In deze samenvatting is de volledige leerstof rond het thema / domein ruimte samengevat. Ook het hoofdstuk didactiek is samengevat.
Met deze samenvatting behaalde ik op het examen een 14/20.
verkeers- en mobiliteitseducatie
= verkeersopvoeding
- grondprincipes -
- actieve training
- permanent werken aan verkeerseducatie
- uitgangspunt = kind en zijn mogelijkheden / ervaringen / mobiliteit
- handelingsgericht
- aanpak van verkeerseducatie -
leerlijn:
- eerste graad: passagier & voetganger
- tweede graad: beginnende fietser
- derde graad: fietser
voorbereiding leeruitstap:
- zelf laten opzoeken welke manier van verplaatsen het meest passend is
- zelf route laten uitstippelen: welke is de veiligste? welke gevaarlijke punten?
kennis: betekenis verkeersborden / verkeersregels begrijpen
attitudes: Respect tonen voor andere weggebruikers, zoals voetgangers, fietsers en automobilisten /
alertheid en aandachtig zijn tijdens het verplaatsen in het verkeer, met oog voor mogelijke gevaren.
vaardigheden: Veilig kunnen oversteken op aangewezen oversteekplaatsen, gebruikmakend van de
juiste kijk- en luisterhouding / verkeersregels toepassen → bij een rood licht stoppen
economie als wetenschap
- = behoeftebevrediging
- noden VS verlangens
- noden: nood aan voedsel (levensnoodzakelijk)
- verlangens: 3 gangen menu (niet levensnoodzakelijk)
behoeften
= verzamelnaam noden & verlangens
● economische behoeften = materiële behoeften
○ primaire behoeften of basisbehoeften= nodig om te overleven, voedsel, kleren , een
dak boven je hoofd (noden)
○ secundaire behoeften = verlangens
Behoeften
materiële behoeften niet- materiële behoeften
= goederen en diensten = kunnen we niet kopen
- primaire behoeften of basisbehoeften
- secundaire behoeften
worden bevredigd door goederen en diensten worden bevredigd door vriendschap, vrede, liefde,
vrijheid
↓ ↓
welvaart welzijn
(de mate waarin de samenleving in haar behoeften (hoe meer van deze niet-materiële behoeften
kan voorzien met de beschikbare middelen is bevredigd worden hoe meer welzijn)
een mate voor levenscomfort of welvaart)
productiefactoren
Om goederen en diensten te produceren wordt gebruik gemaakt van 3 productiefactoren
● arbeid = menselijke input, mentale en fysieke arbeid
● natuur = alles wat uit natuurlijke milieu komt
● kapitaal= hulpgoederen (werktuigen, machines…)
2
,Economische spelers
● gezinnen = zorgen voor consumptie, kopen de meeste goederen en leveren ook
productiefactoren door te gaan werken, geld in bedrijf te leggen…
● bedrijven = zorgen voor productie van goederen en diensten
● overheid = legt de spelregels vast. De overheid is zelf ook producent van heel wat goederen
en diensten zoals onderwijs, wegennet…
soorten economieën
● vrijemarkteconomie = de economie is vrij
○ overheid heeft geen leidende rol
○ markt = vrij
○ individu streeft behoeftebevrediging na
○ taak overheid = veiligheid creëren en orde
○ inzit productiemiddel → principe vraag en aanbod
○ pure vrijemarkteconomie bestaat niet meer
● kapitalisme
○ het hoofddoel is om winst te maken, door winst dan te investeren en groot te worden
(groeien)
○ er kan een vrijemarkteconomie zijn die niet het kapitalistisch systeem nastreeft en
omgekeerd
○ China: doel = groter worden, maar markt is niet vrij (overheid is sturend)
● centraal geleide economie / planeconomie
○ algemeen belang = basis
○ overheid bemoeit zich sterk met de economie
○ deze arbeidsmarkt is minder vrij!
○ overheid bepaalt wat en hoeveel geproduceerd wordt, afhankelijk van de noden van
de samenleving
○ overheid kan prijzen opleggen → minder welvaartsverschillen (loon dokter of
arbeider verschilt niet zo veel)
○ consument is minder vrij, kan enkel kiezen uit producten dat overheid nuttig vindt
○ USER, Korea
○ pure centraal geleide economie bestaat niet meer
3
, ● gecorrigeerde economie
○ werkt als vrijemarkteconomie, maar de markt werkt niet perfect en moet
gecorrigeerd worden.
○ principes van individuele vrijheid naast solidariteit en verantwoordelijkheid
○ overheid staat in voor collectieve goederen en streeft naar zo hoog mog
tewerkstelling en rechtvaardige inkomens
○ inspraak burgers
○ specifieke vorm protectionisme = welvaart van het land hangt af van hoeveelheid
kapitaal in het land en dat de totale hoeveelheid kapitaal blijft onveranderlijk in de
wereld
- bestaansmiddelen -
beroepsbevolking
● beroepsbevolking
○ handelaar: iemand die beroepsmatig voor eigen rekening van daden van
koophandel (aan- en verkopen van goederen en diensten met bedoeling winst te
maken) stelt.
○ vrij beroep: iemand die op basis van een specifiek diploma en strikt wettelijke regels
een intellectueel beroep uitoefent. De persoon werkt voor eigen rekening en draagt
hierbij persoonlijke verantwoordelijkheid
○ restcategorie : iemand die voor eigen rekening werkt, maar die geen daden van
koophandel stelt en geen intellectueel beroep uitoefent. Bv onthaalmoeder,
kunstenaar
○ arbeider: iemand die in loondienst werkt en hoofdzakelijk handenarbeid verricht
○ bediende: iemand die in loondienst werkt en hoofdzakelijk hoofdarbeid verricht
○ handelsvertegenwoordiger :iemand die in loondienst werkt en zich bezighoudt met
het bezoeken van klanten om zo goederen en diensten te verkope
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LagerOnderwijsStudies. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.61. You're not tied to anything after your purchase.