100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Historische context - Koude oorlog $6.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Historische context - Koude oorlog

5 reviews
 376 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de historische context Koude Oorlog met overzichtelijk waarom voor de jaartallen is gekozen, de tijdvakken die aan orde komen, beantwoording van de hoofdvraag en een samenvatting en jaartallenoverzicht. Ook zijn de benodigde kenmerkende aspecten genoemd en uitgewerkt. Zowel voor h...

[Show more]

Preview 2 out of 13  pages

  • October 3, 2017
  • 13
  • 2016/2017
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: juliaxx65 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: melfarhouni • 6 year ago

review-writer-avatar

By: suzetteverbeek • 5 year ago

review-writer-avatar

By: roseozum • 6 year ago

review-writer-avatar

By: femmiederks • 6 year ago

avatar-seller
Historische context:
Koude Oorlog 1945-1991

Waarom jaartallen 1945-1991?

- 1945: Einde WOII: wegvallen van gezamenlijke vijand van de twee blokken.
- 1991: einde communistisch bewind in Sovjet-Unie.

2 tijdvakken aan de orde:

1. Tijdvak 9: 1900-1950 tijd van de wereldoorlogen.
2. Tijdvak 10: 1950-nu tijd van televisie en computer.

Deelcontext 1: Twee ideologische blokken (1945-1955)
Waarom jaartallen 1945-1955?

- 1945: Einde WOII: wegvallen van gezamenlijke vijand van de twee blokken.
- 1955: Oprichting Warschaupact.

Hoofdvraag: Waardoor raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide
de spanning tussen deze blokken, 1945-1955?

Drie oorzaken:

1. De belangrijkste twee overwinnende landen van WOII, de VS en de SU, worden van
bondgenoten vijanden door terugkerend ideologisch wantrouwen en verschillen van inzicht
met betrekking tot de toekomst van Duitsland en Europa vanaf 1945.
2. Aan het einde van WOII wordt de militaire grens di dwars door Duitsland en Europe loopt
daardoor onbedoeld ook een ideologische grens tussen het Westen en het Oosten.
3. Beide blokken vertegenwoordigen een tegengesteld politiek-maatschappelijk systeem en
beschuldigen elkaar ervan de macht in Europa te willen grijpen om vervolgens hun systeem
op te leggen aan de andere landen. Om sterker te staan richten de blokken eigen militaire
bondgenootschappen op.

Samenvatting met verwerking aantekeningen en bijbehorende KA

1917: omwenteling in Rusland: communisten aan de macht, tsaren afgezet.

- 1917: Oktoberrevolutie o.l.v. Lenin: Communistische Partij grijpt de macht.
- 1924: Partijleider Lenin overlijdt, opvolging niet duidelijk vastgelegd.  Machtsstrijd binnen
Communistische Partij  Jozef Stalin nieuwe leider van totalitaire staat.

Communisten streven naar klasseloze samenleving met als doel een wereldrevolutie: het
communistische begrip voor het omverwerpen van het kapitalisme in alle landen d.m.v. revoluties
door een georganiseerde arbeidersklasse.

Josef Stalin (1878-1953):

- Leider van de Communistisch Partij van de SU (1928-1953).
- Ontwikkelt zich tot meedogenloze alleenheerser.
- Schaft privé-eigendom af en alle economische sectoren onder controle van staat.
- Vijfjarenplannen: vastgelegd hoeveel er geproduceerd moet worden in fabrieken en
landbouw.

, - Tegenstanders opgepakt en gedeporteerd naar strafkampen in Siberië.

Josef Stalin (1928-1953): Sovjet-Unie wordt totalitaire staat: een staat waarin de regering bijna de
volledige controle heeft over het dagelijkse leven van mensen, zowel op politiek en cultureel als op
sociaal en economisch terrein.

 KA 38: Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.

In het Westen individuele vrijheid als basis voor goede samenleving: democratisch bestel met
bescherming van politieke rechten van het individu, verder kapitalisme (economisch systeem waarin
particuliere ondernemers m.b.v. vrije arbeid goederen en diensten produceren met het doel zoveel
mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te verkopen).

1941: SU en VS strijden samen tegen de as-mogendheden (nazi-Duitsland, Italië en Japan), hierdoor
worden Japan en Duitsland zwakker. Aan einde oorlog loopt spanning tussen VS en SU snel op.

 Ka 40: Het voeren van twee wereldoorlogen.

17 Juli 1945 – 2 augustus 1945: Conferentie van Potsdam: een bijeenkomst van de SU (Stalin),
Engeland (Attlee) en de VS (Truman) in Potsdam om te beslissen over de manier waarop Duitsland
voortaan zou worden geregeerd. Gekozen werd voor een verdeling van zowel Duitsland als Berlijn in
vier zones.

 Ontstaan van twee invloedssferen: een communistische en democratische/kapitalistische.

Volksdemocratieën: de communistische variant van een democratie. Een voorbeeld van een
volksdemocratie is de DDR: bij verkiezingen kon alleen gekozen worden uit leden van de
communistische partij. Dit gebeurt naar het model van de SU.

 Vijandsbeeld wordt hierdoor ook duidelijk, want de VS probeert in landen van West-Europa
juist de liberale democratie en kapitalisme te bevorderen.

Na WOII: Europa in puin, dit baart Harry Truman zorgen.

Harry Truman (1884-1972):

- President van de VS (1945-1953).
- Lid van de Democratische Partij in de VS.
- Neemt beslissing om atoombommen te werpen op Hiroshima en Nagasaki.
- Kondigt Trumandoctrine af, waaronder Marshallhulp valt.
 Trumandoctrine: ook bekend als containmentpolitiek: president Truman beloofd eind 1947
financiële en militaire steun aan alle landen die het communisme buiten de deur wensten te
houden.

1947 – Marshallplan

VS economische grootmacht, terwijl Europa door WOII verwoest is. VS vreest dat communistische
partijen van armoedige situatie zullen profiteren  1947: George Marshall biedt hulpprogramma
aan. 1948-1952: West-Europa ontvang ruim 12 miljard Amerikaanse dollars. Aantal Europese
landen gaan samenwerken, uit angst voor nieuwe oorlog, eerst op gebied van kolen en staal,
daarna andere economische terreinen. Mede hierdoor groeit economie tussen 1950-1970 erg.
Oostbloklanden werd geweigerd de hulp aan te nemen door Stalin.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Claudia98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.89  1x  sold
  • (5)
  Add to cart