CELBIOLOGIE: 7) Genetica
7.1 Inleiding
Genetica = erfelijkheidsleer
Onderzoekt overdracht van informatie van de ene cel op de andere cel
Gregor Mendel, 1822: eerste die dit onderzocht ivm kweken erwtenlanten
o Door heb 2 belangrijke basiswetten van de erfelijkheidsleer
7.2 Terminologie
Chromosoom=
o DNA vormt samen met proteïnen het chromatinemateriaal v/d kern
o Enkel tijdens celdeling gaat deze diffuse structuur condenseren zodat
ze als afzonderlijke structuren te onderscheiden zijn
o 23 paar chromosomen (46 chromosomen)
Diploïd=
o Alle lichaamscellen van dieren en planten zijnfiploïd (somatische cellen)
o Elke cel heeft 2 sets chromosomen : één van moeder en één van vader
(=homologe chromosomen)
o 2n
o Mens: 2n= 46
Haploïd=
o Geslachtscellen/gameten (=eicel en zaadcel) 1 set chromosomen
o n
o Mens: n= 23
o Haploïde spermacel + haploïde eicel (gaat bevruchten) = zygote (terug
2n bevat)
Gen=
o Elk chromosoom bevat 100-1000 genen
o = specifiek gedeelte v/h DNA, is de erfelijke eenheid die een
gecodeerde info bevat
o Info die codeert voor een eiwit
Genoom=
o Geheel van genen aanwezig in een cel
Locus=
o Specifieke plaats v/h gen op het chromosoom
o Elke locus bevat dus een gen dat een specifieke eigenschap tot uiting
laat komen
o Homologe genen coderen wel voor eenzelfde eigenschap, maar kunnen
toch van elkaar verschillen
Allel=
o Één v/d twee (of meer) vormen van eenzelfde gen dat op eenzelfde
plaats (locus) op een bepaald chromosoom liggen
Dominant=
o Als één van de alelen zijn kenmerk tot uiting laat komen
o Wordt steeds met een hoofdletter geschreven
Recessief=
o Tegenovergestelde van dominant
o Dit allel heeft geen merkbaar kenmerk/effect op organismen
o Wordt steeds met een kleine letter geschreven
, o Wilt een recessief kenmerk tot uiting komen dan moet deze twee keer
voorkomen
o Wanneer het om meer dan twee allelen voor een eigenschap gaat
spreekt men van multipele allelen
→ altijd dezelfde letters enige verschil is hoofdletter en kleine letter r en R
Genotype=
o AA of Aa of aa
Fenotype:
o Manier waarop genotype zich manifesteert: tot expressie komt
o Beide allelen zijn gelijk aan elkaar: homozygoot RR of rr
o Beide allelen verschillend van elkaar: heterozygoot Rr
7.3 Mendeliaanse genetica
Zelfbestuiving van erwten
Kruisbestuiving: twee van dezelfde met elkaar kruisen
Ouderplanten (P-generatie) waren steeds ‘zuivere lijnen’, alle nakomelingen
die door zelfbestuiving werden gevormd, dezelfde karakteristieken hadden als
ouderplanten
Wanneer slechts één kenmerk gevolg wordt = monohybride kruising
Nakomelingen van F1-generatie door zelfbestuiving een F2-generatie vormen
Hierdoor ontdekte hij twee fundamentele principes v/d genetica
7.3.1 Eerste wet van Mendel
Kruising van planten met paarse en witte bloemen leverde in F1-generatie
slechts paarse bloemen op
Genetische info v/d witte bloemen ging niet verloren,
want in de F2-generatie doken weer witte bloemen op
met ratio 3:1
Verklaring:
Paars = dominant en wit = recessief (factor verdwijnt
niet, maar komt niet tot uiting)
Alternatieve versies van genen (verschillende allelen)
staan in voor variatie in erfelijke kenmerken
Elk gen ligt op een specifieke locus op een specifiek
chromosoom
DNA op dat locus kan iet wat verschillen qua nucleotidensequentie, en
daardoor qua boodschap
Voor elk kenmerk ontvangt organismen twee allelen, elk afkomstig van één
ouder
Homozygoot: PP,pp
Heterozygoot: Pp
Wanneer de twee allelen verschillen, zal één van hen (dominant allel) volledig
tot expressie/uiting komen, terwijl het tweede (recessieve allel) geen
merkbaar effect heeft op het uiterlijk v/h organisme
Fenotype= uiterlijke verschijningsvormen
Genotype= genetische constitutie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saarvercammen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.