INLEIDING IN DE RECHTSWETENSCHAP | Erasmus Universiteit Rotterdam
1
,Inhoudsopgave
Week 1...............................................................................................................................4
Probleem 1: Monstertruck..................................................................................................4
Welke rechtsgebieden kent het recht?................................................................................4
Op welke manier kun je het recht bekijken?......................................................................10
Welke criteria zijn er in het recht in te delen?...................................................................11
Hoorcollege 1:..................................................................................................................12
Jurisprudentie week 1:.....................................................................................................18
Probleem 2: Coronamaatregelen......................................................................................19
Welke soorten wetten zijn er en hoe komen die tot stand?...............................................19
Onder welke voorwaarden bindt de wet en wat is de rangorde van wetten?....................22
Internationale verdragen en het Nederlandse recht.........................................................24
Wanneer zet een verdrag wettelijke regeling op zij en taak van rechter...........................26
Week 2.............................................................................................................................27
Probleem 3: Onwaardige erfgenaam................................................................................27
Wat is ongeschreven recht...............................................................................................27
Wat zijn rechtsbeginselen.................................................................................................27
Hoe verhouden beginselen zich tot geschreven recht........................................................28
Wat zijn andere bronnen van ongeschreven recht............................................................31
Jurisprudentie..................................................................................................................33
Hoorcollege 2...................................................................................................................34
Bespreking Urgenda.........................................................................................................34
Legaliteit vs. Legitimiteit van rechtsbronnen....................................................................35
Jurisprudentie..................................................................................................................42
Probleem 4: Onrechtmatige daad.....................................................................................43
Wat is de civielrechtelijke procedure................................................................................43
Wanneer is er sprake van onrechtmatige daad.................................................................46
Wat houdt de zorgvuldigheidsnorm in het privaatrecht in?..............................................47
Welke rol spelen de omstandigheden van het geval binnen het privaatrecht....................48
Jurisprudentie..................................................................................................................49
Week 3.............................................................................................................................50
Probleem 5: Rechtstheorieën............................................................................................50
2
,Welke theorieën over het recht zijn er, wie zijn de vertegenwoordigers en wat zijn
belangrijkste kenmerken?................................................................................................50
Op welke punten verschillen de theorieën?......................................................................54
Hoe kunnen die theorieën in concrete gevallen worden toegepast?..................................56
Hoorcollege 3...................................................................................................................57
Probleem 6: Club Barstro..................................................................................................63
Wat is de procedure om een oordeel te krijgen van de bestuursrechter?..........................63
Welke rol spelen beginselen in het bestuursrecht?............................................................65
Hoe verhouden de taken van het bestuur en rechter zich tot elkaar?................................68
Biedt een gang naar de bestuursrechter wel een oplossing voor het probleem?...............68
Jurisprudentie..................................................................................................................68
Week 4.............................................................................................................................69
Probleem 7: De rechtsstaat en democratie.......................................................................69
Wat zijn de beginselen van de democratie?......................................................................69
Wat zijn de beginselen van de rechtsstaat?......................................................................71
Hoe verhouden democratie & rechtsstaat zich tot elkaar?................................................72
Wat is het verschil tussen de VS & Europa als het gaat om democratie & meningsuiting? 73
Jurisprudentie..................................................................................................................74
Hoorcollege 4:..................................................................................................................75
Probleem 8: Strafrecht.....................................................................................................83
Wat houdt het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel in?.........................................................83
Hoe moeten we diefstal interpreteren?............................................................................83
Wat betekent het legaliteitsbeginsel voor de interpretatie door de rechter van
strafrechtelijke bepalingen?.............................................................................................85
Hoe komt de rechter tot zijn interpretatie van een strafbepaling?....................................85
Jurisprudentie..................................................................................................................86
3
,Week 1
Probleem 1: Monstertruck
Welke rechtsgebieden kent het recht?
Rechtsgebieden kan je op verschillende manieren voor jezelf analyseren & weergeven.
Wanneer je dit doet onderzoek je de kenmerken, en overeenkomsten van rechtsregels in
een rechtsgebied. Het Nederlandse recht is onder te verdelen op 4 verschillende manieren.
Privaat- en publiekrecht: objectief recht
Op die manier kan je inzicht krijgen in de systemen van bijvoorbeeld het privaatrecht en het
publiekrecht. Binnen deze rechtsgebieden wordt weer onderscheid gemaakt in verschillende
andere soorten recht. Deze rechtsgebieden zijn te onderscheiden van elkaar maar kun je
daarentegen niet scheiden! Regels uit het privaat- en publiekrecht werken op verschillende
manieren op elkaar in. Het privaatrecht (civiel recht) richt zich op de verhoudingen tussen
burgers onderling. Het publiekrecht is gericht op de verhouding tussen burger en overheid.
Daarnaast heeft het betrekking op de verhoudingen tussen overheidsinstanties onderling en
de bemoeienis van de overheid met het maatschappelijke leven en de zorg voor algemene
belangen.
Voorbeeld:
Overheid kanOverheid kan soms
soms optreden optredenbijvoorbeeld
als ‘burger’ als ‘burger’ als
bijvoorbeeld
de gemeente als de gemeente
optreedt als burger.
optreedt
Als als burger.
de gemeente tafelsAls de gemeente
koopt tafels koopt
heeft de overheid heeft
geen redende om
overheid geen
zich hier te reden om zich
bemoeien met
hier
het te bemoeien met
maatschappelijke het maatschappelijke
leven. Ook kan in een casus leven. Ook kan
sprake in een
zijn van casus EN
privaat- sprake zijn van
publiekrecht,
alsprivaat- EN publiekrecht,
jij iemand slaat word jij als jij de
door iemand slaatvervolgd
overheid word jij door
volgensde het
overheid vervolgdEchter,
publiekrecht. volgenskan
het persoon
deze publiekrecht. Echter, kan deze persoon
een schadevergoeding claimeneen schadevergoeding
via het privaatrecht. claimen via het
privaatrecht.
Objectief- en subjectief recht:
Als we spreken over het objectieve recht bedoelen we daarmee de verzameling van
rechtsnormen. Daarmee hangt het samen met het positieve recht, de rechtsnormen die nu
gelden op een bepaalde plaats. Het is dus van toepassing op iedereen in de samenleving. Als
we spreken over het subjectieve recht, hebben we het over de rechten die gelden voor
bepaalde individuen of groepen in de samenleving (rechtssubjecten). Deze mensen zijn dus
erkend door het recht, een voorbeeld van subjectief recht is je mening uiten. Tegenover
subjectieve rechten staan verplichtingen van andere rechtssubjecten. Ieder rechtssubject
heeft dus rechten en plichten naar andere rechtssubjecten. Deze twee vormen van recht
hangen nauw samen, overtreed jij objectief recht kan dit subjectieve gevolgen hebben.
Het objectieve recht kan beschouwd worden als het recht en subjectief recht is mijn recht
van het objectieve recht. Zo heb je bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, het subjectieve
recht daarbij is dat ik een joods keppeltje mag dragen.
4
, Nationaal - en internationaal recht:
Het recht gaat onze grens over, daarom hebben we ook te maken met nationaal- en
internationaal recht. Nationaal recht is het recht dat geldt voor de burgers in een bepaald
land. Internationaal recht heeft vaak betrekking op internationale organisaties, verdragen,
en staten. Wij kennen zowel internationaal privaat- als publiekrecht. Het internationale
privaatrecht kennen we ook wel als conflictenrecht, het publieke recht als volkenrecht. Dit
zijn de regels die betrekking hebben op de verhouding tussen staten onderling.
Indelingen privaatrecht
Vermogensrecht:
Het vermogensrecht maakt deel uit van het materiële privaatrecht en heeft betrekking op
rechten en plichten die in geld te waarderen zijn. Het vermogensrecht bestaat uit
goederenrecht dit regelt de rechtsverhouding tussen personen en goederen (eigendom),
goederen zijn zowel zaken als vermogensrechten. Verbintenissenrecht regelt
rechtsverhouding tussen personen onderling zoals een contract. Daarnaast heeft het
vermogensrecht de volgende eigenschappen:
- De (subjectieve) vermogensrechten zijn over het algemeen overdraagbaar (art. 3:6
BW); een verkoper kan zijn recht op betaling van de koopprijs overdoen aan een
derde persoon (cessie).
- De regels van het vermogensrecht zijn over het algemeen niet dwingend, partijen zijn
vrij om af te wijken.
Daarnaast kan een onderscheid worden gemaakt tussen twee soorten vermogensrechten:
1. Absolute vermogensrechten: hierbij gaat het om vermogensrechten die tegenover
iedereen kunnen worden ingeroepen. Daarnaast geven absolute rechten een
rechtsverhouding weer tussen een persoon en een goed;
2. Relatieve vermogensrechten: hierbij gaat het om vermogensrechten die alleen
tegen één persoon kunnen worden ingeroepen. Deze geven een rechtsverhouding
weer tussen personen. Een voorbeeld hiervan is een contract.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SjoerdvDijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.