in the simvastatin– ezetimibe group, as compared with 34.7% in the simvastatinmonotherapy
group (absolute risk difference, 2.0 percentage points; hazard ratio, 0.936; 95% confidence
interval, 0.89 to 0.99; P=0.016).”
- Welke frequentiemaat voor het primaire eindpunt wordt hier gebruikt?
o Cumulatieve incidentie
o Incidentiedichtheid
o Prevalentiecijfer

5. In een artikel over het risico op recidief veneuze trombo-embolie (VTE) en bloedingen bij
patiënten met kanker staat de volgende zin: “Of 477 patients, 139 developed recurrent VTE
over the course of 1533 person-years of follow-up. The adjusted 10-year VTE recurrence rate
was 28.6%. The adjusted 90-day major bleeding on anticoagulation rate was 1.9%.”
- Welke frequentiemaat wordt hier de eerste keer met “rate’’ bedoeld?
o Cumulatieve incidentie
o Incidentiedichtheid
o Prevalentie

,Ziektefrequentie
- Ziektefrequentie = totaal aantal zieken / totaal aantal personen in de populatie
o Bestaande (prevalentie) of nieuwe gevallen (incidentie)
- Frequentiematen
o Prevalentie
o Cumulatieve incidentie
o Incidentiedichtheid (incidentiecijfer)

Prevalentie
- Prevalent: aantal bestaande gevallen op een bepaald moment
o Prevalentiecijfer: aantal op bepaald moment /totale aantal
- Voorbeeld:
Populatie van 50 studenten. Registratie van griep in week 12. Op maandag hebben er 5 griep.
Prevalentiecijfer voor de maandag is 1 op 10.
- Prevalente gevallen = selecte groep
o Minder geschikt voor onderzoek naar de oorzaken van ziektes
o Wel geschikt voor bepalen zorgbehoefte

Incidentie
- Incident: aantal nieuwe gevallen in een bepaalde periode
- Voorbeeld:
Stel van de 5 studenten met grip op maandag hadden 4 de week ervoor al griep. Op
maandag krijgt 1 student griep, op dinsdag en woensdag krijgen telkens 2 studenten griep,
op donderdag, vrijdag en zondag krijgt telkens 1 student griep.
Hoeveel incidente gevallen van griep in week 12?  8

Incidentiematen
- Cumulatieve incidentie (CI): aantal nieuwe gevallen / populatie ‘’at risk”
- We hadden dus 8 incidente gevallen in ons voorbeeld.
o Wat is de populatie at risk? 46
o En wat is dan de CI? CI = 8/46 = 0,174 = 174 per 1000 studenten
- Incidentiecijfer (IC): aantal nieuwe gevallen / aantal persoonsjaren
o Persoonsjaren (tijd)
o Voorbeeld:
Totaal 46 studenten, waarvan 38 studenten geen griep:
38 * 7 persoonsdagen = 266 dagen
1 student kreeg op maandag griep = ½ dag
2 studenten kregen op dinsdag griep: 2 * 1 ½ dag = 3 dagen
2 studenten op woensdag: 2 * 2 ½ persoonsdag = 5 dagen
1 student donderdag = 3 ½ dag
1 student vrijdag = 4 ½ dag
1 student zondag = 6 ½ dag
Totaal = 289 dagen
 IC = = 0,028 = 28 per 1000 persoonsdagen

,College 1 Interventie
Interventie onderzoek richt zich primair op het bestuderen van het bedoelde effect van preventieve
of therapeutische interventies zoals bijvoorbeeld vaccinaties, fysiotherapie, geneesmiddelen of een
operatie. Dit onderzoeksdesign kenmerkt zich doordat de onderzoeker ingrijpt op één of meerdere
determinanten.

Het effect wat wordt waargenomen (WE) in een experimentele studie is een optelsom van:
 het specifieke effect van de interventie (SE) waarin je als onderzoeker geïnteresseerd bent
 het placebo-effect (PE), het aspecifieke effect wat o.m. afhangt van het vertrouwen in de
therapie en de behandelaar
 het natuurlijk verloop (NV), want ook zonder interventie is er verbetering mogelijk
 externe variabelen (EV), confounders die de grootte van het WE beïnvloeden
 de meetfout (MF) in vooral subjectieve uitkomst metingen
De vergelijking WE = SE + PE + NV + EV + MF geldt voor zowel de interventiegroep als de
controlegroep (die de interventie niet krijgt) en het verschil in het waargenomen effect tussen beide
groepen weerspiegelt de meerwaarde van de interventie indien alle andere effecten gelijk zijn in
beide groepen. In de opzet van het onderzoek kunnen verschillende technieken worden toegepast
om deze gelijkheid te bewerkstelligen. Allereerst is het belangrijk dat er een controlegroep is, die de
interventie niet krijgt. Vervolgens maakt randomisatie, het willekeurig verdelen van de deelnemers
over de interventiegroep en controlegroep, dat de groepen vergelijkbaar zijn ten aanzien van het NV
en EV. Ten slotte zorgt blindering ervoor dat deze vergelijkbaarheid tot het eind vastgehouden wordt
doordat de invloed van het PE, EV en de MF vergelijkbaar zijn. Als deze technieken allemaal
toegepast worden, spreken we van een RCT (randomised placebo controlled double-blind trial). Dit
wordt gezien als dé standaard opzet om vragen binnen het therapeutisch domein te beantwoorden.

Leerdoelen
- Je kent de verschillende onderdelen van een wetenschappelijke vraagstelling (PICO)
- Je herkent de opzet van een experimenteel onderzoek (randomized controlled trial)
- Je kent de betekenis van de begrippen randomisatie, blindering en placebo
- Je bent bekend met een intention-to-treat analyse en een per-protocol analyse
- Je kan een artikel over een klinisch interventie onderzoek kritisch beoordelen op kwaliteit,
validiteit en generaliseerbaarheid (CONSORT)

Wetenschappelijke vraagstelling
- Determinant (onafhankelijke variabele, expositie, risicofactor)  uitkomst (afhankelijke
variabele)
- Doelpopulatie
o Tijdsdimensie
o Plaats
o Kenmerken

Domeinen
- Interventie – therapie/ behandeling
- Diagnose – ziekte ja/nee
- Prognose – verloop ziekteproces
- Etiologie – oorzaak

, Domeinen – designs
- Interventie experiment
- Diagnose dwarsdoorsnede onderzoek
- Prognose follow-up onderzoek observationeel onderzoek
- Etiologie follow-up onderzoek
patiëntcontrole onderzoek

Experimenteel vs. Observationeel
- Experimenteel
o Expositie bepaald door de onderzoeker
o Bedoelde effecten
- Observationeel
o Natuurlijke expositie – ‘’is gewoon zo’’
o Onbedoelde effecten – bijwerkingen

Experimenteel onderzoek
- Preventieve interventies
o Ontstaan aandoening voorkomen (vaccinaties/ gezondheidsvoorlichting)
- Therapeutische interventies
o Verloop aandoening beïnvloeden of de gevolgen ervan minimaliseren (medicijnen/
fysiotherapie)
- Werkzaamheid en veiligheid nieuw geneesmiddel (gereguleerd)
o Fase 1: farmacokinetiek, - dynamiek en toxische effecten
o Fase 2: werkzame dosis
o Fase 3: klinische effecten
o Fase 4: registratie bijwerkingen (post-marketing surveillance)

PICO
- Determinant  uitkomst
- Doelpopulatie
o Ziek – klinische trial
o Gezond – preventieve trials
- P = Patient
- I = Intervention
- C = Comparison
- O = Outcome

- Voorbeeld
o Effectiveness of corticosteroid injections versus physiotherapy for treatment of
painful stiff shoulder in primary care: a randomised trial
 P – patient with painful stiff should in primary care
 I – corticosteroid injections
 C – physiotherapy
 O – effectiveness (hoe meten we dit?)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lynnverver. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added