Especially a summary of the terms. Something more floor was sometimes more convenient.
By: elleneek1 • 6 year ago
Seller
Follow
Claudia98
Reviews received
Content preview
Percent economie bovenbouw
VWO
Theorieboek Deel 2
Onderdeel 5
Risico en informati e
Hoofdstuk 18: Risico
§18.1: Symmetrische en asymmetrische informatie
Asymmetrische informatie: wanneer één van beide marktpartijen over meer informatie beschikt dan
de andere marktpartij.
Symmetrische informatie leidt tot een optimale situatie:
De kopers krijgen wat zij willen voor de prijs die zij bereid zijn te betalen.
De verkopers zijn tevreden met de ontvangen prijs en kunnen hun aanbod kwijt.
Asymmetrische informatie leidt tot een suboptimale situatie:
De kopers treffen op de markt eigenlijk niet dat wat zij willen hebben.
De verkopers kunnen slechts een deel van hun aanbod kwijt.
§18.2: Risico’s en risicoaversie
Risico: de kans dat een bepaalde gebeurtenis zich voordoet
Risicoaversie: de neiging van mensen om risico’s te vermeiden.
§18.3: Risico en verzekeren
Verzekering is mogelijkheid om gecompenseerd te worden voor een financieel verlies. 2 partijen:
1. De verzekerde loopt een financieel risico, dat hij wil verminderen. Verzekeraar stelt hem
geheel of gedeeltelijk schadeloos bij een bepaalde gebeurtenis. De verzekerde betaalt een
verzekeringspremie.
2. De verzekeraar ontvangt de verzekeringspremie en betaalt het afgesproken bedrag onder
bepaalde voorwaarden uit.
De hoogte van de verzekeringspremie wordt onder andere bepaald door:
De kans dat het onzeker voorval zich voordoet.
De verzekerde som (het bedrag waarvoor men zich verzekerd).
De marge voor kosten en winst van de verzekeringmaatschappij.
Framing: overtuigingstechniek, waarbij beelden en woorden zo gekozen worden, dat daarbij enkele
aspecten van het beschrevene worden uitgelicht. Dit helpt om een bepaalde lezing van het
beschrevene of een mening daarover te verspreiden.
Verscheidenheid: risico’s zijn gespreid. bij gespreid risico is het onwaarschijnlijk, dat alle
verzekerden tegelijk door hetzelfde getroffen worden. Zo blijft een risico verzekerbaar.
,De Zorgverzekeringswet verplicht iedere volwassen een zorgverzekering af te sluiten.
§18.4: Draagvlak en solidariteit
Een verzekering is alleen mogelijk wanneer het risicodraagvlak (genoeg verzekerden) van de
verwerking groot genoeg is.
Solidariteit: de mate waarin risico’s worden gedeeld met anderen.
Averechtse selectie: ontstaat als de ene partij beschikt o ver informatie die het resultaat van de
andere partij beïnvloedt. De partij die meent dat hij niet over voldoende informatie beschikt en
moeilijk aan die informatie kan komen, zal de transactie niet aandurven. Het is dus het gevolg van
asymmetrische informatie.
Goede risico’s: mensen die bijna nooit wat hebben.
Slechte risico’s: mensen die vaak wat hebben.
Eigen risico: als de verzekerde een deel van de schade zelf betaalt.
§18.5: Nalatig gedrag
Nalatig gedrag: mensen stellen zich bloot aan extra risico’s, omdat zij menen geen financieel risico te
lopen.
§18.6: Sociale zekerheid
Twee oorzaken, waardoor huishoudens risico lopen tot armoede te vervallen:
1. Verlies van inkomen: door werkloosheid, ziekte, invaliditeit, ouderdom.
2. Bijzondere financiële lasten: zeikte, invaliditeit en ouderdom kunnen tot onmogelijk op te
brengen uitgaven leiden.
Enkele oorzaken, waarom mensen zich niet verzekeren:
1. De kosten van de verzekeringen: het is niet te betalen voor sommigen.
2. Het risico van averechtse selectie: kans dat meer slechte risico’s zich verzekeren, waardoor
premie omhoog gaat. Wordt moeilijker je te verzekeren.
3. Verscheidenheid en risicodraagvlak: te weinig verscheidenheid maakt verzekering onmogelijk,
te weinig draagvlak zorgt voor onbetaalbare premies.
Sociale zekerheid: omvat alle wettelijke regelingen die voorzien in de gevolgen van inkomensderving
en bijzondere financiële lasten.
Sociale verzekeringen Sociale voorzieningen
Verzekering: er wordt alleen een uitkering Behoeften: er si alleen een uitkering als daar
verstrekt als de verzekerde gebeurtenis zich noodzaak voor is, gezien de financiële situatie.
voordoet.
Van toepassing voor: de betreffende Van toepassing voor: iedereen.
socialeverzekeringwet bepaalt welke groepen
uit de bevolking verzekerd zijn.
Financiering: de financiering van de uitkeringen Financiering: de financiering van de uitkeringen
gebeurt uit de premies. gebeurt uit de belastingen.
Algemeen: de sociale voorzieningen zijn een soort ‘vangnet’. Alleen van toepassing voor
personen die geen beroep kunnen doen op een sociale verzekering of onvoldoende middelen van
bestaan hebben.
, Aantal socialezekerheidswetten:
Werknemersverzekering: alleen mensen in loondienst zijn verzekerd tegen de financiële
gevolgen van werkloosheid.
Ziektewet.
WIA ( wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
AOW is volksverzekering. Basispensioen.
Wet Werk en bijstand (WWB).
Zorgverzekeringswet (ZVW).
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Bijstand.
Hoofdstuk 19: Risico en beleggen
Effecten: verhandelbare rechten die een financiële waarde vertegenwoordigen.
Obligaties: verhandelbare ‘bewijzen’ van deelname in een geldlening. Safe.
- Deelname vreemd vermogen.
- Hoofdsom wordt terugbetaald. Meestal mag tussentijdse verkoop op effectenbeurs.
- Waarde fluctueert met marktrente.
- Risicomijdend.
Aandeel: deelname in het eigen vermogen van een naamloze vennootschap (NV) of besloten
vennootschap (BV). Geen winst? aandeelhouder geen dividend.
- Deelname eigen vermogen.
- Meestal niet terugbetaald. Wel op effectenbeurs tegen onzekere koers verkocht worden.
- Waarde fluctueert met marktrente.
- Risicodragend.
Nominale waarde: de waarde waarover de rente wordt vergoed.
Couponrente: het jaarlijkse bedrag (rente) die de obligatiehouder krijgt voor zijn obligatie.
Contante waarde: het toekomstige bedrag ontdoen van rente, zodat je op het huidige bedrag
uitkomt.
Markrente (rentevoet) : wordt bepaald door de totale vraag naar en het totale aanbod van een
bepaalde soort obligaties op de kapitaalmarkt.
Markrente hoger dan couponrente? waarde obligatie lager dan nominale waarde.
Marktrente lager dan couponrente? waarde van obligatie hoger dan nominale waarde.
Vermogensmarkt bestaat uit:
1. Geldmarkt: leningen met een looptijd van minder dan 2 jaar, korte rente is prijs die moet
worden betaald.
2. Kapitaalmarkt: leningen met een looptijd van meer dan 2 jaar, lange rente is prijs die moet
worden betaald.
Nominale rente: de rente die over een bepaalde lening moet worden betaald.
Marktrente: komt tot stand door vraag naar en aanbod van een bepaald type schuldpapier.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Claudia98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.